Gebruik je formule σ=F/A met σ is de trekspanning en A is het oppervlak van de dwarsdoorsnede van de draad. Om Fbreuk te berekenen, vul je voor σ de treksterkte in (Binas tabel 8 en 10B).
De treksterkte is de maximale mechanische trekspanning tot waar een sample belast kan worden. Wanneer de treksterkte overschreden wordt, breekt het materiaal: de absorptie van krachten neemt af tot het materiaal uiteindelijk scheurt.
Treksterkte tijdens de Trekproef
De breekgrens wordt ook wel de treksterkte van het materiaal genoemd. Grens wordt aangeduid met de letter B. De werkelijke spanning in het materiaal verloopt volgens de stippellijn.
Hoogsterkte staal is een staalsoort met een lage hoeveelheid koolstof en een hoge sterkte. Hoogsterkte staal heeft een hogere sterkte dan S235 en S355, de meest voorkomende staalsoorten voor staalconstructies. De definitie van hoogsterkte staal is staal met een rekgrens hoger dan 355 MPa.
Treksterkte (Engels: Tensile strength)
Een sterk materiaal kan meer spanning of belasting weerstaan en een zwak materiaal kan weinig belasting weerstaan voordat het scheurt of breekt. De treksterkte is een belangrijke waarde in de berekening van constructies.
Beton heeft een hoge druksterkte en een relatief lage treksterkte. De treksterkte is maar ongeveer 10% van de druksterkte. Dat maakt het tot een broos materiaal. In veel constructies is behoefte aan een hogere treksterkte dan beton uit zichzelf kan bieden.
De treksterkte Rm geeft de spanning aan waaronder de bout van een bepaalde (spannings)doorsnede bezwijkt. het breuk- vlak dat ontstaat, mag alleen plaatsvinden op het schroefdraadgedeelte of gedeelte van de borst. In geen geval mag het breukvlak ontstaan ter hoogte van de overgang van de kop naar het borstgedeelte.
Het eerste getal komt overeen 1/100 van de nominale treksterkte (Rm) in N/mm². Bij een 8.8 bout is de treksterke dus 8 x 100 = 800 N/mm².
3,5 t.
S235 is de meest gebruike staalsoort. De naam “S235” is een samenvatting van een aantal eigenschappen die het materiaal heeft. Zo duidt de S op ”structural”, vrij vertaald constructiestaal of staal. De “235” geeft de vloeigrens in MPa (megapascal in N/mm²) aan bij een dikte van 16 mm.
St37, Fe360 en S235 zijn allemaal hetzelfde. In de volksmond wordt het ook wel eens 'pisbakijzer' genoemd. Het staal heeft een maximale treksterkte van 37 Kg/mm², 360 N/mm² en een vloeigrens van 235 N/mm². Dit is te herkennen aan de St, Fe en S voor de waarde.
Het materiaal 1.0503 wordt ook wel C45 genoemd en komt overeen met DIN EN 10083-2 en de Amerikaanse norm AISI 1045. Het is een niet-gelegeerd, gelegeerd en gehard of zacht staal, dat gekenmerkt wordt door een zeer uniforme materiaalstructuur.
De 0,2 % rekgrens is de spanning waarbij het sample een plastische, met andere woorden onomkeerbare, vervorming van 0,2 % toont (ten opzichte van de initiële lengte van het sample).
Deze legeringen worden gekenmerkt door: uitstekende corrosieweerstand, goede thermische en elektrische geleiding, uitstekende vervormbaarheid, maar minder goede mechanische eigenschappen (lage treksterkte, hoge rek).
Voorbeeld: Bout M12 klasse 4.6 maximale schuifkracht op de bout = (0,6 * 400 * 84,3) / 1,25 16,19 kN. Voorbeeld: Bout M16 klasse 8.8 6 maximale schuifkracht op de bout = (0,6 * 800 * 157) / 1,25 60,28 kN.
4.6 is de de zwakste kwaliteit staal in bout verbindingen, deze kwaliteit word het meest gebruikt in toepassingen voor houtbouw of op plekken waar weinig trek en afschuifsterkte vereist is.
Sterkteklasse 10.9
10.9 is een sterkere kwaliteit staal in bout verbindingen voor als er extra treksterkte vereist is, o.a. trekhaken, machine onderdelen.
De sterkteklasse van beton wordt uitgedrukt in een notatie met twee getallen, bijvoorbeeld C30/37. Het eerste getal staat voor de minimale karakteristieke cilinderdruksterkte op 28 dagen (fck f c k ), het tweede voor de karakteristieke kubusdruksterkte (fck,cube f c k , c u b e ).
De CE-markering onderscheidt verschillende sterkteklassen : C16 komt overeen met de laagste kwaliteit en wordt zeer veel gebruikt voor niet zichtbare structuren ; C18 en C24 voor zichtbare structuren; C30 in uitzonderlijke gevallen waar esthetische eisen belangrijk zijn.
Het laatste getal geeft de karakteristieke kubusdruksterkte aan zoals wij gewend waren bij de B-aanduiding (C20/25 was B25). De sterkteklasse is vaak al in het bestek opgenomen. Er zijn meer sterkteklassen maar aangeraden wordt het aantal te beperken tot de volgende waarden.