Onder bestuurders vallen alle weggebruikers behalve voetgangers. Concreet betekent dit dat fietsverkeer hier wel voorrang heeft en voetgangers dus niet.
De regel 'rechtdoorgaand verkeer op dezelfde weg gaat voor' geldt ook voor voetgangers. Dus als een bestuurder de hoek omgaat en jij steekt rechtdoor over op dezelfde weg, moet de auto of fietser jou voor laten gaan.
Als je een bijzondere manoeuvre uitvoert, een uitrit verlaat of een inrit inrijdt, moet je voetgangers voor laten gaan. Voetgangers op een zebrapad moet je voor laten gaan als ze oversteken of op het punt staan om over te steken. Wie een zebrapad gebruikt of aanstalten maakt om het te gebruiken heeft altijd voorrang.
De regel is dat men voorrang moet verlenen aan bestuurders op de voorrangsweg (zie verkeersborden B1 en B6). Onder het begrip 'bestuurder' vallen alle weggebruikers behalve voetgangers (artikel 1 Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990). Dus, voetgangers op een voorrangsweg hebben geen voorrang.
Geen oversteekplaats
Een voetganger die de rijbaan wil oversteken op een plaats waar geen zebrapad is, moet zelf voorrang verlenen. Toch is de boodschap dat je altijd voorzichtig moet zijn.
Op kruispunten waar een doorlopend fietspad is, moet je als bestuurder (ook als fietser!) voorrang verlenen aan de fietsers en andere weggebruikers (zoals bv. skaters of rolstoelgebruikers) die op het fietspad rijden , ook al kom je als bestuurder zelf van rechts ten opzichte van wie zich op het fietspad bevindt.
Bestuurders zijn alle weggebruikers, behalve voetgangers. Dus een fietser die links afslaat, moet een auto die dicht achterop komt en rechtdoor gaat, voor laten gaan.
Inmiddels is de wet al weer jaren terug veranderd. Fietsers worden nu, net als auto's en scooters door de wet aangezien als 'bestuurders'. Zij zijn wat betreft de voorrangregels gelijk gesteld met motorvoertuigen. Een auto van links moet een fietser van rechts voorrang verlenen.
Als je een straat over wilt steken zonder zebrapad, stop dan altijd bij de rand van de stoep. Kijk naar links, dan naar rechts en dan weer naar links. Als er geen verkeer aan komt, dan mag je oversteken. Je kunt veilig een straat oversteken bij een een voetgangerslicht.
Voorrangsregels voor voetgangers
Bestuurders moeten voetgangers die oversteken of op het punt staan dit te gaan doen, voor laten gaan. De boete voor het niet voor laten gaan is in 2022 € 410. Wil je als voetganger rechtdoor terwijl een bestuurder afslaat, dan moet de bestuurder je voor laten gaan.
Gelijkwaardig kruispunt in het verkeer
Het is heel belangrijk om te weten dat de voorrangsregels bij kruispunten alleen gelden voor bestuurders en niet voor voetgangers. De voorrangsregel 'rechtdoor op dezelfde weg gaat voor', geldt ook voor voetgangers.
Neen. Als fietser heb je geen voorrang op een zebrapad. Wil je toch genieten van deze voorrang, stap af en steek de straat te voet over. Wil je over het zebrapad fietsen, wacht totdat je op een veilige manier kan oversteken zonder hierdoor andere weggebruikers te hinderen.
Voorrangsregels gelden bij kruispunten alleen voor bestuurders en niet voor voetgangers. Een gelijkwaardig kruispunt heeft geen verkeersborden of tekens. Verkeer van rechts gaat voor.
De wet geeft aan: 'Als er geen trottoir of fietspad is, gebruiken voetgangers de berm of de uiterste zijde van de rijbaan'. De wet schrijft niet voor of zij links of rechts van de rijbaan moeten lopen. Ook wie voor wie aan de kant moet, is niet voorgeschreven.
Fietsers moet zich aan de verkeersborden en verkeersregels houden. Zo moeten zij op het fietspad rijden. Als er geen fietspad is, moeten zij rechts op de rijbaan rijden. Voor een elektrische fiets (of e-bike) gelden dezelfde verkeersregels als voor een gewone fiets.
“Er geldt een aantal basisregels in het verkeer. Zo moeten voetgangers gebruikmaken van een trottoir of voetpad. Als dit niet beschikbaar is, mag er op het (brom-)fietspad gelopen worden. Ontbreekt ook een fietspad, dan mag de voetganger gebruikmaken van de berm of de uiterste zijde van de rijbaan.
Maar ben je ook verplicht om links op de weg te wandelen? Het antwoord is kort en duidelijk: ja. Je moet aan de linkerkant van de rijbaan wandelen in de door jou gevolgde richting wanneer er geen voetpad of bewandelbare berm aanwezig is. Is die wel aanwezig, dan mag je uiteraard niet op de rijbaan lopen.
Op een smal fietspad is het beter om aan de rechter kant te lopen. Op die manier kan een fietser, als er geen ruimte is om je in te halen, even langzaam achter je blijven rijden. Loop op wegen en fietspaden zoveel mogelijk achter elkaar, zodat er zoveel mogelijk ruimte is voor andere weggebruikers om je in te halen.
Alle fietsers in groep moeten zich aan de wegcode houden. Dit wil zeggen dat ze niet door het rode licht mogen rijden, de groep geen voorrang heeft aan een oversteekplaats voor fietsers en iedereen moet stoppen en voorrang verlenen aan een zebrapad waar voetgangers willen oversteken.
Vaak is het asfalt van een fietsstrook rood. De rode kleur heeft geen wettelijke betekenis. Wanneer de strook alleen rood is, (in Nederland: zonder fietssymbool), dan wordt de strook officieel fietssuggestiestrook genoemd, en kunnen andere voertuigen er ook gebruik van maken.
Kom je aan kruispunt met één of meerdere openbare wegen en is er geen specifieke aanduiding van wie voorrang heeft, dan geldt altijd de voorrang aan rechts. Die regel is van toepassing op alle bestuurders die ten opzichte van jou van rechts komen, dus ook op fietsers en bromfietsers.
Bestuurders mogen zwakke weggebruikers niet in gevaar brengen en moeten hun in de meeste gevallen voorrang verlenen. Zo moeten bestuurders bijvoorbeeld stoppen aan een zebrapad. Ook moeten ze extra aandachtig zijn in speelstraten of op oversteekplaatsen voor fietsers en voetgangers.
Wie een fietser aanrijdt, moet niet alleen diens lichamelijke schade vergoeden, maar ook de eventuele schade aan kleding en bril. Deze regel geldt altijd, ongeacht wie schuld heeft aan het ongeval. Alleen als de fietser ouder is dan 14 jaar en het ongeval bewust heeft uitgelokt, moet hij zelf voor de kosten opdraaien.
Meestal een vrijliggend pad dat aangeduid wordt met bord G13. Fietsers mogen hier rijden. Bromfietsers mogen hier geen gebruik van maken.
Het fietspad maakt geen onderdeel uit van een rijbaan voor alle verkeer, in tegenstelling tot een fietsstrook. Er zijn twee soorten fietspaden: vrijliggende fietspaden: gescheiden van de rijbaan door een tussenberm, of op een eigen tracé