Bij de meeste auto-immuunziekten kan men in het laboratorium aantonen (vooral in de vorm van afweerstoffen = antistoffen) dat het lichaam afweerreacties vertoont tegen bestanddelen van het eigen lichaam (men spreekt van autoantistoffen). Bloedonderzoek is de meest gebruikte manier om autoantistoffen aan te tonen.
Bij veel auto-immuunziekten maakt het lichaam specifieke antistoffen aan die soms in bloedonderzoek kunnen worden gemeten. Bekende antistoffen zijn anti-TPO (bijvoorbeeld de ziekte van Hashimoto) en anti-TSI (ziekte van Graves). Er zijn ook auto-immuunziekten waar de antistoffen nog niet van bekend zijn.
Een bloedonderzoek geeft snel een idee van de toestand van je immuunsysteem. Onderzoekers bekijken je witte bloedcellen onder de microscoop. Ze tellen en onderzoeken ze op uiterlijk, vorm, grootte en kwaliteit. Ze bepalen ook de antistoffen.
Als je grote hoeveelheden auto-antilichamen of anti-nucleaire antilichamen (ANA) in je bloed hebt, kan dit wijzen op een auto-immuunziekte. De ANA-test spoort de anti-nucleaire antilichamen (ANA) in je bloed op. Anti-nucleaire antilichamen (ANA) richten zich tegen de kern (nucleus) van de cellen in je lichaam.
Uw zorgverlener kan bloedonderzoeken voorschrijven om te zoeken naar specifieke tekenen (markers) van auto-immuunziekten . Deze markers zijn als aanwijzingen die uw immuunsysteem achterlaat nadat het uw lichaam heeft beschadigd of specifieke problemen heeft veroorzaakt. Mogelijk hebt u wat beeldvormende tests nodig om foto's te maken van de binnenkant van uw lichaam, waaronder: röntgenfoto's.
Er bestaat een nauwe relatie tussen auto-immuniteit en auto-antilichamen; ondanks dit zijn sommige patiënten aanhoudend negatief voor ziektespecifieke auto-antilichamen . Deze aandoeningen zijn gedefinieerd als seronegatieve auto-immuunziekten.
Bij de meeste auto-immuunziekten kan men in het laboratorium aantonen (vooral in de vorm van afweerstoffen = antistoffen) dat het lichaam afweerreacties vertoont tegen bestanddelen van het eigen lichaam (men spreekt van autoantistoffen). Bloedonderzoek is de meest gebruikte manier om autoantistoffen aan te tonen.
Sommige auto-immuunziekten, zoals lupus of reumatoïde artritis, kunnen een verhoogd aantal witte bloedcellen veroorzaken .
Een positieve ANA test betekent dat er een hogere concentratie van auto antistoffen aanwezig is dan normaal. Wanneer er ook klachten zijn van een auto-immuunziekte, geeft dit de huisarts een reden om verder uit te laten zoeken of en welke auto-immuunziekte het zou kunnen zijn.
Een verzwakt immuunsysteem herken je aan de volgende symptomen: Aanhoudende vermoeidheid. Terugkerende infecties, zoals regelmatige blaasontstekingen, ontstoken tandvlees, maagklachten of diarree. Regelmatige verkoudheidsklachten.
De standaard screeningtests voor humorale immuunfunctie beginnen met het meten van immunoglobuline (Ig), of antilichaam, niveaus in het bloedserum . Deze bestaan uit IgG, IgA, IgM, en soms IgE niveaus. De resultaten moeten worden vergeleken met leeftijdsgenoten. Er zijn ook testen voor specifieke antilichaamproductie.
Chronische stress kan leiden tot auto-immuunziekten doordat immuuncellen gezond weefsel aanvallen. Dit kan de progressie van auto-immuunziekten zoals reumatoïde artritis en lupus versnellen.
In het begin zijn de symptomen van auto-immuunziekten vaak vrij licht en vaag, waardoor de patiënt er weinig aandacht aan besteedt. Denk aan vermoeidheid, hoofdpijn, futloosheid, darmklachten, spierpijn, gewrichtspijn … Bij een doktersbezoek wordt er zelden alarm geslagen, omdat de symptomen niet ernstig zijn.
Een auto-immuunziekte ontstaat als er bij het opruimen van lichaamseigen celresten iets verkeerd gaat. Dit gebeurt bijvoorbeeld als goed werkende cellen worden opgeruimd door het lichaam. Hierdoor beschadigt het orgaan waarin deze cellen voorkomen.
Iemand met SLE is vaak heel erg moe, voelt zich niet lekker en kan hoge koorts hebben. En iemand kan dan ook kenmerken hebben zoals: problemen met de huid zoals een rode uitslag in de vorm van een vlinder op de neus en wangen. rode en dikke plekken, vaak met schilfers.
Een bloeddifferentiaaltest toont de hoeveelheid van elk type witte bloedcellen, zoals neutrofielen of lymfocyten. Neutrofielen richten zich voornamelijk op bacteriële infecties . Lymfocyten richten zich voornamelijk op virale infecties. Een hogere dan normale hoeveelheid neutrofielen staat bekend als neutrofilie.
Als het aantal witte bloedcellen blijft toenemen kan het bloed stroperig worden waardoor het niet goed kan stromen in de kleinere bloedvaatjes. Klachten als benauwdheid, wazig zien, verwardheid of sufheid kunnen hiervan het gevolg zijn.
Het is mogelijk om een hoger dan normaal aantal lymfocyten te hebben, maar weinig of geen symptomen te hebben. Het hogere aantal komt meestal na een ziekte. Het is meestal ongevaarlijk en duurt niet lang. Maar het hogere aantal kan het gevolg zijn van iets ernstigers, zoals bloedkanker of een chronische infectie .
Noem de symptomen in de volgorde waarin ze voor u van belang zijn. Realiseer u dat het vaak lastig is om een diagnose van een auto-immuunziekte te krijgen. Een AARDA-studie onder auto-immuunpatiënten vond dat de gemiddelde tijd voor de diagnose van een ernstige auto-immuunziekte 4,6 jaar is.
Auto-immuunziektes kan je niet genezen. De behandelingen die ervoor bestaat, kunnen wel het effect van het immuunsysteem beperken waardoor de pijn en ontsteking kan verminderen. Meestal worden middelen zoals NSAIDs en immunosuppressiva ingezet.
Naast genetische en hormonale factoren speelt ook uw levensstijl een rol bij het bepalen van uw gezondheid. Overmatig buikvet en langdurige stress kunnen negatieve effecten hebben, waaronder een verzwakt immuunsysteem. Roken, slecht slapen en gebrek aan lichaamsbeweging vergroten eveneens het risico op ziekte.
Bij veel auto-immuunziekten maakt het lichaam specifieke antistoffen aan die soms in bloedonderzoek kunnen worden gemeten. Bekende antistoffen zijn anti-TPO (bijvoorbeeld de ziekte van Hashimoto) en anti-TSI (ziekte van Graves). Er zijn ook auto-immuunziekten waar de antistoffen nog niet van bekend zijn.
Auto-immuunziekten
We onderzoek dan meestal of er auto-antistoffen aantoonbaar zijn, voornamelijk in bloed en soms in hersenvocht.
Het immuunsysteem van kinderen, en zeker baby's, is nog niet optimaal in staat om zich te verweren tegen ziekteverwekkers. Bovendien zijn de gevolgen van eventuele ziekte bij jonge kinderen snel erger dan bij gezonde volwassenen. Een baby kan bijvoorbeeld heel snel uitgedroogd raken van diarree.