Het diafragma is één van de drie belangrijkste onderdelen van je camera waarmee je kunt beïnvloeden hoe een foto er uit komt te zien. De andere onderdelen die dit bepalen zijn de sluitertijd (hoe lang valt het licht op de sensor) en de lichtgevoeligheid (de iso-waarde).
Het diafragma speelt samen met sluitertijd en ISO-waarde in de belichtingsdriehoek een rol bij de belichting van je foto. Daarnaast bepaalt de diafragma-opening hoeveel van je beeld scherp wordt, oftewel de scherptediepte van je foto.
Door te spelen met je diafragma kun je een meer of minder scherpe voor- en achtergrond in je foto creëren. De kwaliteit van deze onscherpe delen noemen we bokeh. Het diafragma geeft je de mogelijkheid om creatief te fotograferen. Jij als fotograaf beslist wat je wel of niet scherp wilt hebben.
Diafragma-getallen
De maat (grootte) van het diafragma wordt weergegeven met een getal. Een groot diafragma is een grote opening. Hierbij hoort een laag getal. Een klein diafragma is een kleine opening.
Op een geavanceerde systeemcamera zit er bovenop het toestel meestal een wieltje waarmee je het diafragma bepaalt. Open via het scherm de diafragma-instellingen en kies de waarde die je nodig hebt. Of kies door aan het wieltje te draaien het juiste diafragma.
Met een klein diafragma wordt een kleine diafragmaopening bedoeld en een groot f-getal. Nu denk je dat je een kleine diafragmaopening moet kiezen van f 16 of f 22 voor de meeste scherpte. Dat is niet zo. De meeste scherpte krijg je door je diafragma tussen f 8 en f 11 in te stellen.
Veel objectieven fungeren het best (zijn op hun 'scherpst') bij een diafragma-opening van f/11. Check het boekje van je objectief voor de optimale waarde en doe er je voordeel mee!
Grootste diafragma staat op de lens, vaak staat er bijv. f/3.5-5.6. Dat betekent grootst diafragma is f/3.5 (als je niet inzoomt) en als je wel inzoomt is grootste diafragma f/5.6. Wel kan je altijd een kleiner diafragma kiezen, dus je kan bijvoorbeeld ook f/11 kiezen.
Als je dicht op je onderwerp staat, bijvoorbeeld op minder dan 1 meter afstand, dan ontstaat er weinig scherptediepte in je beeld. Neem je wat meer afstand, dan zul je ook meer scherptediepte in je foto terugzien.
De vuistregel is simpel: hoe kleiner het diafragma (ofwel, hoe hoger het f-getal), des te groter de scherptediepte. Zo geeft f/16 je bijvoorbeeld een grotere scherptediepte dan f/4. Dit komt omdat via een kleiner diafragma een kleinere lichtbundel de sensor kan bereiken vanaf een willekeurig punt op het onderwerp.
Het middenrif is een dun, koepelvormig laagje spier die horizontaal langs de onderkant van de ribbenkas loopt. Zijn vorm dankt het diafragma aan de plekken waar het aanhecht, te weten de onderste ribben, het borstbeen en de wervelkolom, en ook door de organen eromheen, met name het hart, de longen en lever.
Voordelen van een groot diafragma
Bijvoorbeeld f/1.8, of zelfs f/1.2. Dit betekent dat het diafragma helemaal 'open' staat en er dus veel licht binnenkomt. Dat heeft als voordeel dat je daarmee ook tijdens ingewikkelde (lees: donkere) lichtomstandigheden nog heldere en lichte beelden kunt maken.
Verkramping van de middenrif spier heeft direct gevolgen voor het functioneren van het hart-ritme systeem: bloedsomloop en ademhaling. De bloeddruk kan erdoor hoger of lager worden. Het is mogelijk dat ademnood, hoge oppervlakkige ademhaling of zelfs hyperventilatie optreed.
Start met het oefenen van de diafragma-ademhalingstechniek 3 tot 4 keer per dag, 5 tot 10 minuten per keer. Langzaamaan kun je dit aantal uitbreiden. Hoe meer controle je krijgt, hoe makkelijker de diafragma-ademhaling zal gaan.
Bijvoorbeeld een pijnlijk of branderig gevoel in de buurt van het borstbeen. Deze pijn kan uitstralen naar de rug. Ook een geïrriteerde keel, hoestklachten en oprispingen komen voor. Als maaginhoud vaak of langdurig omhoog stroomt in de slokdarm kan een slokdarmontsteking ontstaan.
Kies voor een grote diafragma-opening
Door je diafragma te openen komt er niet alleen meer licht in je camera, je verkleint ook de scherptediepte van je beeld. Wil je een foto met een wazige achtergrond, gebruik dan een grote diafragma-opening zoals f/1.8 of f/2.8 en stel scherp op je onderwerp.
DE HYPERFOCALE AFSTAND IS EEN SCHERPSTELAFSTAND BIJ EEN GEGEVEN BRANDPUNTSAFSTAND EN DIAFRAGMA, WAARBIJ DE GROOTST MOGELIJKE SCHERPTE-DIEPTE BEREIKT WORDT. INDIEN DE LENS OP DEZE AFSTAND WORDT GEFOCUST ZULLEN ALLE ONDERWERPEN VANAF DE HELFT VAN DEZE AFSTAND TOT ONEINDIG SCHERP WORDEN WEERGEGEVEN.
De cilinder van een lens met een vast diafragma wordt niet langer of ingetrokken wanneer je zoomt, wat betekent dat het diafragma hetzelfde blijft ongeacht de brandpuntsafstand. Om dit te goed laten werken, is de lens uiteindelijk meestal een stuk zwaarder dan een lens met variabel diafragma.
als trefwoord met bijbehorende synoniemen: diafragma (zn) : lensopening.
Diafragma wordt in je camera aangegeven als 'f'. Deze f-waarde kan lopen van f/1 tot f/64. Hoe hoger deze waarde wordt, des te kleiner het diafragma wordt en des te meer er uiteindelijk scherp op de foto staat (dus: hogere f-waarde = kleinere opening = grotere scherptediepte).
Maak je een portret van je hond als hij op één meter afstand staat, dan heb je misschien wel diafragma f/8 nodig om zijn hele kop scherp te fotograferen. Staat hij op vier meter afstand, dan lukt dat misschien al met f/2.8.
Er is geen gouden regel die altijd werkt, maar je kunt uit gaan van de volgende startpunten: 2 rijen mensen: f/5.0. 3 rijen mensen: f/6.3. 4 rijen mensen: f/8.0.
Het diafragma regelt hoeveel licht er op de sensor valt, de sluitertijd hoe lang het licht op de sensor valt en de ISO hoe gevoelig de camera is voor deze hoeveelheid licht.