De symptomen van parkinsonisme ontstaan doordat bepaalde zenuwen in de hersenen steeds meer beschadigd raken. Deze beschadiging leidt tot verschillende symptomen zoals: Schokken of beven van armen en/of benen, meestal in rust (tremor). Verhoogde spanning in de spieren, wat leidt tot stijfheid in de ledematen en romp.
Deze ziekte ontstaat door bepaalde medicijnen, zoals antipsychotica, lithium, medicijnen tegen misselijkheid, calciumkanaalblokkers, anti-epileptica en sommige soorten antibiotica. Je krijgt meestal last van stijve spieren en beweegt traag. Soms beven je armen of benen.
De kernsymptomen tremor, bradykinesie, rigiditeit en houdingsinstabiliteit worden soms voorafgegaan door klachten van de reuk (verminderde reuk), obstipatie, depressie en slaapstoornissen. Deze klachten zijn echter zo aspecifiek dat de diagnose parkinson in dit stadium zelden wordt gesteld.
Deze heten parkinsonisme of parkinsonsyndroom: een verzamelnaam voor aandoeningen die lijken op Parkinson. Het verschil ligt in de dopamine: bij Parkinson is de aanmaak van dopamine verstoord, bij parkinsonisme verloopt de opvang van dopamine niet goed, waardoor Parkinson medicijnen niet werken bij parkinsonisme.
Na stoppen met de medicatie gaan de symptomen meestal altijd over, ook al kan dat soms lang duren. De onwillekeurige bewegingen kunnen altijd blijven bestaan. Verschillende medicijnen die de werking van dopamine tegengaan en daardoor tot parkinsonisme kunnen leiden zijn: antipsychotica, lithium en bepaalde antibiotica.
Er is GEEN ENKEL BEWIJS dat stress Parkinson veroorzaakt. Wél verergert stress de symptomen van de ziekte. Bijvoorbeeld trillen en pijn. Hier geldt: hoe meer stress, hoe sterker de symptomen worden.
Er is geen test die kan bewijzen dat u de ziekte van Parkinson heeft. Daarom stelt uw huisarts vragen en kijkt hij of zij hoe u beweegt. Het trillen kan bijvoorbeeld ook komen door medicijnen of een essentiële tremor.
Atypische parkinsonisme is een verzamelnaam voor ziektebeelden die gekenmerkt worden door bewegingsarmoede in combinatie met balansstoornissen en/of tremoren en/of rigiditeit.
ALS begint vaak met zwakke spieren in uw armen of benen. Het kan ook beginnen met problemen met slikken of praten. De eerste klachten zijn meestal niet zo duidelijk: U bent wat onhandig: u struikelt bijvoorbeeld vaker of u kunt knoopjes niet meer goed dichtmaken.
Dit aminozuur wordt weer aangemaakt door, fonyalanine. Als je voedsel eet dat rijk is aan deze aminozuren, stimuleer je de aanmaak van dopamine. Voorbeelden van dit voedsel zijn amandelen, avocado's, bananen, zuivel, peulvruchten, zaden, noten, mager rood vlees, kip, kalkoen, zeevruchten en tofu.
De patiënt kampt met minimaal evenwichtsproblemen/vallen, stijve spieren of een tremor (in rust). Heeft de patiënt alleen last van zijn benen – moeilijk stappen zetten en evenwicht houden, met kleine pasjes lopen – dan wordt dit aangeduid met lower body parkinsonisme.
Vasculair parkinsonisme is niet erfelijk.
Andere symptomen die regelmatig voorkomen bij Parkinson:
vallen en duizeligheid. oogproblemen. pijn in ledematen. depressiviteit.
Een MRI-scan is een soort foto van de binnenkant uw hoofd. De arts ziet dan of er misschien een andere oorzaak van uw klachten is. Bijvoorbeeld een andere ziekte die lijkt op de ziekte van Parkinson of schade in uw hersenen. Dit is te zien op de MRI-scan.
Niet alle parkinson patiënten krijgen pijn maar het komt wel veel voor, met name als spierpijn, gewrichtspijn, verkramping, bewegingsdrang en zenuwpijn. Als mensen met parkinson ook last krijgen van stemmingswisselingen en depressie, kunnen zij er minder goed mee omgaan en ervaren daardoor meer pijn.
Neurologisch onderzoek
De arts doet verschillende testen om te zien hoe goed uw hersenen, zenuwen en spieren werken. De arts vraagt u bijvoorbeeld met uw ogen een voorwerp te volgen, naar een stemvork te luisteren en aan te geven wat u voelt als hij met een watje over uw hand wrijft en kleine prikjes geeft.
'Beweeg regelmatig en eet gezond' is een advies dat iederéén ter harte kan nemen. Voor Parkinsonpatiënten is het echter nóg belangrijker om uitgebalanceerd voedsel te eten. Dus veel fruit, groenten en andere complexe koolhydraten zoals graan en koren en bepaalde proteïnen.
Als je de ziekte van Parkinson hebt, is er een kans van 35 tot 55 procent dat je ook dementie krijgt. Dit wordt Parkinson dementie genoemd. Bij dementie functioneren je hersenen steeds minder goed doordat zenuwcellen of verbindingen tussen de cellen in de hersenen kapotgaan.
Emoties, aandacht en spanningen verergeren het trillen. Geleidelijk kan het trillen uitbreiden naar uw andere hand, uw armen, benen en soms zelfs naar uw kaak, tong, voorhoofd en oogleden.
Een van de meest voor de hand liggende oorzaken van vermoeidheid is dat veel activiteiten met parkinson extra moeite en energie kosten. Hiernaast kan gewichtsafname zorgen voor minder energie en meer vermoeidheid. Ook slapen veel mensen met parkinson slecht.
Parkinson is een progressieve, degeneratieve ziekte, dat wil zeggen dat de ziekte in de loop der jaren verergert. Symptomen kunnen soms voor langere tijd stabiel blijven om daarna weer te verergeren.
De medicamenteuze behandeling van de ziekte van Parkinson bestaat vooral uit levodopa en dopamine agonisten. Deze medicijnen vullen het tekort van dopamine aan of stimuleren de dopamine receptoren.