Je bent "bekwaam" als je in een bepaalde situatie een handeling kan uitvoeren (met een gewenst resultaat) als gevolg van je eigen deskundigheid, vaardigheden, kennis en bedrevenheid. In de praktijk testen organisaties bekwaamheid vaak via kennistoetsen of assessments.
De hoofdregels zijn: Als je bekwaam bent, ben je bevoegd (je hebt niet persé een diploma nodig om iets te kunnen, je kunt ook iets geleerd hebben op een andere wijze, maar dan is dat wel lastiger aan te tonen).
Om bekwaam te worden heb je scholing nodig. Je hebt theoretische kennis nodig maar je moet ook kunnen oefenen. En je moet getoetst worden bij het uitvoeren van de handelingen.
Je bent bevoegd als je een opleiding hebt gevolgd die vereist is voor de zorg en handelingen die je verricht. Je bent bekwaam wanneer je naast het juiste diploma of certificaat de handeling beheerst. Dit betekent dat je beschikt over zowel de vaardigheden als de bijbehorende kennis en attitude.
Daarnaast is het belangrijk dat je de handeling regelmatig uitvoert en inzicht hebt in de effecten van de handeling. Daarbij is kennis van de anatomie en fysiologie van het menselijk lichaam een vereiste. In het algemeen geldt: heb je langer dan 5 jaar een handeling niet meer verricht dan ben je niet meer bekwaam.
Bekwaamheid zorgverlener
Een zorgverlener is bekwaam als diegene: kennis heeft over de handeling, de technieken, het doel, de anatomie, de risico's, voor- en nazorg en eventuele complicaties; de handeling en bijkomende activiteiten, zoals beslissen en informeren, goed uitvoert.
Bekwaam worden: medewerkers toetsen op op relevante kennis, in een relevante context. Bekwaam voelen: bekwaam zijn is niet alleen het behalen van een toets. Het is ook het gevoel van zekerheid dat een medewerker heeft bij het uitvoeren van zijn werk, zeker als het werk risico's met zich meebrengt.
BEM-code. Het Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik (IVM) heeft hiervoor de 'BEM' (Beoordeling Eigen beheer Medicatie) ontwikkeld. Door het gebruik van de signalerings- en BEM materialen houden medewerkers vanaf de intakefase zicht op welke zorg een cliënt nodig heeft op het gebied van medicijngebruik.
Wie stelt de onbekwaamheid vast? Afhankelijk van de keuze die gemaakt moet worden, stelt een professional de wilsonbekwaamheid of handelingsonbekwaamheid vast. Bij medische beslissingen is dat een arts of rechter, bij financiële handelingen is dat een notaris of kantonrechter.
Wat is feitelijke bekwaamheid? De feitelijke bekwaamheid van een persoon is de feitelijke mogelijkheid om een bepaalde daad te stellen. Het is het 'in staat zijn' om zelf handelingen uit te voeren.
Medicijnen uitzetten is een ander verhaal, dat mag je als helpende-plus niet doen. Het toedienen van insuline (via subcutane injectie) is een voorbehouden handeling, dit mag je als helpende-plus ook niet doen. Voor de duidelijkheid: helpende-plus is geen erkende opleiding.
Als iemand wilsonbekwaam is (geworden), vraagt de arts aan een vertegenwoordiger van de patiënt om beslissingen te nemen. De patiënt kan daar van tevoren iemand voor aanwijzen. Heeft iemand dat niet gedaan, dan is een familielid de wettelijk vertegenwoordiger. Bijvoorbeeld een echtgenoot, een ouder of een kind.
Door dementie raakt iemand op een gegeven moment wilsonbekwaam. Dit betekent dat de persoon met dementie de gevolgen van zijn handelen of beslissingen niet meer goed kan overzien.
Wanneer u of uw naaste wilsonbekwaam wordt bevonden en er is geen levenstestament of volmacht opgesteld, dan krijgt u met de kantonrechter te maken. Een bewindvoerder of curator wordt dan verantwoordelijk voor financiële zaken. Voor medische zaken kunt u worden bijgestaan door uw partner of naaste familie.
Als verzorgende IG heb je niveau 3. Je kunt en mag verpleegtechnische handelingen uitvoeren, zoals injecteren, katheteriseren en een maagsonde inbrengen. Verzorgenden zonder deze opleiding zijn hiertoe niet bevoegd.
Voorbehouden handelingen
Anders zijn de risico's voor de patiënt te groot. Voorbeelden van voorbehouden handelingen zijn: chirurgische en verloskundige handelingen, injecties en narcose toedienen. Wie deze handelingen mag doen, staat in de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG).
Mag dat? Hechten is een heelkundige handeling en valt daarmee onder de categorie voorbehouden handelingen. De verpleegkundige mag de wond alleen hechten als aan alle voorwaarden voor het verrichten van voorbehouden handelingen is voldaan.
Volgens de wet BIG is het de individuele verantwoordelijkheid van de beroepsbeoefenaar ervoor te zorgen dat hij bekwaam is en blijft. Alle zorginstellingen dienen scholing te verzorgen die medewerkers de mogelijkheid bieden bekwaam te blijven of te worden. De bekwaamheid is wettelijk 5 jaar geldig.
Een helpende kan met behulp van extra scholing Helpende Plus worden. Dan leer je over medicijnverstrekking en – toediening (oraal, neus, oog/oor, huid, inhalatie), wondverzorging, steunkousen aan- en uittrekken en zorg voor mensen met een stoma of katheter.
Risicovolle handelingen zijn handelingen die bij de uitvoering van de handeling risico's meebrengen voor de cliënt. Een voorbeeld is het toedienen van de sondevoeding. Deze handeling is niet voorbehouden, maar er zijn wel risico's.
Een niet-zelfstandig bevoegde zorgverlener mag alleen voorbehouden handelingen uitvoeren als aan de volgende voorwaarden is voldaan: ■ hij/zij voert de handeling uit in opdracht van een zelfstandig bevoegde zorgverlener; ■ hij/zij is bekwaam om de handeling uit te voeren; ■ de (huis)arts (opdrachtgever) geeft (zo nodig ...
De Wet BIG is bedoeld om de kwaliteit van de beroepsuitoefening te bevorderen en te bewaken. En de cliënt te beschermen tegen ondeskundig en onzorgvuldig handelen van zorgprofessionals. Als verzorgende IG ben je zelf verantwoordelijk voor het verlenen van verantwoorde zorg.
'Volgens de Wet BIG mag een arts een andere beroepsbeoefenaar – bijvoorbeeld verpleegkundige – de opdracht geven om een voorbehouden handeling te verrichten,' aldus een woordvoerster. 'Dit gebeurt aan de hand van een uitvoeringsverzoek. ' Alleen: ACT-zwachtelen is een risicovolle handeling, geen voorbehouden handeling.