Een stichting heeft een bestuur en kent geen leden of aandeelhouders. Hierdoor hoeft er geen ledenvergadering plaats te vinden voordat er belangrijke besluiten worden genomen. In de statuten kan er wel bepaald worden of er een Raad van Toezicht is.
Het geld van een stichting komt binnen via donaties, leningen, subsidies en erfenissen. Een stichting heeft geen aandeelhouders.
De wet stelt een rechtspersoon (vaak) gelijk met een natuurlijke persoon. Zo kan een rechtspersoon lid zijn van een vereniging, contractspartij, erfgenaam zijn en eigenaar zijn van goederen. Ook kan een rechtspersoon een andere rechtspersoon oprichten. Bijvoorbeeld een BV die een andere BV of stichting opricht.
Een stichting kan worden bestuurd door zowel statutaire als door titulaire bestuurders of een directeur. Bij het oprichten en besturen van de stichting is het belangrijk om de verschillen daartussen te weten. Een bestuurder kan een statutaire bestuurder zijn, die is dan benoemd in de statuten en heeft een speciale rol.
Een stichting mag geen salaris toekennen aan de bestuurders, zij kunnen slechts een vergoeding voor hun kosten ontvangen. Als het besturen van de stichting een dagtaak wordt, kan dit een punt van aandacht worden. De stichting mag geen winst uitkeren aan de oprichters.
Structuur van een stichting
Een stichting moet volgens de wet een bestuur hebben. Vaak bestaat dit bestuur uit een voorzitter, secretaris en penningmeester. Soms wordt er ook een raad van toezicht aangesteld, deze controleert het handelen van het bestuur en geeft vaak advies.
De aandeelhouders zijn de eigenaren van de BV. Zij hebben aandelen in het bedrijf en daarmee een stukje eigendom. Een bestuurder kan ook aandeelhouder zijn, maar dit hoeft niet. Een bestuurder is de persoon die de BV bestuurt en vertegenwoordigd.
Bestuursleden van stichtingen en verenigingen die zijn opgericht zonder een notariële akte zijn elk hoofdelijk aansprakelijk. Elk bestuurslid kan dus aansprakelijk gesteld worden voor het volledige bedrag aan schulden.
Zelfstandige rechtsvorm
Een stichting is dus een handig instrument als je een bepaald (ideëel) doel wilt vervullen, maar er zelf niet aansprakelijk voor wilt zijn. Stichtingen komen aan geld door donaties, erfenissen, leningen en soms ook subsidies.
Een stichting kan door één (rechts)persoon worden opgericht. Het is dus mogelijk een 'gewone' stichting op te richten met één bestuurder.
De meeste stichtingen hoeven geen winst te maken. Dat betekent echter niet dat het niet is toegestaan om geld te verdienen. Stichtingen mogen zelfs, net als alle andere rechtsvormen, winst maken. Het verschil met andere bedrijfssoorten is dat een stichting deze winst wél moet inzetten ten behoeve van haar doelen.
Welke gegevens er gezien moeten worden, hangt af van de omvang van de stichting. De gemiddelde jaarlijkse kosten van een stichting voor de boekhouding liggen meestal tussen de € 600 tot € 1.800. Met een boekhoudprogramma kan de ondernemer dit makkelijk zelf en bespaart hij deze kosten.
Ook als stichting kun je personeel in dienst nemen. De stichting is dan werkgever. Het bestuur heeft een extra taak.
Verschil voorzitter en directeur
De directeur is op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaam voor de stichting. Ook wel titulair bestuurder genoemd. De statutaire bestuurder, de voorzitter, is op grond van de statuten benoemd. Hij/zij is de juridische en officiële bestuurder van de stichting.
Een stichting kent geen leden. Voor de dagelijkse gang van zaken en het nemen van beslissingen heeft de stichting een bestuur. Meestal bestaat het bestuur uit een voorzitter, secretaris en penningmeester. Dat hoeven niet altijd verschillende mensen te zijn; een enkel persoon kan ook al deze functies uitvoeren.
Winst maken met een commercieel ondernemingsdoel is niet toegestaan. Als een stichting als doel heeft om winst te maken, dan is het belastingplichtig. Vormen van stichtingen die belasting moeten afdragen zijn bijvoorbeeld sportclubs en -verenigingen en culturele instellingen.
Auto (uit)lenen of niet? Naast de kosten, zitten er nog andere nadelen vast aan het uitlenen van je auto. Als eigenaar van de auto ben je aansprakelijk voor alle schades en de meeste boetes die de bestuurder van de auto veroorzaakt.
Een stichting is een rechtspersoon. Dit betekent dat je als bestuurder in principe niet aansprakelijk bent voor de schulden. Er zijn wel uitzonderingen op deze regel.
De gemeenteraad bepaalt waar het bestuur zich op hoofdlijnen mee bezighoudt. En controleert het college van burgemeester en wethouders (college van B&W). De raad bestaat uit gekozen volksvertegenwoordigers. Het college van B&W bestuurt de gemeente; de burgemeester is voorzitter van het college.
De onaanraakbare stichtingsbestuurder (althans tot 1 juli 2021) Een statutair bestuurder van een vennootschap of van een stichting kent een andere juridische positie dan een werknemer. Zo'n bestuurder wordt niet aangenomen om onder leiding en toezicht werkzaamheden te verrichten zoals een 'gewone' werknemer.
Bestuurders van een vennootschap handelen in beginsel altijd in naam van de onderneming. De hoofdregel hierbij is dat de onderneming zelf aansprakelijk is voor haar handelen en dus niet haar bestuurders.
Een stichting mag geen uitbetalingen doen zonder dat er een tegenprestatie gedaan wordt. Dat betekent niet dat een stichting niemand mag betalen. Voor een stichting geldt dat het bestuur en de eventuele werknemers beloond mogen worden. Over deze bedragen moet wel inkomstenbelasting betaald worden.
Het doel van een stichting
Denk daarbij aan natuurbehoud, hulp aan andere mensen of het promoten van kunst en cultuur. Een stichting kan ook worden opgericht voor andere doelen. Iedereen kan een stichting oprichten: alleen of samen met anderen.
Een stichting kan niet zonder bestuur. Bij de oprichting worden één of meerdere personen benoemd. Te zijner tijd zullen er bestuurders vervangen worden. De statuten van de stichting moeten bepalen hoe deze nieuwe of andere bestuurders worden benoemd.