Artikel 12.3.1. b) Wegverkeersreglement bepaalt dat de bestuurder die uit een aardeweg op een openbare weg met een rijbaan komt voorrang moet verlenen.
Wanneer je bijvoorbeeld van een aardeweg of een pad een verharde openbare weg oprijdt, heb je geen voorrang, ook al kom je van rechts. De voorrang van rechts is logischerwijze ook niet van toepassing voor iemand die uit een verboden richting komt, behalve als het gaat om een fietser die in beide richtingen mag rijden.
Net als op verharde wegen gelden er ook verkeersregels voor onverharde wegen. Bestuurders op een onverharde weg moeten voorrang verlenen aan bestuurders op een verharde weg.
Voorrangsregels woonwijk
Stel: je rijdt richting een kruispunt in een woonwijk. Van rechts komt een tegenligger aan. Als deze persoon uit een uitrit komt, heb jij voorrang.
Het erf is een plek voor kinderen, voetgangers en fietsers. Zij mogen het erf over de volle breedte gebruiken. Wanneer je het erf verlaat moet je voorrang verlenen aan alle andere verkeersdeelnemers.
En dat betekent nogal wat: volgens de verkeersregels in Nederland moet iedereen die een uitrit verlaat al het kruisende verkeer voorrang verlenen, zelfs voetgangers.
De bestuurder die een bijzondere manoeuvre uitvoert moet al het andere verkeer voorrang geven. Dit geldt ook voor wegrijden uit een parkeervak.
(Tijdelijk) woonerf. In rustige straten kan de ruimte herverdeeld worden door ze om te vormen tot 'woonerf'. Auto's mogen er maximaal 20 km/u rijden en voetgangers en fietsers mogen de volledige breedte van de openbare weg gebruiken. Dit geeft meer ruimte aan voetgangers en fietsers en maakt fysieke afstand mogelijk.
De voorrangsregels bij het verlaten van een onverharde weg zijn exact hetzelfde als bij bord B6. Degene die de onverharde weg verlaat, moet voorrang verlenen aan bestuurders op de kruisende weg.
Ze lijken op die van een uitrit, maar dat is niet zo. Het is belangrijk om je hiervan bewust te zijn om veilig te kunnen rijden en ongelukken te voorkomen.
De bekendste zijn wel het voorrangskruispunt bord: de omgekeerde witte driehoek met rode rand ('pas op, je nadert een voorrangsweg en jij moet dus voorrang verlenen') en de witte ruit met oranje rand ('je rijdt op een voorrangsweg'). Hier vind je een overzicht van alle verkeersborden die voorrang aangeven.
Deze markering benadrukt het hoogteverschil. Je rijdt een drempel op. Een kruising met deze markering aan alle zijden is een gelijkwaardige kruising. Hier hebben bestuurders van rechts voorrang.
Pad: een smalle openbare weg die alleen het verkeer toelaat van voetgangers en van voertuigen die geen bredere dan de voor voetgangers vereiste ruimte nodig hebben. 15. Aardeweg: een openbare weg die breder is dan een pad en die niet voor het voertuigenverkeer in het algemeen is ingericht.
In principe geldt dat bestuurders die van rechts komen op gelijkwaardige kruispunten voorrang krijgen. Maar dat geldt ook weer niet altijd. Zo gaan verkeerstekens zoals haaientanden boven verkeersregels en gaan verkeerslichten weer boven verkeerstekens. Verder worden voetgangers niet als bestuurders gezien.
Verkeersbord B17 'Kruispunt met voorrang van rechts' - met zijde 70 cm - wordt gebruikt als voorrangsbord om aan te duiden dat nabij een kruispunt de voorrang van rechts geldt: Met reflecterende voorzijde. Uit aluminium met dubbel omgeplooide rand. Bordrand in RAL3020 (verkeersrood) en achterzijde RAL7043 ( ...
Verlaat je een woonerf?Dan moet je voorrang verlenen aan al het verkeer. Een woonerf is vooral bedoeld voor voetgangers, fietsers en spelende kinderen. Houd daar dus rekening mee als je een woonerf betreedt.
Een fietser mag een andere fietser wel inhalen.Het inhaalverbod geldt enkel voor de bestuurders van motorvoertuigen. De snelheid in een fietsstraat is beperkt tot 30 km per uur. Dat geldt ook voor de fietsers zelf.
Het woonerf is een straat of plein(tje) waarbij de nadruk zeer sterk ligt op de verblijfsfunctie: wonen, spelen, wandelen enzovoort. Doorgaand verkeer is op een woonerf niet mogelijk. De filosofie hierachter is dat de auto "te gast" is in het woonerf.
Het verlaten van een uitritconstructie is dus een bijzondere manoeuvre of bijzondere verrichting. In een dergelijk geval dient de persoon die een uitrit verlaat dus iedere andere verkeersdeelnemer voorrang verlenen. Deze voorrang geldt dus niet alleen voor bestuurders, maar ook voor voetgangers.
Een bestuurder die een manoeuvre wil uitvoeren moet voorrang verlenen aan de andere weggebruikers. Dit wordt aldus voorzien in artikel 12.4 van het weg verkeersreglement.
Een eigen terrein dat zonder belemmering toegankelijk is voor voertuigen, wordt nu nog gerekend tot openbare weg. Daarmee zijn alle wettelijke verplichtingen voor voertuigen en bestuurders ook van toepassing op het rijden op het eigen terrein, aldus Fedecom.
Een uitrit is te herkennen aan een aantal specifieke kenmerken. Allereerst is een uitrit vaak een verbinding tussen een particulier terrein, zoals een oprit van een woning, of een bedrijfsterrein en de openbare weg. Het is geen kruispunt, maar een constructie waarbij het terrein direct aansluit op de openbare weg.
Artikel 49 van het RVV zegt dat bestuurders blinden die zijn voorzien van een witte stok met één of meer rode ringen voor moeten laten gaan. Dit geldt overigens voor alle personen die zich moeilijk voortbewegen. Bij mensen die zich moeilijk voortbewegen kun je denken aan voetgangers met een stok, looprek of rollator.
Welke regel geldt bij een parkeerplaats? Je gaat voor als iemand van een parkeerplaats komt. Je moet iemand die van een parkeerplaats komt voor laten gaan. Je moet voorrang geven aan bestuurders van rechts.