Het vaakst in de botten. Mogelijke klachten bij uitzaaiingen zijn: botpijn, misselijkheid, hoofdpijn, benauwdheid en vermoeidheid. Bij uitzaaiingen zijn er behandelingen mogelijk die uw leven verlengen en klachten verminderen, bijvoorbeeld bestraling tegen pijn.
Bij veel vormen van kanker komen uitzaaiingen naar de botten voor, ook wel botmetastasen genoemd. Deze kunnen zorgen voor hevige pijn en botbreuken. Bestraling geldt als de standaardbehandeling voor deze uitzaaiingen, met als doel de pijn te verlichten en de functie van het bot te behouden.
Botpijn komt voor als er uitzaaiingen zijn in een van de botten van het skelet. Botpijn wordt vaak omschreven als een diepe, doffe pijn (zoals groeipijn) die je niet echt kunt 'aanraken'. Tumoren en uitzaaiingen scheiden ook chemische stoffen af die soms ook rechtstreeks pijnzenuwen prikkelen en dus pijn veroorzaken.
Nee, kanker opsporen met alleen een bloedafname, zonder te zoeken naar een specifieke kanker, kan niet. Als een arts een bepaalde kanker vermoedt, kan hij in een aantal gevallen wel (proberen) die op te sporen in het bloed. Meestal volstaat een bloedonderzoek echter niet.
Wervelbreuken zijn in feite het ergste, deze ontstaan dikwijls ongemerkt. Soms ontstaat de pijn acuut, bijvoorbeeld in de rug doordat een wervel inzakt. Inzakken klinkt niet zo dramatisch maar is toch ook een breuk! De pijn is dan heftig, neemt langzaam af en kan na een aantal weken ( 6-8) helemaal weg zijn.
Zoledroninezuur bindt zich aan het calcium (kalk) in het bot. Dit remt de afbraak van de botten. De snelheid van afbraak en opbouw van de aangetaste botten neemt af. Hierdoor heeft u minder botpijn en minder kans op botbreuken.
Een behandeling voor een bottumor kan bedoeld zijn om u te genezen. Als genezing niet meer mogelijk is, kunnen we u behandelen om uw levenskwaliteit te verbeteren. En als dat kan, om uw leven te verlengen.
De levensverwachting van iemand met botuitzaaiingen hangt af van de soort kanker die naar de botten is uitgezaaid. En van hoe agressief die kankercellen zijn. Een aantal andere zaken zijn ook van invloed op de levensverwachting: andere plaatsen in het lichaam waar uitzaaiingen zitten.
Helpt paracetamol met of zonder NSAID's onvoldoende, dan kan de arts morfine of een morfineachtige pijnstiller (opioïd) voorschrijven. Meestal schrijft de arts oxycodon (tablet), morfine (tablet) of fentanyl (pleister) voor.
Een MRI-scan maakt een serie foto's van het lichaam of een deel ervan. Hiermee kan de arts een beter beeld krijgen van de uitzaaiing en de weefsels eromheen.
Uitzaaiingen kunnen al bij de eerste diagnose aanwezig zijn, maar ook pas jaren later ontstaan. Als kankercellen losraken van de tumor, worden ze via het bloed of lymfebanen, of via beide, naar andere organen verspreid.
De fysiotherapeut helpt u om rustig in beweging te komen én te blijven. In veel gevallen zal de arts ook een pijnstiller voorschrijven. Omdat paracetamol vaak goed werkt, is dat de eerste keus. Vermindert paracetamol de pijn onvoldoende, dan krijgt u een sterkere pijnstiller.
Naast de breuken hebben osteoporosepatiënten vaak last van rugklachten. Ruggenwervels bestaan voor een groot deel uit dat sponsachtige bot en als door osteoporose de steunfunctie van de rug is ondermijnd, is er een verhoogd risico dat de patiënt ingezakte ruggenwervels krijgt. Dat kan erg pijnlijk zijn.
Tramadol is een sterke pijnstiller. Morfine, fentanyl en oxycodon zijn heel sterke pijnstillers. Bijwerkingen zijn suf zijn, moeilijk poepen, duizelig zijn en verslaving.
Voldoende lichaamsbeweging bestaat normaal gesproken uit minimaal een half uur matig intensieve lichamelijke activiteit (zoals stevig wandelen of fietsen) op minimaal vijf, maar bij voorkeur alle dagen van de week. Roken heeft effect op de botgenezing.
Als u een ingezakte wervel heeft, kunt u het volgende voelen: Pijn in de rug die plotseling opkomt of langzaamaan ontstaat en die erger wordt bij het rechtop zitten of staan en minder wordt als u gaat liggen. Pijn, gevoelloosheid of verlamming in de benen. Pijn bij het hoesten, niezen, lachen of diep ademhalen.
Bot- of wervelbreuken veroorzaken vanzelfsprekend ook pijn. En als je houding en manier van lopen verandert, kun je bovendien last krijgen van spierpijn.
Voordat zo'n uitzaaiing zichtbaar wordt moeten er enkele jaren verstrijken. Na vijf (of soms tien jaar) tumorvrij te zijn, gaat men ervan uit dat er geen uitzaaiingen waren. In feite was iemand dus al genezen op het moment dat de behandeling was gestopt. Het kan ook dat de kanker 'terugkomt'.
Terwijl de tafel verschuift, maakt de CT-scan een aantal foto's. Op een foto is telkens een ander stukje van het orgaan of weefsel afgebeeld. Deze foto's maken een tumor en eventuele uitzaaiingen zichtbaar. Ze laten ook zien hoe groot de tumor is en welke vorm deze heeft.
Uitzaaiingen die mogelijk kunnen genezen zijn: uitzaaiingen in de lever, of. 1 of een paar uitzaaiingen in de longen, of. uitzaaiingen in het buikvlies en de buikholte.
De straling wordt opgevangen met een 'gammacamera', waardoor een beeld van het skelet ontstaat. Als er grotere botactiviteit is wordt meer straling opgevangen en ontstaan er donkere plekken op de botfoto (ofwel het scintigram). Deze kunnen bijvoorbeeld wijzen op oude breuken, slijtage of uitzaaiingen.
Bij een botscan maken we beelden van uw skelet, dus van uw botten en gewrichten. Op deze beelden kunnen we mogelijke afwijkingen zien. Een botscan heet ook wel een skeletscintigrafie. Voor de scan gebruiken we een gammacamera en een klein beetje radioactieve vloeistof.