Op de meeste scholen wordt wiskunde B aangeraden voor natuurkunde. De belangrijkste reden hiervoor is dat je voor natuurkunde hetzelfde soort logisch denken nodig hebt dat je ook bij wiskunde B gebruikt. Degene die goed zijn in wiskunde B hebben vinden natuurkunde (meestal) niet moeilijk.
Het vak wiskunde B is het meest geschikt voor scholieren die een bèta vervolgstudie willen gaan volgen zoals natuurkunde, econometrie of biologie. Binnen wiskunde B werk je vooral veel met grafieken en algebra.
Vooral als je wiskunde echt heel moeilijk vindt, is wiskunde A de beste optie voor jou. Lukte dat vak in de onderbouw best aardig, ga dan voor wiskunde B. Met die variant word je namelijk op veel meer opleidingen toegelaten. Je beperkt jezelf met wiskunde B dus minder in je keuzevrijheid dan met wiskunde A.
Vwo wiskunde B behandelt de abstracte wiskunde. Je leert hierbij bijvoorbeeld wiskundige bewijzen. Vergelijkingen, func es, grafieken, formules, algebra, meetkunde met coördinaten en goniometrie komen allemaal voor bij Vwo wiskunde B. Je zult hier wel wat inzicht voor moeten hebben en ook er voor moeten willen werken.
Op het moment dat je een keuze gaat maken tussen wiskunde A en B, dan moet je bij het maken van die keuze vooral kijken naar hoe goed je bent in wiskunde. Of je nou op de havo of op het vwo zit, wiskunde A kan je op beide niveaus kiezen.
Reacties. Wiskunde C is de makkelijkste wiskunde van de vier. Het moeilijkst is D, daarna B, daarna A en als makkelijkst C. Wiskunde C kan je kiezen als je wel graag wiskunde wilt hebben, maar als je er veel moeite mee hebt.
Wiskunde D is bedoeld als aanvulling en verdieping op wiskunde B. Je krijgt bijvoorbeeld te maken met kansrekening en statistiek, een onderdeel dat niet in wiskunde B zit, maar dat bij veel universitaire studies wel belangrijk is. Een voorbeeld van verdieping is bewijzen.
Wiskunde C is een examenvak in de bovenbouw van het vwo vanaf klas 5. Wiskunde C is dé wiskunde die aansluit bij het profiel Cultuur en Maatschappij. De wiskunde krijgt een plek in de wereld om ons heen. Het rekenen met letters en formules wordt toegepast in concrete contexten, in voorstelbare situaties.
NB In Amerika zeggen ze “math”, in Engeland zeggen ze “maths”. Voor alle andere landen zou ik “mathematics” aanraden want dat begrijpt iedereen dus dan weet je zeker dat je goed zit.
Wiskunde C sluit aan bij universitaire vervolgopleidingen door de onderwerpen (zoals rekenen, algebraïsche vaardigheden en statistische vaardigheden), en door aandacht te besteden aan redeneren, argumenteren en kritische vragen te stellen, en daarmee een onderzoekende houding te stimuleren.
Wiskunde C komt vooral van pas bij vervolgopleidingen in de sector Gedrag & Maatschappij. Wiskunde D geeft een verbreding van wiskunde A (statistiek) en verdieping van wiskunde B. Verder zit er ruimtemeetkunde in en een aantal keuze onderwerpen. Wiskunde D kan alleen in combinatie met wiskunde B gevolgd worden.
In het vwo doe je examen in één van de drie 'soorten' wiskunde: A, B of C. Wiskunde B is de wiskunde die hoort bij de NT en NG profielen. Dit vak is verplicht in het NT profiel, in het NG profiel mag het vervangen worden door wiskunde A en in het EM profiel kan het gekozen worden in plaats van wiskunde A.
Wiskunde 1 is, grof gezegd, niets anders dan het vroegere wiskunde B, al zijn er wel degelijk verschillen met de 'oude' programma's. Wiskunde 2 volgt hetzelfde programma als wiskunde 1, maar daar komt nog het nodige bij.
Onder vwo-leerlingen ligt het aantal spijtoptanten het hoogst onder leerlingen met economie 1. Van hen zegt 15% spijt te hebben van de keuze van dat vak. Net als op de havo heeft 15% van de vwo-leerlingen spijt van de keuze van scheikunde.
Als natuurkundige ben je analytisch en kwantitatief erg sterk. Dus zeer gewild in uiteenlopende beroepsvelden. De meesten vinden binnen enkele maanden een baan. Niet alleen in de techniek en het wetenschappelijk onderzoek, maar ook in de medische, financiële en consultancy wereld.
Vooropleidingseisen voor de studie Tandheelkunde
Voor toelating tot de opleiding Tandheelkunde moet je beschikken over een VWO-diploma met profiel Natuur & Techniek met biologie of profiel Natuur & Gezondheid met natuurkunde. Met een VWO-diploma van voor 2010 of andere diploma's word je niet zonder meer toegelaten.
Havo-niveau High School Diploma.
Mbo-opleiding
Een Associate's degree kan na 2 jaar behaald worden aan een college of universiteit. Op een college word je (met een mavo, havo of vwo diploma) makkelijker toegelaten dan op een universiteit.
Over het algemeen omvat een highschool vier leerjaren en zijn kinderen veertien jaar oud als ze naar highschool gaan. Het behalen van het highschooldiploma is meestal een vereiste om door te gaan naar een college of universiteit.
Het getal e=2,7182... is een wiskundige constante met een zeer groot toepassingsveld in de wiskunde. Het getal werd in de 17de eeuw ontdekt als een bijzondere limiet en werd later genoemd naar Leonhard Euler.
Het examen Wiskunde B VWO
Op het examen moet je de eigenschappen van standaardfuncties kennen, grafieken kunnen tekenen en vergelijkingen kunnen oplossen. Ook wordt er verwacht dat je kunt differentiëren en de eerste en tweede afgeleide kunt gebruiken om een functie te onderzoeken.
Op het havo kun je kiezen tussen wiskunde A en B, op het vwo tussen wiskunde A, B en C. Bij wiskunde A (en C) gaat het vaak om het eindantwoord en wat je daarmee kunt. De oplossing van de som is waar het om gaat. Hierbij zijn onderzoeksvaardigheden belangrijk.
De Wiskunde B-dag Vlaanderen is een wedstrijd, gezamenlijk georganiseerd door UAntwerpen en KULeuven. De wedstrijd daagt leraren en leerlingen uit het secundair onderwijs uit om op een onderzoekende en creatieve manier met wiskunde om te gaan.
Examen doen in wiskunde D? Je kunt er ook voor kiezen om examen te doen in het vak wiskunde D. Wiskunde D is een vak met uitsluitend een schoolexamen. Er is dus geen centraal schriftelijk examen aan verbonden.