Je kan bananen zowel prakken als in stukjes snijden. Als je kindje door de eerste fase heen is en geen gepureerd voedsel meer hoeft te eten, kun je de Chiquita bananen iets minder fijn prakken. Als je kindje ongeveer negen maanden oud is, kun je kleine stukjes banaan aan de puree toevoegen.
Maak eerst de groentepap gaandeweg minder vloeibaar, zodat je kind speeksel moet 'bijvoegen'. De tong moet het voedsel heen en weer brengen, wat het kauwen stimuleert. Kan je baby drogere pap eten, begin dan met zachte brokjes in zijn voedsel. Je kan je baby vanaf dan ook eens een stukje brood geven.
Snijd het eten in langwerpige, handzame stukken, ter grootte van je baby's vuist. Snijd kleine fruitsoorten zoals druiven in stukjes. Gaat oma/opa of de oppas je baby eten geven, leg ze dan goed uit hoe ze dit veilig kunnen doen.
Geef kleine stukjes (denk postzegelformaat) zonder korst. Eventueel kun je het brood in wat moedermelk, opvolgmelk of slappe thee dopen, zodat je baby het makkelijker kan opeten. Stop het stukje brood in de zijkant van zijn mond, bij zijn wang.
Bananen zijn heel geschikt als eerste oefenhapjes voor je baby. De smaak van banaan is zacht en zoet. Babyvoeding maken met banaan is ook niet moeilijk. Voor het maken van een bananenhapje hoef je niet meer te doen dan hem te pellen en te prakken.
Snijd 1/4 van je banaan af. Vervolgens prak je met je vork lekker lang de banaan tot een prutje. Als het papperig is en weinig/ geen klontjes heeft, is je fruithapje klaar. Smikkelen maar.
Soms wordt beweerd dat je bepaalde soorten fruit beter niet kunt geven tot je kind bijvoorbeeld 1 jaar is, vanwege de spijsvertering of voedselallergieën. Bijvoorbeeld aardbeien of bessen. Maar alle soorten zijn geschikt.
Tussen 4 en 6 maanden kun je je baby een stukje brood geven zonder korst. Maar geef je baby pas brood zonder korst als hij gewend is aan oefenhapjes en ook wat grovere hapjes kan eten. Doop de boterham eventueel in moedermelk of flesvoeding om het wat zachter te maken.
Je kan komkommer raspen of pureren. In combinatie met ander groente en fruit is hij ook erg lekker. En natuurlijk is komkommer ook heerlijk als gezond tussendoortje voor groot en klein! Wanneer je jouw baby een reepje komkommer wilt laten ontdekken blijf er dan altijd bijzitten.
In het begin volstaat het om de boterham te besmeren met plantaardige margarine. Wil je daarnaast nog wat op de boterham doen, kies dan bij voorkeur voor smeerbaar beleg en gebruik niet te veel. Kies voor vruchten- of groentemoes, een geplet hardgekookt eitje of wat gekookte vis.
Richtlijn hoeveelheid per dag: 150 ml x gewicht in kg. Indien je baby hieraan toe is: 1 à 2 keer per dag een paar lepeltjes geprakte groente of fruit. Voorbeeld flesvoeding: weegt je baby 7 kg? Dan heeft hij ongeveer 7 x 150 ml = 1050 ml flesvoeding per dag nodig.
Door koken krijgt fruit en groente een zachtere structuur, maakt ze romigere en makkelijker te verteren. Denk hierbij maar eens aan moes of compote en velouté (romige soep). Door te koken krijgen de ingrediënten meer, minder of een andere kleur.
Hoe kun je pinda en ei geven aan je baby? Je kunt beginnen met een halve theelepel pindakaas zonder stukjes of een theelepel fijngemaakt gebakken of hardgekookt ei. De twee dagen daarna geef je elke dag steeds een beetje meer. Als dat goed gaat kun je elke week een flinke eetlepel pindakaas of ei geven aan je kind.
En: gewone melk bevat veel eiwit wat nu nog te veel belasting voor die kleine baby-niertjes kan geven. Als je kleintje 8 maanden is, kan een beetje naturel yoghurt of kwark wel, zolang borstvoeding of opvolgmelk maar de melkbasis blijft.
Hoe en wanneer maakt u hem klaar? U kunt komkommer gaar en gemixt serveren vanaf 9 maanden. Om als rauwkost te geven dient u te wachten totdat u kindje 12 maanden is.
Rasp de appel op de kleinste stand van je rasp en bouw op naar een grotere rasp als je baby ouder wordt. Vanaf 7 maanden kun je je baby ook gekookte stukjes appelpartjes geven. Als je je baby wat meer structuur wil geven kan je vanaf 8 maanden hele dunne appelpartjes snijden. Deze geef je dan ongekookt aan je baby.
Nitriet kan bij jonge kinderen ademhalingsmoeilijkheden veroorzaken. Nitraatrijke groentes zijn: andijvie, bietjes, bleekselderij, paksoi, postelein, sla, spinazie, snijbiet en venkel. Geef deze groentes niet als jouw kindje nog geen zes maanden is.
Ei kun je gekookt of geroerbakt geven. Begin met een half theelepeltje ei door het warme hapje. Als dit goed gaat kun je het langzaam uitbreiden. Geef daarna, in ieder geval het eerste jaar, minimaal 1x in de week een half ei.
Magere of halfvolle yoghurt. Vanaf 8 maanden kan een beetje als toetje wel, zolang borstvoeding of opvolgmelk maar de grootste melkbron blijft.
Krijgt je kleintje ook vaste voeding, hou dan goed in de gaten dat je schat deze aanbevolen hoeveelheden water of melk binnen krijgt: 130 – 150 ml / kg / dag tot 4 maanden. 120 – 130 ml / kg / dag tussen 4 en 8 maanden. 100 – 110 ml / kg / dag tussen 8 en 12 maanden.
Zacht fruit, zoals banaan en rijpe mango of meloen, kun je direct met een vork prakken tot een puree. Ook kun je fruit eventueel raspen. Harder fruit, zoals appel, kun je beter eerst stomen of koken, zodat het zachter wordt. Vervolgens kun je het prakken of met een staafmixer of keukenmachine pureren.
Geef het fruithapje na een voeding of tussen twee voedingen in. Het is belangrijk dat je kindje rustig en ontspannen is wanneer je hem kennis laat maken met een nieuwe smaak. Daarom kan het helpen om een fruithapje na een voeding of tussen twee voedingen in te geven.
In de eerste 6 maanden krijgt je baby genoeg vocht uit de melkvoeding. Hij heeft geen extra water nodig. Vanaf 6 maanden stap je langzaam over van borstvoeding of flesvoeding naar vast voedsel. Dan kun je ook andere drankjes aanbieden, zoals water of lauwe (vruchten)thee zonder suiker.