De of het kruisiging? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord kruisiging? Is het de kruisiging of het kruisiging? Het juiste lidwoord dat je voor het woord kruisiging moet gebruiken is:
De kruisiging
Aanwijzend voornaamwoord kruisiging
Dit of deze kruisiging: deze kruisiging
Dat of die kruisiging: die kruisiging

Bezittelijk voornaamwoord kruisiging
Onze of ons kruisiging: onze kruisiging
Jouw of jou: jouw kruisiging

Elke of elk kruisiging?
Elke kruisiging
Gerelateerd aan kruisiging