Een jaarlijkse kalkgift (magnesium houdend), na de herfst, verdient de aanbeveling om verzuring van de grond te voorkomen en het kalkgehalte zo nodig te verhogen. Een 2 jaar oude hoogstamfruitboom geef je een paar handjes vol. Een 25 jaar oude fruitboom krijgt jaarlijks een halve emmer vol (1 kg) met kalk.
Een handje per fruitboom is meer dan voldoende. Verspreid het handje kalk (vaak in korrelvorm, dat is prima) zo'n 10 à 20 cm van de stam vandaan. Kalk is in ieder tuincentrum te verkrijgen, en ook bij ons in de winkel.
Vooral zand- en veengronden hebben hier veel last van. In zuren gronden zijn veel voedingsstoffen geblokkeerd en kunnen ze dus door de plant niet worden opgenomen. Een goede bekalking kan dit verhelpen. Gebruik bij voorkeur zachte en langzaam werkende koolzure kalk, zoals zeewierkalk of magnesiumkalk.
Gebruik ook voor je fruitbomen organische meststoffen
Koemest, kippenmest, champignonmest, beendermeel, bloedmeel ... vormen de grondstoffen voor organische meststof. De belangrijke voedingselementen voor je fruitbomen of fruitstruiken worden langzaam vrijgegeven door de organische meststoffen.
Een appelboom heeft in de regel geen kunstmest nodig en kan goed uit de voeten met gedroogde koemest. Zoals bij andere fruitbomen bemesten kun je de grond in februari verrijken met kalkkorrels. Hierdoor wordt de mest beter opgenomen.
Kalk heeft ook de eigenschap de grond minder zuur te maken: kalk maakt de pH waarde van de grond hoger. Kalkminnende planten zoals de vlinderstruik, buxus, clematis, druif, lavendel, seringen, gazongras en rozen groeien graag op een bodem met een hogere pH-waarde.
Een niet te zure, humusrijke bodem is ideaal voor fruitbomen en fruitstruiken. Je kan een lichte korrelige structuur aan je grond geven door er een organische bodemverbeteraar of Horta kwaliteitspotgrond onder te mengen. Zo kan de grond veel zuurstof opnemen en voedingsstoffen en water beter vast houden.
Veel mensen doen het, maar het is belangrijk om op meerdere zaken te letten. Zo hebben niet alle planten kalk nodig. Sterker nog, er zijn planten die juist minder goed ontwikkelen wanneer er kalk wordt gestrooid.
Andere organische meststoffen voor groenten en fruit
Om de grond te verbeteren gebruikt men uitsluitend organische meststoffen zoals koe- en paardenmest. Maar ook compost, brandnetelgier en hoornmeel (slachtafval) kunnen groente en fruit doen groeien.
Door humus aan je grond toe te voegen, zorg je voor een goede bodem, die het water en voedsel vasthoudt en geleidelijk aan de wortels van de boom afgeeft. Complete bemesting bestaat uit de volgende voedingsstoffen: Stikstof, Fosfor, Kalium, Zwavel, Magnesium en Calcium, aangevuld met spoorelementen.
Maar let op: strooi je ieder jaar te veel kalk, dan wordt de pH te hoog. In dat geval moet je een bodemverbeteraar toevoegen die de zuurtegraad verlaagt.
Maart: verticuteren
Heb je in februari geen kalk gestrooid, dan kun je dit aan het begin van maart nog doen. Mocht het gazon wat aan de lange kant zijn, dan kun je voor de eerste keer maaien. Hierna kun je het gazon voor de eerste keer verticuteren. Doe dit alleen bij gazons die ouder zijn dan drie jaar.
Let op: hortensia's , azalea's en heideplanten zijn zuurminnende planten. Voor deze planten is bekalken niet nodig. Overige planten als buxus, taxus, rozen, sierstruiken, etc.
Zuurminnende planten houden niet van kalk, denk aan heide, veenbes en rododendron. Kalk verspreidt zich ook door de bodem, dus zorg dat je flink ver van deze planten blijft tijdens het strooien.
Kalk is bedoeld om de bodem te verbeteren onder andere om ervoor te zorgen dat de meststof beter opgenomen kan worden. Het voordeel van kalk is dat het ook bij koude temperaturen toegepast kan worden. Kalk kan daarom het beste gestrooid worden in de maanden november tot en met januari.
Frambozen kan u beter ook geen (of heel weinig) kalk geven. Frambozenplanten houden van lichtzure grond. Ook champost kan u beter NIET geven aan frambozen. KALKMINNENDE PLANTEN DIE VAN EXTRA KALK HOUDEN.
Koemest heeft wel degelijk kwaliteit voor de tuin. Paardenmest echter is nóg beter. Dat bevat meer stro en weet de meststoffen beter te binden. Bovendien is een goed opgezette paardenmesthoop rijk aan wormen, die zorgen voor een geweldige structuur- en humusverbetering van de grond.
Tomaten hebben kalk nodig. Drie of vier verpulverde eierschalen per plantgat doet de plantjes goed. Verzamel dus een paar dagen je eierschalen. Was ze in warm water, leg ze te drogen op een stukje keukenpapier en vermaal ze in een keukenmachine of vijzel.
Bemesten en onderhouden van rabarberplanten
Tijdens de winter kan je de rabarberplanten bemesten met compost of stalmest. Zorg er steeds voor dat het hart van de plant vrijblijft. De voedingsstoffen zullen geleidelijk aan in de grond sijpelen. Ook na de oogst in juli kan je de rabarberplanten bemesten.
Aardbeien houden van rijke grond die niet te zuur is, tussen de 5.5 en 6.5. Heb je te zure grond, dan kun je gesteentemeel toevoegen zoals kalk. De zuurtegraad in je moestuin grond kun je meten met een pH-meter.
Kalk neutraliseert het zuur in de bodem en maakt grond kalkrijker, verder verbetert kalk in de regel de bodemstructuur. Kalk voorziet de planten bovendien van twee zeer belangrijke voedingsbestanddelen: calcium (kalk, Ca) en magnesium in de vorm van magnesiumoxide (MgO) dat door veel planten makkelijk wordt opgenomen.
Lavendel is een kalkminnende plant. Strooi daarom na het planten drie à vier keer de op de verpakking voorgeschreven hoeveelheid kalk bij de planten. Verwerk een deel van de kalk in de grond. Mesten moet u juist niet doen.
Dus een mix van tuinaarde, klei en zandgrond is perfect voor de perenboom. Als je grond dit niet is dan zul je deze moeten verbeteren. Zandgrond zul je moeten mengen met tuinaarde, organisch materiaal en kleigrond.
Zure grond is uitermate geschikt voor blauwbessen en bosbessen. Zachtfruitsoorten zijn er voor elke plek. Heb je veel of weinig zon in je tuin? Perziken en peren hebben veel zon nodig, bessen en appels dan weer minder.
Peer, perzik en abrikoos hebben echt een zonnige en beschutte plek nodig. Appels, kersen en pruimen kunnen met iets minder zon toe, maar dan worden de vruchten wel wat minder lekker.