De of het gemak? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord gemak? Is het de gemak of het gemak? Het juiste lidwoord dat je voor het woord gemak moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord gemak
Dit of deze gemak:
dit gemak
Dat of die gemak:
dat gemak
Bezittelijk voornaamwoord gemak
Onze of ons gemak:
ons gemak
Jouw of jou:
jouw gemak
Elke of elk gemak?Elk gemak
Gerelateerd aan gemak