Je kunt het gemiddelde van een reeks uitrekenen met behulp van de frequentietabel. Je vermenigvuldigt dan elke absolute frequenties met het waarnemingsgetal waar het bij hoort.Je telt al deze getallen bij elkaar op, en dit deel je door de totale frequentie.
Een frequentietabel is een tabel waarin staat hoeveel keer een bepaalde waarde voor komt. Hoevaak een bepaalde waarde voorkomt, dat noemen we frequentie. De gegevens die in een frequentietabel staan kan je ook op een andere manier laten zien, namelijk in een histogram.
De relatieve frequentie is gelijk aan de absolute frequentie gedeeld door het totaal aantal waarden. Vermenigvuldigd met 100 lees je af hoeveel % van het totale aantal een bepaalde waarde vertegenwoordigt.
De relatieve frequentie van een score is het percentage van het totaal waarin de score voorkomt.
Frequentie is het aantal keer per seconde dat stroom van richting verandert. De frequentie wordt gemeten in hertz (Hz), een internationale meeteenheid, waarbij 1 hertz gelijk is aan 1 cyclus per seconde. Hertz (Hz) = één hertz is gelijk aan één cyclus per seconde.
Frequentie drukt uit hoe vaak iets gebeurt of voorkomt binnen een bepaalde tijd of in een zekere ruimte.
Frequentie wordt gebruikt als uitdrukking van hoe vaak iets voorkomt of gebeurt binnen een zekere ruimte of bepaalde tijd. In dit geval gaan we kijken naar de betekenis van frequentie in geluid. Daar betekent frequentie het aantal trillingen per seconde bij een geluid.
Als je formule f(x) = g(x) + h(x) is, dan kun je de afgeleide vinden door f'(x) = g'(x) + h'(x) toe te passen.Je neemt dus de afgeleiden van de losse stukjes en telt deze bij elkaar op. Bijvoorbeeld: als f(x) = sin(x) + x2 , dan wordt f '(x) = cos(x) + 2x.
Centrummaten zeggen iets over het punt waar de meeste waarden geclusterd zijn (het midden of het centrum van je dataset). Spreidingsmaten geven informatie over de afstand tussen datapunten (hoe verspreid zijn de data).
Gemiddelde Dit is het rekenkundige gemiddelde en wordt berekend door een groep getallen toe te voegen en vervolgens te delen door het aantal getallen. Het gemiddelde van 2, 3, 3, 5, 7 en 10 is bijvoorbeeld 30 gedeeld door 6, wat 5 is.
Een uitstekende methode voor het bepalen van de eigenfrequentie is die met een frequen- tieanalyseprogramma. Dit is een programma dat de overdrachtsfunktie van een systeem berekend aan de hand van een ingang en een uitgang. Dit zijn kracht respectivelijk versnelling die worden gemeten aan het systeem.
De eenheid hertz wordt gebruikt voor de frequentie van periodiek wisselend verschijnselen, zoals wisselspanning (lichtnet), geluidstrillingen, elektronische signalen en elektromagnetisch velden.
De frequentie geeft aan hoeveel golven er per seconde langs een bepaald punt komen en de golflengte zegt hoe lang één golf is.
Er zijn twee manieren van modulatie: FM en AM. FM staat voor frequentiemodulatie , AM voor amplitudemodulatie . Frequentiemodulatie houdt in dat de frequentie waarbij de frequentie van de golf op de draaggolf varieert.
Geluiden met een frequentie van 20 kHz en hoger worden ultrageluid (of ultrasoon geluid) genoemd. Onder hoogfrequent geluid verstaat men geluid waarvan de frequentie tussen 8 en 20 kHz ligt. Hoogfrequent geluid met een frequentie boven 16 kHz is slecht hoorbaar, maar helemaal onhoorbaar is het niet.
Er is bij ons weten geen maximum frequentie. Alles met hoge frequentie heet "gamma straling". Er is wel een praktische limiet: optredende processen kunnen energie als gammastraling vrijgeven maar elk proces heeft daarbij zijn eigen maximum.
Hoe hoger de toon, hoe hoger het aantal Hertz. Hertz wordt gebruikt bij periodieke verschijnselen en wordt ook wel de frequentie genoemd. Dit betekent dat het verschijnsel zich herhaalt. 1 Hz komt overeen met 1 keer tikken in een periode van 1 seconde.
Dit getal wordt uitgedrukt in hertz. Een beeldfrequentie van 50Hz betekent dus: 50 beelden per seconde. Een beeldfrequentie van 100Hz betekent: 100 beelden per seconde. Hoe hoger het aantal hertz, hoe vloeiender het beeld.
Het enige wat je nog moet weten is de periode (trillingstijd). Die kun je met T=1/f uitrekenen uit de frequentie.
De frequentie, uitgedrukt in Hz (Hertz), bepaalt de toonhoogte: hoe hoger de frequentie, des te hoger de toon. De golflengte heeft een directe relatie met de frequentie: hoe lager de frequentie, hoe groter de golflengte en andersom.