Dit staat in artikel 1 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens: "bestuurders: alle weggebruikers behalve voetgangers". Alleen voor voetgangers gelden dus bijzondere verkeerregels en voorrangsregels. Voor fietsers niet! Een fietser van rechts heeft dus voorrang, ook op een auto of scooter.
Inmiddels is de wet al weer jaren terug veranderd. Fietsers worden nu, net als auto's en scooters door de wet aangezien als 'bestuurders'. Zij zijn wat betreft de voorrangregels gelijk gesteld met motorvoertuigen. Een auto van links moet een fietser van rechts voorrang verlenen.
De voorrang van rechts is universeel.
Ook op fietsers zijn de voorrangsregels van toepassing. Ook fietsers moeten dus voorrang verlenen aan het verkeer dat van rechts komt. Ook daar is een goede reden voor. Het verkeer is een kwestie van vertrouwen.
Op kruispunten waar een doorlopend fietspad is, moet je als bestuurder (ook als fietser!) voorrang verlenen aan de fietsers en andere weggebruikers (zoals bv. skaters of rolstoelgebruikers) die op het fietspad rijden , ook al kom je als bestuurder zelf van rechts ten opzichte van wie zich op het fietspad bevindt.
Bestuurders zijn alle weggebruikers, behalve voetgangers. Dus een fietser die links afslaat, moet een auto die dicht achterop komt en rechtdoor gaat, voor laten gaan.
Het idee dat fietsers nooit schuld hebben bij een aanrijding met een auto, klopt niet. Onder fietsers vallen gewone fietsen en e-bikes met trapondersteuning tot 25km/u. De speciale bescherming van 'zwakke verkeersdeelnemers' wordt geregeld in Artikel 185 van de Nederlandse Wegenverkeerswet 1994 (art.
Fietsers moet zich aan de verkeersborden en verkeersregels houden. Zo moeten zij op het fietspad rijden. Als er geen fietspad is, moeten zij rechts op de rijbaan rijden. Voor een elektrische fiets (of e-bike) gelden dezelfde verkeersregels als voor een gewone fiets.
Alle fietsers in groep moeten zich aan de wegcode houden. Dit wil zeggen dat ze niet door het rode licht mogen rijden, de groep geen voorrang heeft aan een oversteekplaats voor fietsers en iedereen moet stoppen en voorrang verlenen aan een zebrapad waar voetgangers willen oversteken.
Basis regel is simpel: een voetganger heeft nooit voorrang, die laat je voor gaan. Voorrang is geregeld tussen bestuurders onderling, een auto geeft een auto voorrang, een fietser een bus, een scooter een vrachtwagen etc..etc.. Een voetganger is geen bestuurder, en zal daarom niet tot deze groep gerekend worden.
Voorrang hoofdregels
Als jij als bestuurder van rechts bent dan heb je voorrang, maar dit geldt in gevallen waar er geen voorrangsbord of tekens aanwezig zijn. Ook fietsers van rechts hebben voorrang, want ze zijn ook bestuurders. Dus voor voetgangers geldt dit niet.
Sinds 2001 hebben fietsers van rechts op een gelijkwaardige kruising gewoon voorrang, net zoals andere bestuurders die van rechts komen.
Als je loopt met de fiets in de hand, word je in principe niet gezien als bestuurder, maar als voetganger. In 1987 was er iemand die dronken aan het steppen was op de fiets, ook hier werd echter korte metten meegemaakt; ook als men stept op de fiets, ben je bestuurder (en dus strafbaar).
Je mag met de auto een fietsstraat inrijden, maar je mag er niet sneller rijden dan 30 km/u. In een fietsstraat mag je met de auto of andere motorvoertuigen geen fietsers inhalen.
Na een aanrijding met een fiets gaat de eerste zorg uit naar de fietser. Soms is het bellen met 112 noodzakelijk bij dit soort aanrijdingen. Bel bij twijfel altijd het alarmnummer. Iedere seconde kan tellen bij een medisch noodgeval.
Rechts heeft voorrang, met uitzonderingen
Bestuurders verlenen voorrang aan van rechts komende bestuurders. Er zijn een aantal uitzonderingen. Bestuurders op een onverharde weg verlenen voorrang aan bestuurders op een verharde weg. Bestuurders verlenen voorrang aan een tram.
Kom je aan kruispunt met één of meerdere openbare wegen en is er geen specifieke aanduiding van wie voorrang heeft, dan geldt altijd de voorrang aan rechts. Die regel is van toepassing op alle bestuurders die ten opzichte van jou van rechts komen, dus ook op fietsers en bromfietsers.
Je mag uit je zelf voetgangers altijd voorrang geven, al staat er een verkeersborden voorrang voor jou als bestuurder. Je mag het voor dat moment negeren. Vooral kinderen of ouderen kunnen liever voorrang krijgen. Als jij stopt zien de rest het gelijk in dat het nodig is.
Een fietser heeft voorrang op het fietspad. Een fietspad is het deel van de openbare weg dat afgebakend is door twee evenwijdige witte onderbroken strepen en dat niet breed genoeg is voor het autoverkeer.
Als je een bijzondere manoeuvre uitvoert, een uitrit verlaat of een inrit inrijdt, moet je voetgangers voor laten gaan. Voetgangers op een zebrapad moet je voor laten gaan als ze oversteken of op het punt staan om over te steken. Wie een zebrapad gebruikt of aanstalten maakt om het te gebruiken heeft altijd voorrang.
Vaak is het asfalt van een fietsstrook rood. De rode kleur heeft geen wettelijke betekenis. Wanneer de strook alleen rood is, (in Nederland: zonder fietssymbool), dan wordt de strook officieel fietssuggestiestrook genoemd, en kunnen andere voertuigen er ook gebruik van maken.
Als je links of rechts wilt afslaan, moet je altijd je hand uitsteken. rechterhand uit. iemand op de rechterstoep en/of rechts op de rijbaan loopt. In dat geval geldt de regel: rechtdoor op dezelfde weg gaat voor: je moet de voetganger dan voor laten gaan, voordat je afslaat.
Richting aangeven bij het oprijden van een rotonde
Op dezelfde manier als bij kruisingen. Dus naar rechts (richtingaanwijzer naar rechts), rechtdoor (richtingaanwijzer uit) of naar 'links' en dus driekwart (richtingaanwijzer naar links).
Fietsers moeten altijd hun stuur vasthouden en hun voeten op de pedalen houden. Fietsers mogen tijdens het rijden geen gsm gebruiken die ze in de hand houden. Fietsers mogen zich niet laten voorttrekken. Je hond uitlaten terwijl je zelf op de fiets zit, is verboden.
Wettelijk is de kwetsbare voetganger en fietser beschermd in het verkeer. Dit is vastgelegd in artikel 185 Wegen Verkeers Wet.
Als fietser moet u in het donker en bij slecht zicht een voorlicht en achterlicht aan hebben. U mag hiervoor ook losse lampjes gebruiken. Daarnaast moet de fiets reflectoren hebben op de achterkant, trappers en wielen of banden.