Als ruiter of menner ben je in het verkeer een bestuurder. Voor jou gelden dan dezelfde voorrangsregels als voor fietsers, bromfietsers en autobestuurders. Rechts heeft dus altijd voorrang, tenzij anders is aangegeven.
Degene die op dezelfde hand een snellere gang heeft en/of zijgangen rijdt heeft altijd voorrang (en dus ook de hoefslag).
Ruiters in draf of galop op de linkerhand hebben voorrang op ruiters in draf of galop op de rechterhand. Het is echter niet de bedoeling om deze voorrang af te dwingen. Snellere gang heeft voorrang op langzamere gang. Als men op dezelfde hand rijdt, geldt altijd dat de snellere gang voorrang heeft.
Ruiters en koetsiers zijn bestuurders.
Volgens onze verkeerswetgeving (Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990) zijn ruiters en koetsiers bestuurders. Dat geldt ook voor geleiders van rij- en trekdieren en vee. Bestuurders zijn immers alle weggebruikers, behalve voetgangers.
Het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (het RVV natuurlijk, wie kent het niet?) schrijft voor dat ruiters het ruiterpad moeten gebruiken of de berm of rijbaan, als een ruiterpad ontbreekt. De plaats op de weg waar je als ruiter zou moeten rijden, is volgens het RVV zo veel mogelijk rechts.
Het dragen van een veiligheidshelm is voor veel ruiters tegenwoordig een vanzelfsprekendheid. Vanaf 1 januari 2021 wordt dit op alle KNHS evenementen voor alle niveaus een verplichting. Met name in de hogere dressuurklasses en in het mennen zagen we ook nog wel eens een hoed of pet als hoofddeksel voorbij komen.
van de wegcode bepaalt dat buiten de bebouwde kom, de maximumsnelheid beperkt is tot 120 km/u op autosnelwegen en op openbare wegen verdeeld in vier of meer rijstroken waarvan er ten minste twee bestemd zijn voor iedere rijrichting, voor zover de rijrichtingen anders dan door wegmarkeringen gescheiden zijn. OPGELET !!
Plaats op de weg
Op voetpaden, stoepen, fietspaden en fietsstroken mag je niet komen, ook niet als je naast je paard loopt. Dit alles geldt ook voor menners. Tot slot: rijd je op de rijbaan, dan mag je niet naast elkaar rijden. Als ruiter of menner ben je in het verkeer een bestuurder.
Neen. Als fietser heb je geen voorrang op een zebrapad. Wil je toch genieten van deze voorrang, stap af en steek de straat te voet over. Wil je over het zebrapad fietsen, wacht totdat je op een veilige manier kan oversteken zonder hierdoor andere weggebruikers te hinderen.
Als u keert op de weg moet u het overige verkeer voor laten gaan. U mag niemand hinderen. Let goed op het overige verkeer.
Binnenbeen en buitenbeen
Als je linksom rijdt, noemen we dat 'op de linkerhand'. Je rechterhand en je rechterbeen zijn dan aan de kant van de wand of het hek, dat zijn dus je buitenhand en je buitenbeen. Je linkerhand en linkerbeen we noemen dan je binnenhand en je binnenbeen.
Een stopbord is een verkeersbord. De bestuurder die het bord nadert moet stoppen en moet voorrang verlenen aan alle bestuurders op de kruisende weg. Het bord komt dus voor bij het naderen van een voorrangsweg of voorrangskruispunt.
Bestuurders van een paard moeten het ruiterpad gebruiken als dat er is. Als er geen ruiterpad is mogen bestuurders van een paard in de berm of op de rijbaan lopen. Het fietspad is formeel niet toegestaan. Kies de voor u meest veilige en comfortabele plek op de weg.
Een ruiter is de 'bestuurder' van een paard en heeft dus als weggebruiker rechten en plichten. Ruiters zijn onderworpen aan alle voorschriften van het verkeersreglement.
Inmiddels is de wet al weer jaren terug veranderd. Fietsers worden nu, net als auto's en scooters door de wet aangezien als 'bestuurders'. Zij zijn wat betreft de voorrangregels gelijk gesteld met motorvoertuigen. Een auto van links moet een fietser van rechts voorrang verlenen.
Bestuurders mogen zwakke weggebruikers niet in gevaar brengen en moeten hun in de meeste gevallen voorrang verlenen. Zo moeten bestuurders bijvoorbeeld stoppen aan een zebrapad. Ook moeten ze extra aandachtig zijn in speelstraten of op oversteekplaatsen voor fietsers en voetgangers.
Voorrangsregels voor voetgangers
Bestuurders moeten voetgangers die oversteken of op het punt staan dit te gaan doen, voor laten gaan. De boete voor het niet voor laten gaan is in 2022 € 410. Wil je als voetganger rechtdoor terwijl een bestuurder afslaat, dan moet de bestuurder je voor laten gaan.
Wij raden aan een tok te dragen die strookt met de huidige veiligheidsmaatregelen. Zelfs als jouw gids of andere ruiters geen tok dragen, mag dit jouw beslissing niet beïnvloeden. Het is jouw hoofd! Op bepaalde tochten is een tok zelfs verplicht.
Eenmalige kosten
Een pony kost 150 tot 5.000 euro. Een paard dat opgeleid is, kost gemiddeld tussen de 4.500 en 10.000 euro. Voor sportpaarden betaal je nog meer.
Met het Ruiter- of Menbewijs op zak heb je als ruiter of menner aangetoond verantwoord met het paard om te kunnen gaan, de basis van het paardrijden goed onder de knie te hebben en veilig op de openbare weg en in de vrije natuur te kunnen rijden. Daarnaast heb je geleerd hoe een paard adequaat verzorgd moet worden.
Artikel 7.3 van de Wegcode verbiedt het verkeer te hinderen of onveilig te maken door voorwerpen, stoffen of zwerfvuil achter te laten of te laten vallen. Een sporadisch mestspoor valt ons inziens niet onder deze bepaling aangezien dit vreemd is aan het menselijk handelen.
Over het algemeen ziet men een paard dat de 15 jaar is gepasseerd als een paard van oudere leeftijd. Is het paard ouder dan 20 jaar dan noemt men dit paard bejaard. Er zijn gevallen bekend van paarden die de leeftijd van 40 jaar bereikt hebben, gemiddeld gezien wordt een paard ongeveer tussen de 20 en 25 jaar oud.
Hoeveel uur beweging moet mijn paard minimaal hebben per dag? Een paard dient minimaal 2 keer per dag buiten de stal te komen. Bijvoorbeeld 1 keer voor de training en 1 keer minimaal 1 uur weidegang of vrije beweging in een paddock.