Iedereen, ook mensen met autisme, heeft drie basisbehoeften. De behoefte aan Autonomie, verBondenheid en Competentie vormen het ABC van de motivatietheorie. De behoefte aan autonomie verwijst naar het ervaren van vrijheid en keuze bij het zelfstandig uitvoeren van een activiteit.
Het is mogelijk om via de gemeente (via de Jeugdwet) begeleiding te krijgen op school, bijvoorbeeld hulp bij het plannen van huiswerk of bij de sociale interactie met andere leerlingen. In sommige gevallen kan iemand met autisme baat hebben bij een speciale school.
Wel hebben alle mensen met autisme met elkaar gemeen dat ze moeite hebben om andere mensen goed te begrijpen en aan te voelen. Omdat ze moeite hebben met overzicht en het onderscheid tussen betekenisvolle hoofd- en bijzaken, hebben ze ook veel behoefte aan vaste patronen en voorspelbaarheid.
Ideaal zijn kleine, meestal pop-up musea, speciaal gemaakt voor kinderen. Ook openlucht musea zijn een gunstige plaats om met kinderen met autisme te vertoeven. Had je graag toch naar een groter, drukker museum geweest met je kleine spruit? Denk dan goed na over wanneer je wilt gaan.
Moeite om zich in een ander te verplaatsen. Functioneel denken (Beperken tot 'logica' en missen van sociale aspecten) Moeite met inschatten andere mensen. Moeite met herkennen en onder woorden brengen van eigen gevoelens en gedachten.
Lange tijd is er twijfel geweest over het kunnen aangaan van een partnerrelatie door mensen met een Autismespectrumstoornis (ASS). Inmiddels weten we dat ook mensen met autisme behoefte hebben aan een intieme of partnerrelatie, op zoek gaan naar een dergelijke relatie en deze ook daadwerkelijk (kunnen) aangaan.
Kenmerken autisme in communicatie
Vertragingen of verstoringen in de ontwikkeling van gesproken taal. Moeite hebben met het gaande houden van gesprekken. Vooral praten tegen iemand, in plaats van met iemand. Bijvoorbeeld veel praten over eigen interesses zonder na te gaan of de ander ook daarin geïnteresseerd is.
Alles wat zij zien, horen en ervaren wordt in hun hersenen anders verwerkt. Zij hebben vaak moeite met sociale contacten en veel behoefte aan structuur en voorspelbaarheid. Daarnaast vinden ze het vaak moeilijk om andere mensen te benaderen op een 'sociale' manier, en hebben ze moeite hen te begrijpen.
Mensen met autisme kunnen niet zo goed relativeren. Ze worden gepakt door de dingen die ze ervaren, ook door hun eigen gevoelens. Als ze boos zijn, dan zijn ze boos. Ze worden overspoeld, in beslag genomen door dat absolute gevoel.
Volgens psychiater en hoogleraar autisme Wouter Staal is autisme de 'verzamelnaam voor gedragskenmerken die duiden op een kwetsbaarheid op de volgende gebieden: sociale interactie, communicatie, flexibiliteit in denken en handelen en het filteren en integreren van informatie.
Leven met autisme: een zelfstandig bestaan
Sommige mensen met autisme ontwikkelen zich zodanig dat ze zelfstandig kunnen leven. Ze hebben werk en hebben geleerd om met hun communicatieve beperkingen om te gaan. Vaak zijn dit mensen met een normale tot hoge intelligentie.
Kinderen met autisme lopen vaker op de tenen. Wanneer de kuitspieren in aanleg te kort zijn of er een afwijking in de botstructuur of de aansturing van de spieren is, kan dat een oorzaak voor tenenlopen zijn.
"In een relatie is het geven en nemen", zegt Oscar, "maar als je met iemand met autisme bent, is het vooral geven. Je krijgt nooit hetzelfde terug als van iemand die geen autisme heeft. Mensen met autisme vinden intiem contact vaak lastig. Een knuffel kan dan al een romantisch gebaar zijn.
Mensen met PDD NOS (de Engelse afkorting voor 'pervasieve ontwikkelingsstoornis, niet nader omschreven') worden wel omschreven als 'licht autistisch', maar ook daar kan men flink last van hebben. Zij zijn vaak extreem gevoelig voor prikkelingen en hebben veel last van bijvoorbeeld achtergrondgeluiden.
Autistisch denken is dingen anders waarnemen en begrijpen. Mensen met autisme ontwikkelen zich anders en gedragen zich anders omdat ze de wereld anders waarnemen en begrijpen. Menselijk gedrag wordt immers bepaald door wat we waarnemen en hoe we die informatie verwerken.
Net als ieder mens heeft ook iedere autist een eigen karakter. Ik ga uit van het goede in mensen, maar er zijn natuurlijk ook autisten met een slecht karakter. Die liegen, manipuleren, vreemdgaan, egoïstisch zijn of geweld gebruiken. Dat hoort niet bij de criteria voor autisme.
Voor kinderen met autisme kan het dus heel goed zijn om speelgoed te kiezen dat helpt om de zintuiglijke prikkels te verwerken. Dit wordt ook wel sensorisch speelgoed genoemd. Hierbij kun je denken aan een voelspel, een muziekinstrument of interactieve vloertegels die oplichten als je er op gaat staan.
'Bij autisme zijn de sociale voelsprieten anders afgesteld', legt Geurts uit. 'Mensen kunnen daardoor veel gevoeliger zijn en snel overweldigd raken door de sociale informatie die ze oppikken, of juist veel te weinig sociale informatie ophalen.
Als je autistisch bent, ziet de wereld om je heen er anders uit. Je hoort veel geluiden om je heen en ziet veel kleuren. Je hersenen kunnen al die informatie tegelijk moeilijk verwerken. Heftige beelden, veel geluiden, kleuren.
Problemen in de sociale interactie (contactstoornis)
Moeite om te begrijpen wat een ander van jou verwacht. Het niet goed kunnen aanvoelen van andere mensen. Weinig aandacht voor de ander. Dat kan zich bijvoorbeeld uiten in praten tegen iemand, in plaats van met iemand.