Weet je nog niet helemaal zeker of je plant last heeft van trips? Ga dan op de boven- en onderkant van de bladeren op zoek. Zowel de larven als volwassen trips zijn klein en langwerpig van vorm en met het blote oog bijna niet als beestjes te onderscheiden. Tik je ze echter voorzichtig aan, dan gaan ze lopen.
De trips prikt in het blad op zoek naar voedingstoffen. Deze prikken laten grijze plekken achter op het blad. Aangezien grijze plekken niet vaak voorkomen op een plant zijn de grijze puntjes een goede manier om trips te herkennen op een plant. Ook kunnen de trips je plant infecteren met een virus.
De zwarte, bruine of gele, transparante tripsen worden niet groter dan 2 mm en hebben kleine vleugeltjes. Als een trips volwassen is herken je 'm vooral aan de strepen die dwars over het lijfje lopen en zijn vleugeltekening. Larven herken je aan hun gele, witachtige kleur en ze leven dicht op elkaar.
Tripsen houden niet van een hoge luchtvochtigheid, om van trips af te komen wordt er aangeraden de luchtvochtigheid te verhogen of de plant regelmatig te besproeien met water. Om goed te kunnen waarnemen hoeveel trips er aanwezig is gebruik je gele vangplaten waarop de trips zal vastplakken.
De trips en larve van de trips zitten vaak bij elkaar in de buurt in kleine groepjes. Je zoekt dus naar kleine bruine/zwarte streepjes en beige puntjes. Wil je zeker weten dat het om trips gaat en niet om een vuiltje? Tik dan voorzichtig tegen het beestje aan, hierna zetten ze het meestal op het lopen.
Bij spint zie je in het begin gele puntjes op de bladeren die later overgaan in gele of bruine plekken. Deze plekken zijn bij trips ook mogelijk maar hebben vaker een grijze of zilverachtige kleur. De grootste verschillen in het schadebeeld zijn: Bij trips zie je zwarte puntjes, de uitwerpselen.
Tripsen gevaarlijk voor mensen
Een trips kan virussen bij zich dragen en deze ook overdragen op mensen. Wij raden dan ook altijd aan om handschoenen te dragen als je tripsen gaat bestrijden.
Een volwassen vrouwtje leeft zo'n 75 dagen. In onderstaande overzicht is te zien dat de tripsen zich zowel in de bodem als op de planten begeven. Tripsen komen in kassen en binnenruimtes het hele jaar voor.
Trips voorkomen
Tripsen houden van droge lucht, dus in een vochtige ruimte zul je ze minder snel aantreffen. Je kunt tripsgevoelige planten, zoals Monstera, Ficus, Anthurium en palmsoorten, daarom regelmatig een sproeibeurt geven. Daarnaast hebben gezonde planten minder last van plagen.
Bovendien zijn er veel verschillende tripsen soorten en veel teelten die door trips kunnen worden getroffen; denk maar aan de groenteteelt, sierteelt, kamerplanten en kleinfruit. Algemeen kan je stellen dat tripsen langwerpige, smalle insectjes zijn die tussen 1 en 2 mm groot zijn.
Trips herkennen
Tripsen zijn hele kleine insectjes met vleugels, daarom zijn ze zo hardnekkig. Ze kunnen niet per se goed vliegen, maar gebruiken hun vleugeltjes wel om op andere planten of bladeren over te springen.
Spint is verre familie van de spin. Onder een loep lijken ze ook op kleine spinnetjes, maar met het blote oog zie je vaak kleine zwarte, gele of witte stipjes op je kamerplant zitten. Ze maken kleine webjes tussen de nerven van je planten en ontrekken de plant van voedingsstoffen.
Wat te doen als onweersbeestjes in huis terecht komen? Bij warm en vochtig weer doet u er goed aan de graantripsen zoveel mogelijk uit huis te houden. Bijvoorbeeld door deuren en ramen gesloten te houden of zo mogelijk horren te plaatsen. Dringen ze toch tot in huis door, dan kan de stofzuiger uitkomst bieden.
Omdat ze niet goed kunnen vliegen en thermiek nodig hebben om hoog in de lucht te komen, blijven ze massaal aan de grond als het windstil is en drukkend warm.
Spint is een infectie van mijten op de plant. Het zijn zeer kleine mijten ter grote van een speldenkop, waardoor ze lastig te zien zijn. Ze tasten de plant aan door de voedingsstoffen te onttrekken aan de kamerplant, zodoende krijgt de plant zelf minder voeding. Spint is een infectie van mijten op de plant.
Tripsen of donderbeestjes zijn zeer kleine gele, bruine of zwarte insecten van ongeveer 2 mm groot. Ze voeden zich met het sap van planten. Alle tripsen behoren tot familie van de thripidae, maar sommige soorten hebben het eerder gemunt op moestuinplanten en andere op fruitplanten.
Bladluis is te herkennen als een kleverige schimmel die aan de onderkant van bladeren voorkomt. Dit zorgt ervoor dat planten en bloemen niet goed meer kunnen uitkomen en dat is natuurlijk erg zonde.
Hoe warmer, hoe sneller. Een volwassen trips leeft ongeveer 75 dagen en een vrouwtje legt dan zo'n 2 tot 5 eieren per dag.
Strooi een laagje koffiedik, thee, tabak of zand op de potgrond van de planten. Dit kan de volwassen rouwmuggen weghouden. De larven zitten echter nog in de grond en gaan zich ontwikkelen tot een volwassene rouwmug. Het zijn dus niet de volwassene vliegjes die het probleem vormen, zij leven maar enkele dagen.
Bestrijd spint door de plant te bespuiten met een mengsel van water, groene zeep en spiritus. De verhouding tot het water is 2 procent groene zeep en 1 procent spiritus. Het is verstandig om dit vooral in de avonduren te doen, dan komen vaak de eitjes uit en vergiftig je gelijk de jongste beestjes.
Net je kozijnen in de verf gezet, je beddengoed buiten gehangen of je bent onderweg op de scooter en alles zit onder de zwarte puntjes lijkt het wel. Die zwarte puntjes blijken te leven, want er zit beweging in. Dat zijn Tripsen, ook wel bekend als onweersbeestjes. Ze zijn donkerbruin / zwart van kleur en maar 1-2 mm.
De enig afdoende bestrijdingsmethode van stofluizen bestaat uit het opruimen of drogen van het materiaal waarin de schimmels voorkomen en de ruimte waarin zij zich bevinden. Dit laatste kan door flink te luchten bij droog weer of eventueel door de ruimte droog te stoken. Toepassing van insecticiden heeft geen zin.
Wil je in je woonkamer liever niet aan de slag met roofmijten, dan kun je ook spint bestrijden met een zelfgemaakt huismiddel. Maak een mengsel van een liter water, 20 gram groene zeep of afwasmiddel en 20 gram azijn en sproei dit dagelijks op je plant.
Je kunt ook een mengsel maken van zeep, azijn en water om spint te bestrijden. Meng 20 gram azijn en 20 gram groene zeep (of dreft) met een liter water. Vervolgens besproei je de aangetaste bladeren 1 keer per dag.
Spint houdt van hoge temperaturen en een lage luchtvochtigheid. Dat is ook de reden dat een spintplaag zich vooral in de bloeifase ontwikkelt, wanneer jij de luchtvochtigheid naar beneden brengt om toprot te voorkomen. Spint houdt niet van een luchtvochtigheid boven de 60%, dat vinden ze verschrikkelijk.