De of het twaalf? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord twaalf? Is het de twaalf of het twaalf? Het juiste lidwoord dat je voor het woord twaalf moet gebruiken is:
De twaalf
Aanwijzend voornaamwoord twaalf
Dit of deze twaalf: deze twaalf
Dat of die twaalf: die twaalf

Bezittelijk voornaamwoord twaalf
Onze of ons twaalf: onze twaalf
Jouw of jou: jouw twaalf

Elke of elk twaalf?
Elke twaalf
Gerelateerd aan twaalf