De of het zoutwater? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord zoutwater? Is het de zoutwater of het zoutwater? Het juiste lidwoord dat je voor het woord zoutwater moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord zoutwater
Dit of deze zoutwater:
dit zoutwater
Dat of die zoutwater:
dat zoutwater
Bezittelijk voornaamwoord zoutwater
Onze of ons zoutwater:
ons zoutwater
Jouw of jou:
jouw zoutwater
Elke of elk zoutwater?Elk zoutwater
Gerelateerd aan zoutwater