De APA-richtlijn beschrijft dat bij het starten van de behandeling of bij starten van gewichtstoename 30-40 kcal per kg lichaamsgewicht per dag (gemiddeld 1000-1600 kcal/dag) wordt gehanteerd. Vervolgens wordt dat opgehoogd tot 70-100 kcal/kg/dag.
In principe kun je twee maanden in leven blijven zonder te eten. Maar daarmee is ook alles gezegd, want goed zul je je niet voelen. Zodra je niet meer eet slaan de vermoeidheid en duizeligheid al snel toe.
Jongeren met een eetstoornis hebben vaak een negatief zelfbeeld. Als ze controle hebben over hun gewicht, geeft dat ze een gevoel van eigenwaarde. Het afvallen geeft een gevoel van controle en het gevoel dat ze ergens goed in zijn. Meestal houden ze hun eetprobleem zo veel mogelijk geheim.
We speken van anorexia als iemand consequent het lichaamsgewicht op of onder de 85% houdt van het gewicht dat normaal verwacht mag worden. Bij volwassenen komt dit neer op een Body Mass Index (BMI) van maximaal 17,5.
Tegen iemand met een eetprobleem zeggen dat hij of zij "gewoon even moet eten" heeft geen enkele zin. Ook complimentjes geven wanneer iemand weer aangekomen is, kan verkeerd uitpakken.
Er worden 2 types anorexia onderscheiden: het beperkende type en het purgerende type. Bij het beperkende type anorexia ligt de nadruk op het onder controle houden van het gewicht door (te) weinig te eten en overmatig te sporten. Het purgerende type staat ook wel bekend als het gemengde type.
Anorexia is een psychische stoornis die niet van de één op de andere dag ontstaat. Vaak begint het onschuldig: iemand wil een paar kilo kwijt en gaat daarom lijnen of laat het lekkers staan. Een eetprobleem sluipt er vervolgens stilletjes in. Ook kan anorexia nervosa ontstaan vanuit psychische problemen.
Bij anorexia vermager je meestal, terwijl je gewicht bij boulimia dikwijls niet veel verandert. Bij boulimia wisselen diëten, eetbuien en braken of laxeren elkaar af. Tijdens een eetbui eet je in een korte tijd overmatig veel. Hierna voel je je vaak schuldig.
Bij anorexia voel je je dik, terwijl je juist te weinig weegt. Je probeert af te vallen door weinig te eten of veel te bewegen. Dat geeft een gevoel van controle, kracht en zelfvertrouwen. Anorexia is een ernstige ziekte.
Begeleid en ondersteun de patiënt zonodig bij het accepteren van het naderende levenseinde. Blijf met hem in contact en vraag je zelf geregeld af wat je voor hem kunt betekenen in deze laatste levensfase. Blijf de patiënt de zorg en verzorging bieden die hij nodig heeft.
Je wisselt eetbuien en te weinig eten af
Aan de ene kant eet je veel te weinig en aan de andere kant heb je ongecontroleerde eetbuien. In een korte tijd werk je een grote hoeveelheid voedsel naar binnen. Vervolgens voel je je vaak schuldig en wil je al die calorieën weer kwijt.
Een normaal eetpatroon bestaat uit regelmatig en voldoende eten. Elke dag drie hoofdmaaltijden: ontbijt, lunch en diner inclusief twee of drie gezonde tussendoortjes zoals yoghurt, een mueslireep en fruit.
Veel mensen omschrijven de eetbui als een 'roes' waar ze in zitten. Het eten kan zo snel naar binnen gaan dat het helemaal niet meer uitmaakt wat je eet, en ook niet of het lekker is, want zelfs de smaakpapillen worden beïnvloed door deze eetstoornissen.
Tussen de 5 en 10% van de patiënten overlijdt aan de gevolgen van deze ziektes (door slechte lichamelijk conditie of suïcide). Van alle psychiatrische ziekten overlijden de meeste mensen aan Anorexia Nervosa. De ziektes duren gemiddeld 6-7 jaar, met een spreiding van een half jaar tot een tiental jaren.
De anorexiapatiënten bleken een grotere orbitofrontale cortex en insula te hebben. De orbitofrontale cortex heeft te maken met het krijgen van een verzadigd gevoel na het eten van een bepaald type voedsel. Vermoedelijk zorgt een grotere orbitofrontale cortex ervoor dat mensen met Anorexia sneller stoppen met eten.
Anorexia nervosa (anorexia) komt meestal voor tussen de leeftijd van 14 en 24 jaar. Boulimia nervosa (boulimie) komt doorgaans voor tussen 16 en 20 jaar.
Er zijn verschillende oorzaken waardoor je minder trek kunt hebben, denk aan: verandering van smaak- en geurwaarneming, medicijngebruik, ziekte, weinig beweging, je alleen voelen en moe zijn.
Je kunt daardoor last hebben van beven, wazig zien, duizeligheid, hartkloppingen en hartritmestoornissen en zelfs een hartstilstand. Na verloop van tijd kunnen botafbraak, oedeem en spierzwakte optreden. Een krimpende maag, waardoor je steeds minder kunt eten. Een verstoord honger- en verzadigingsgevoel.
Soorten eetstoornissen zijn bijvoorbeeld anorexia nervosa, boulimia nervosa en de eetbuistoornis binge eating disorder, afgekort BED.
Er zijn geen medicijnen die je kunnen genezen van anorexia. Medicijnen zullen daarom alleen ingezet worden als ondersteuning van therapieën en andere behandelingen. Als je naast anorexia nog een andere ziekte hebt die je behandeling moeilijker maakt, dan kun je medicijnen krijgen tegen deze bijkomende ziekte.