De of het aartshertog? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord aartshertog? Is het de aartshertog of het aartshertog? Het juiste lidwoord dat je voor het woord aartshertog moet gebruiken is:
De aartshertog
Aanwijzend voornaamwoord aartshertog
Dit of deze aartshertog: deze aartshertog
Dat of die aartshertog: die aartshertog

Bezittelijk voornaamwoord aartshertog
Onze of ons aartshertog: onze aartshertog
Jouw of jou: jouw aartshertog

Elke of elk aartshertog?
Elke aartshertog
Gerelateerd aan aartshertog