Invoegen en voorrang verlenen Invoegen is een bijzondere verrichting. Wie wil invoegen, moet altijd voorrang verlenen aan bestuurders die op de doorgaande rijbaan rijden. Vaak houden bestuurders toch even voor u in of schuiven ze een baan naar links op. Dat is uiteraard zeer hoffelijk, maar zeker geen verplichting.
Voorrang verlenen
Invoegen is een bijzondere verrichting. Dit betekent dat je voorrang moet verlenen aan bestuurders op de doorgaande rijbaan. Toch vinden we het heel normaal dat auto's even inhouden of een strook opschuiven om ruimte te maken voor de invoeger.
Invoegen (wisselen van rijbaan) is namelijk een bijzondere manoeuvre. De wet bepaalt dat een bestuurder die van rijbaan wisselt al het andere verkeer voorrang verleent. Ontstaat er een aanrijding dan is de invoegende ritser aansprakelijk voor de schade.
Normaliter moeten bestuurders die een bijzondere manoeuvre uitvoeren, zoals in- of uitvoegen, het overige verkeer voor laten gaan. Maar in dit geval verrichten beide bestuurders tegelijkertijd een bijzondere manoeuvre. Volgens de wet heeft daarom geen van beiden voorrang.
De belangrijkste tip: geen stress! Er bevindt zich volgens de agenten geen afgrond aan het einde van de invoegstrook. 'Als je geen ruimte hebt gevonden om in te voegen, mag je gewoon de vluchtstrook gebruiken. Daarvoor kun je geen boete krijgen.
Invoegen en voorrang verlenen
Invoegen is een bijzondere verrichting. Wie wil invoegen, moet altijd voorrang verlenen aan bestuurders die op de doorgaande rijbaan rijden. Vaak houden bestuurders toch even voor u in of schuiven ze een baan naar links op. Dat is uiteraard zeer hoffelijk, maar zeker geen verplichting.
Toch lukt het soms niet om tijdig in te voegen. In zo'n situatie raadt Maaskant aan vooral niet stil te gaan staan. "Kan je niet invoegen, stop dan nooit op de invoegstrook, maar rij door over de vluchtstrook. Besef daarbij wel dat je waarschijnlijk een inschattingsfout hebt gemaakt bij het zoeken naar vrije ruimte."
Rechts heeft voorrang, met uitzonderingen
Er zijn een aantal uitzonderingen. Bestuurders op een onverharde weg verlenen voorrang aan bestuurders op een verharde weg. Bestuurders verlenen voorrang aan een tram. Alle weggebruikers moeten bestuurders van een voorrangsvoertuig voor laten gaan.
Op de snelweg mag je normaal gesproken niet rechts passeren, maar bij invoegen mag je wel rechts van de blokmarkering inhalen, bijvoorbeeld als je voor een vrachtauto wil invoegen die zachter rijdt dan de toegestane snelheid. Laat genoeg ruimte voor de vrachtauto zodat 'ie niet in de ankers hoeft.
Bij een korte invoegstrook zul je dit sneller moeten doen. Als je hier namelijk te lang door blijft rijden, kom je op de vluchtstrook terecht. Je mag alleen op de vluchtstrook rijden in geval van pech of nood. Soms mag je de vluchtstrook wel gebruiken als je moet filerijden.
Zoals we hierboven al aanhaalden, is ritsen alleen verplicht bij sterk vertraagd verkeer (bijvoorbeeld door een ongeval, bij werkzaamheden of wanneer er sprake is van een file). Bij normaal verkeer moet u bij het invoegen dus nog altijd voorrang verlenen aan het aankomende verkeer.
Bijzondere manoeuvre
Op grond van art.54 RVV 1990 kwalificeert het van rijstrook wisselen als een bijzondere manoeuvre. Bestuurders die een bijzondere manoeuvre uitvoeren moeten al het overige verkeer voor laten gaan. Tussen de bijzondere manoeuvres onderling bestaat geen rangorde.
Als er ruimte genoeg is kun je veilig invoegen. Handig om te weten: zodra je de voorbumper van de auto naast je in de binnenspiegel ziet, dan heb je genoeg ruimte om in te voegen. Kijk alleen in je dode hoek als je daadwerkelijk wilt gaan invoegen.
Bij een wegversmalling of rijstrookvermindering heeft de bestuurder, die de rechterrand van de rijbaan volgt dus altijd voorrang op het andere verkeer dat in dezelfde richting rijdt.
Bij een kruispunt zonder voorrangsregeling moet u aan bestuurders die van rechts komen voorrang verlenen. Je moet aan alle bestuurders die van rechts komen voorrang verlenen. Dit betekent ook dat je aan fietsers die van rechts komen voorrang moet verlenen. Dit geldt niet voor voetgangers, zij zijn geen bestuurders.
Wie heeft voorrang op een rotonde? Een rotonde is in de wet niet vastgelegd als voorrangsweg.Dan geldt de regel dat verkeer dat van rechts komt, voorgaat. Dat wil zeggen dat verkeer dat de rotonde oprijdt voorrang heeft op verkeer wat al op de rotonde rijdt.
Een invoegstrook is er om je snelheid aan te passen aan het overige verkeer wat er op dat moment op de autosnelweg rijdt meestal is dat tussen de 120 en 130 km p/u. Indien er een vrachtauto voor je op de snelweg rijdt dan wordt de snelheid dus 80 a 90 km p/u om in te voegen.
De enige uitzondering is invoegen op de snelweg vanaf een oprit.Dan heeft invoegend verkeer, net als in Nederland, geen voorrang. Ook in Duitsland gelden snelheidsbeperkingen op de rijkswegen. Let goed op de borden.
A02 – Einde maximum snelheid verkeersbord
Deze borden zijn wit met 3 zwarte strepen erdoor. Dit bord betekent dat de maximale snelheid die van kracht was niet meer geldt. Er geldt nu een nieuwe maximale snelheid die gevolgd dient te worden. Dit wordt vaak duidelijk gemaakt door andere borden.
Als er bijvoorbeeld haaientanden op jouw wegdeel staan, dan moet je altijd voorrang verlenen aan bestuurders op de kruisende weg. Voetgangers op een zebrapad hebben wel altijd voorrang. Als je op een onverharde weg rijdt, moet je ook aan alle bestuurders van een verharde weg voorrang geven.
Wanneer niet? Voorrang van rechts is niet van toepassing als de voorrang geregeld is door verkeersborden, verkeerslichten of bevoegde personen, en geldt ook niet voor een bestuurder die uit een aardeweg of pad komt, zelfs wanneer de laatste meters verhard zijn.
Voorrangsregels woonerf
Op een woonerf gelden geen speciale voorrangsregels. Voetgangers en fietsers hebben dus niet altijd voorrang op een woonerf, zoals sommige mensen denken. Bij het inrijden of verlaten van een woonerf kan er sprake zijn van een uitrit, waar bestuurders al het andere verkeer voor moeten laten gaan.
Motorvoertuigen mogen alleen op autowegen als zij minimaal 50 kilometer per uur kunnen en mogen rijden. Voor autosnelwegen is dit 60 kilometer per uur. Deze snelheid heet ook wel de minimumconstructiesnelheid.
In veel gevallen gaat het om onschuldige en zelfs lachwekkende dingen die zelden gevaar met zich meebrengen. Anders is dat bij een afwijkende verkeersregel in Frankrijk. Daar heeft invoegend verkeer op de Périphérique - de ringweg rond Parijs - namelijk voorrang op het verkeer dat op de hoofdrijbaan rijdt.
Verlaat je een plaats? Dan mag je in principe 80 km/h. Op snelwegen is dit tussen 6.00 en 19.00 100km/h en daarbuiten 130 km/h.