De roofblei is een zijdelings afgeplatte gestroomlijnde vis, met een puntige kop. Het oog is kleurloos en de bek is groot voor een karperachtige. Wat opvallend aan deze roofvis is, is dat hij geen tanden heeft. Wel heeft hij aan de punt van de onderkaak een verdikking, die precies in het kuiltje in de bovenkaak past.
Roofblei jaagt op kleine visjes. Het beste kan je dan ook met klein kunstaas vissen. Favoriet zijn kleine pluggen zoals de Salmo Thrill, De Fox Rage Slick Stick, de Salmo Hornet, kunstaas lepels en spinners zoals de tailspinners van SpinMad en de ASP spinner.
Heb eens een recept gelezen voor roofblei. Vis opensnijden,schoonmaken,kruiden en verpakken in een krant. Daarna stoven, krant openvouwen,vis eruit en de krant opeten. Slamat makan!
Kunstaas pluggen. Pluggen waar je goed roofblei mee kan vangen zijn de Salmo Hornet (ongeveer 5 centimeter, ook de ratelende versies), de Salmo Sparky Shad, de Savage Gear Fat Vibes, en pluggen uit de reeks van de Spro Ikiru Crank.
Roofblei stekken
Rivieren zoals de IJssel, de Vecht, de Rijn, de Maas en de Waal hebben allemaal een gezond roofbleibestand. Ze worden ook gevangen in stilstaand water zoals havens en poldersloten, maar de roofblei vinden op stromend water is toch veruit het makkelijkste. Roofbleien zijn opportunistische jagers.
Doorgaans werkt het bij het vissen op roofblei het beste als het kunstaas met een flinke snelheid wordt binnen gedraaid. Het is dan ook verstandig om een werpmolen te kiezen met een hoge inhaalsnelheid.
Aas voor winde
Brood is een perfect aas de winde omdat het drijft, goedkoop is, en door de witte kleur goed opvalt. Stukjes brood worden enthousiast gegeten door de winde, vaak in een hoog tempo.
Het vlokvissen volgens ouderwetse methode is met ongeveer 0,12 of 0,14mm nylon, maar daar moet ik niet meer aan denken, je verspeelt dan veel te veel vis!! De eenvoudige montage bestaat een uit vlokdobbertje met een centraal gat, een klein korrelloodje strak boven de dobber en een klein korrelloodje eronder.
Ga je aan een toegankelijk, klein water vissen, dan heb je geen lange hengel nodig. Ga je echter aan een water vissen met veel obstakels langs de oever zoals rietkragen, dan is een langere hengel wel nodig om daar overheen te komen. Voor het vissen met kunstaas is een hengel van 2.10 meter het meest gemiddelde.
Verschillende stekken
De IJssel kenmerkt zich door de talloze rivierkribben – doorgaans dé aangewezen stek voor de sportvisser. Vanaf hier heb je de mogelijkheid om vol in de stroming (barbeel, meerval) te vissen, maar ook buiten de hoofdstroom, in de kribvakken.
Op stillevens uit de zeventiende en achttiende eeuw werd de barbeel vaak in beeld gebracht; wat erop wijst dat de soort gewaardeerd werd als consumptievis. Vandaag wordt de barbeel niet meer gevangen voor grootschalige consumptie.
De jonge dieren voeden zich met macrofauna zoals vlo- en rivierkreeften. Volwassen meervallen eten hoofdzakelijk vis, ook staan andere soorten op het menu zoals amfibieën en watervogels.
Voor het vissen op snoekbaars is een roofvismolen van de maat 2500 voor een 2.40 hengel ideaal en een 3000 molen is het mooiste bij een 2.70m hengel. Verder mag het molentje lekker licht zijn, je staat er immers heel de dag mee te gooien.
Je hoeft dus niet perse een roofvis hengel te gebruiken maar ook een karperhengel kan gebruikt worden bij het doodaasvissen als snoekhengel. Mocht je nog geen molen of reel hebben dan ben je vrij in de techniek die je gaat gebruiken voor het snoeken.
Reeds behandeld, snoekbaars is lichtschuw en dus hoe dieper, hoe minder licht er door dringt. Daarbij mogen ze met koudere omstandigheden maar wat graag dieptes op zoeken, tot wel 25 meter, puur om de elementen te vermijden.
Tip 3: Gebruik het juiste kunstaas
Om de een of andere reden zijn snoekbaarzen verzot op shads. Snoeken kun je vangen met pluggen, jerkbaits, shads, spinners, eigenlijk alles wel.
In grote delen van Centraal-Europa, in het bijzonder Polen en Hongarije, wordt de karper wel gegeten. De vis wordt verwerkt in vissoep of in moten gepaneerd en gebakken. Ook in Oost-Azië is de vis populair.
Grote rietvoorns hebben een relatief grote bek waardoor je niet echt bang moet zijn om een behoorlijke vlok te gebruiken. Kneed in eerste instantie een vlok van ongeveer 2 centimeter groot. Komen er alleen kleine rietvoorns op je aas af of sla je steevast mis, schakel dan over op een kleinere haak en dito vlok.
Goede droge vliegen voor de ruisvoorn zijn bijvoorbeeld de Red Tag, Adams, Sedge en Palmer gebonden op een haak maat 12 tot 14. Goede nimf patronen zijn bijvoorbeeld goudkopnimfen of een Phaesant Tail.
De winde wordt tussen het 3e en het 7e levensjaar geslachtsrijp bij een lengte van circa 30 cm. De maximale lengte die bereikt kan worden ligt rond de 80 cm.
De windes eten daarnaast graag allerlei insecten in en rond het water. Zo staan o.a. muggenlarven, muggen en wormen op hun menu. Verder lusten ze ook wel kleine visjes en eigen eitjes. Het visvoer is te verkrijgen bij iedere vijver specialist en tuincentra in de buurt.
In Nederland is de winde een vrij algemene vissoort in de grote rivieren en de daarmee verbonden wateren. Deze vis kan ongeveer 70 centimeter groot worden.
Snoekbaars vissen vanaf de kant doe je vooral met kunstaas shads. Je werpt de shad in, draait de lijn strak en draait hem met een aantal slagen van je vismolen naar je toe. Dan wacht je even om vervolgens weer met een aantal slagen van je vismolen de shad naar je toe te halen. Je kan hierbij ook je hengel wat bewegen.
Als je op pad gaat om snoekbaars te vangen kies dan bijvoorbeeld de vroege ochtenduren of het begin van de avond. In deze schemerperiode is de snoekbaars tot kort onder de kant actief om zijn maaltje bij elkaar te roven.
Snoekbaars vissen natuurlijk aas
Dode visjes en stukjes vissen worden door ruim 40% genoemd als het beste aas voor het snoekbaars vissen. Een dood visje is hierbij favoriet en scoort nauwelijks lager dan de nummer 1 aassoort shads en andere softbaits.