Na een epileptische aanval kan de betrokkene kortdurend verward zijn of klachten hebben van vermoeidheid, hoofdpijn, spierpijn of een tijdelijk verminderde functie van een arm en/of been.
De één is bewusteloos, valt en gaat schokken. De ander voelt vreemde tintelingen of hoort vreemde geluiden. Of iemand staart een korte periode voor zich uit en reageert niet. Epileptische aanvallen kunnen er dus heel verschillend uitzien.
Bij een epilepsieaanval beginnen hersencellen heel snel allerlei seintjes af te geven. Denk aan een groot kruispunt, waarbij alle stoplichten tegelijk op groen springen. Alle seintjes vliegen door elkaar heen, waardoor je hersenen niet meer normaal kunnen werken. Op dat moment is er een epileptische aanval.
Epilepsie is over het algemeen gesproken geen levensbedreigende ziekte al zijn er wel uitzonderingen op deze regel. Het meest gekende voorbeeld van uitzonderlijke gevallen is dat mensen met epilepsie tijdens een epileptische aanval zich levensgevaarlijk verwonden.
Andere aandoeningen die op epilepsie lijken
Flauwvallen: je valt en raakt even buiten bewustzijn. Soms schokt het lichaam even of verlies je urine. Hartritmestoornissen: kunnen verschijnselen geven die lijken op epileptische aanvallen. De arts laat meestal een hartfilmpje (ECG: Elektrocardiogram) maken van het hart.
Een aanval kan komen door spanning, stress en slaaptekort. Meestal is er geen duidelijke aanleiding. Het is niet mogelijk om na één aanval te zeggen of u epilepsie heeft. Vraag de mensen in uw omgeving goed op te letten als u weer een aanval krijgt.
De aanvallen hebben een psychische oorzaak, zoals spanning, overbelasting of een trauma. Net als hartkloppingen of een hoge bloeddruk kun je PNEA zien als een uiting van emoties of spanningen.
Hoewel het zeldzaam is, kan een heftige epileptische aanval ook tot hersenschade leiden. Bij langdurige aanvallen (status epilepticus) die meer dan 30 minuten duren kan schade aan de hersenen ontstaan.
Er is lang niet altijd een afwijking in het EEG te zien. Dat komt omdat een EEG-onderzoek een momentopname is. Op het moment van de meting is in de hersenen vaak geen epileptische activiteit te zien. Daarom moet de EEG-meting soms een paar keer worden herhaald.
Slaaptekort verhoogt het risico van epilepsieaanvallen. Werkbelasting en stress te beperken. Stimulerende middelen zoals koffie, alcohol, drugs en lawaai te mijden.
Het hebben van epilepsie hoeft absoluut geen reden te zijn om continue iemand in de nabijheid te moeten hebben. Wel is er altijd dreiging dat er een epilepsie aanval komt opzetten op het moment dat niemand aanwezig is om assistentie te verlenen.
Bij grote (tonisch-clonische) aanvallen is meer alertheid geboden, omdat daarbij het bewustzijn is verstoord en sterke spiertrekkingen kunnen optreden. Hierdoor kunnen mensen met epilepsie tijdens een aanval een gevaar voor zichzelf en/of de omgeving zijn. Probeer de aanval niet te stoppen, dat heeft geen zin.
Epilepsie leidt niet bij iedereen tot gedragsproblemen, gedragsproblemen komen ook voor zonder epilepsie en gedragsproblemen bij epilepsie kunnen ook voorkomen bij mensen zonder een verstandelijke beperking. Tenslotte is er niet veel bekend over probleemgedrag voorafgaand aan, tijdens of na een aanval.
Een gewone aanval duurt doorgaans maximaal 4 minuten en gaat vanzelf over. Duurt de aanval langer dan 5 minuten, dan noemt men dit een langdurige epileptische aanval. Een status epilepticus is een aanval die langer dan 10 minuten aanhoudt. Het herstel na een gewone epileptische aanval is meestal volledig.
De vooruitzichten verschillen ook heel erg per epilepsie, is de meeste gevallen is epilepsie goed behandelbaar door middel van medicatie of chirurgie. Wanneer iemand nog wel regelmatig last van aanvallen heeft zal dit wel bepaalde keuzes van iemand beïnvloeden, zoals opleiding, werk en sport.
Het heeft met suiker in je hersenen te maken, dat dat niet helemaal goed gaat en dat je daar epilepsie van kunt krijgen of aanvallen. Het probleem zit in de suiker, die komt niet in je hersenen.
Heeft u al een rijbewijs en heeft u een epileptische aanval gehad? Dan moet u 6 maanden aanvalsvrij zijn voordat u weer mag rijden. Heeft u twee of meer epileptische aanvallen gehad, dan moet u 12 maanden aanvalsvrij zijn voordat u weer mag rijden. Na die periode vult u een Gezondheidsverklaring in bij het CBR.
De meeste mensen met epilepsie hebben werk. Als je geen aanvallen meer hebt dan kun je gewoon werken. Heb je voor het eerst aanvallen of blijf je aanvallen houden? Dan kan het anders zijn.
Bijvoorbeeld als je in bad gaat of gaat zwemmen. Zorg dat er dan in ieder geval iemand in de buurt is. Vermijden van gevaarlijke situaties; zoals vissen aan de waterrand, hoog klimmen in een klimrek, alleen fietsen naar school. Alledaagse situaties kunnen gevaarlijk zijn voor kinderen met epilepsie.
Een zeldzame stoornis met insulten die wordt gekarakteriseerd door periodieke dystonie en/of choreoathetoïde bewegingen die voorkomen tijdens de slaap. De clusters van nachtelijke motorische convulsies zijn vaak stereotiep en van korte duur.
Enkele uitlokkende factoren zijn: Overmatig alcohol-, drugs- en medicijngebruik. Dit kan gelden bij zowel langdurig alcoholmisbruik als bij éénmaal veel te veel drinken. Een overdosis drugs of medicijnen – bijvoorbeeld antidepressiva en amfetamines – kan ook een aanval uitlokken.
Als er sprake is van meerdere aanvallen of epilepsie dan kun je beter een MRI -scan maken. Het voordeel daarvan is dat je dwars door het bot heenkijkt. Een MRI -scan ziet het bot eigenlijk niet, maar juist wel de zachtere delen van het lichaam.
Je hebt epilepsie als je: meerdere epileptische aanvallen hebt gehad; één epileptische aanval hebt gehad en er zijn afwijkingen op het EEG (hersenfilmpje) of een CT- of MRI-scan te zien.
Maar soms is er steeds dezelfde aanleiding. We noemen dit een uitlokker of trigger. Uitlokkers zijn niet de oorzaak van epilepsie, maar vergroten de kans op een aanval. Dit gebeurt alleen als je er gevoelig voor bent.
Als je jarenlang veel aanvallen hebt, kan het geheugen minder goed gaan werken. Dat risico is groter bij mensen met epilepsie die aanvallen hebben door een hersenbeschadiging. De kans op geheugenstoornissen is groter als de aanvallen ontstaan vanuit de temporaalkwab ook wel slaapkwab genoemd.