Urine-retentie is een ophoping van urine (plas) in de blaas. U kunt niet meer plassen of slechts kleine beetjes plassen. Retentie betekent vasthouden. Dit vasthouden van urine kan acuut ontstaan of zich langzaam ontwikkelen.
Blaaslediging: De blaas leegt zich voor nagenoeg 100%. Het is niet ongewoon dat er 10-15 ml achterblijft. De blaas lediging begint met het bewust ontspannen van de bekkenbodem, daarna ontspant de sluitspier van de urinebuis zich en trekt de blaasspier samen.
Acute urineretentie komt vrijwel uitsluitend voor bij mannen. De incidentie loopt op van 0,4% (leeftijd 50-60 jaar) tot 2% (> 70 jaar).Bij vrouwen is de incidentie circa 0,003%.
Raadpleeg dringend een arts als je niet meer kunt plassen, want een spoedige behandeling is nodig. Bij chronische urineretentie moet verder onderzoek gebeuren. De arts zoekt naar de onderliggende oorzaak en bepaalt een eventuele behandeling.
Medicijnen. Uw arts kan u medicijnen voorschrijven om de symptomen van uw urineretentie onder controle te krijgen. Sommige van deze medicijnen werken op de spieren die voor het plassen nodig zijn, andere op het wegnemen van de obstructie.
Symptomen bij urineretentie
Buikpijn, • Pijnlijke zwelling in de onderbuik, • Niet of druppelsgewijs plassen, • Ongewild urineverlies, • Slappe urinestraal, • Vaak kleine beetjes plassen, • Snel een terugkerende aandrang om te plassen.
Artsen schrijven tolterodine voor als dergelijke oefeningen om de blaas te trainen niet of onvoldoende helpen. Tolterodine ontspant de blaasspier. De blaas kan daardoor meer urine bevatten voordat aandrang ontstaat. Tolterodine is alleen zinvol bij mensen met aandrangincontinentie.
Wanneer je je blaas in de loop der tijd niet goed kunt leegplassen, is er sprake van chronische urineretentie. De belangrijkste oorzaken van deze vorm van urineretentie zijn een blaasspier die niet sterk genoeg is of omdat je bekkenbodemspieren te gespannen zijn.
Oorzaken van blaasretentie
Als je je blaas niet goed kunt leegplassen, komt dat meestal doordat de urine wordt tegengehouden. Bijvoorbeeld door: een vergrote prostaat. een tumor.
om de blaas volledig te legen kunt u een aantal keren het bekken kantelen (onderrug hol en bol maken), ga daarna weer rechtop zitten en ontspan zoveel mogelijk; knijp tot slot de bekkenbodemspier aan en trek in; veeg niet teveel met toiletpapier. Spoel liever na met wat water en dep daarna droog.
Daarmee kan mogelijk een opname worden voorkomen. bij retentie > 1000 cc: katheter verwijderen in overleg met uroloog bij retentie < 1000 cc: katheter verwijderen na 2 weken, controle m.b.v. bladderscan. Als er geen bladderscan aanwezig is: controle d.m.v. éénmalige katheterisatie.
Urineretentie kan worden veroorzaakt door een obstructie in de urinewegen of door neurologische problemen die de signalen tussen hersenen en blaas verstoren. Dit veroorzaakt een inactieve blaasspier, waardoor je problemen hebt met het goed legen van de blaas.
Retentie is het onvermogen om de blaas te ledigen. Als de retentie groter is dan 200 ml, zal de verpleegkundige éénmalig katheteriseren. Na ongeveer vier uur zal de retentie opnieuw bepaald worden. Als voor de nacht de retentie groter is dan 200 ml, krijgt u 's nachts een katheter.
Nadat u geplast heeft zal de verpleegkundige met de bladderscan controleren of er niet te veel urine is achtergebleven in de blaas. Mocht dit minder dan 250 ml zijn dan plast u goed uit.
Al het vocht dat er in gaat gaat er ook ooit uit. Een volwassene heeft gemiddeld 1,5 tot 2 liter per dag aan vocht nodig in de vorm van dranken. Dan gaat het langzaam er via een paar manieren er weer uit: ongeveer 1.400 milliliter plas je er uit.
Hoewel 's nachts de urineproductie terugvalt tot 25 %, moet meer dan de helft van de mensen ouder dan vijftig minstens eenmaal per nacht naar het toilet. Naarmate we ouder worden, moeten we 's nachts vaker plassen. Als iemand twee keer of vaker moet opstaan om te plassen, kunnen we van een plasprobleem gewagen.
Normaal gesproken plassen we per 24 uur ongeveer zes á zeven keer, waarvan soms één keer 's nachts. Als u vaker moet plassen – misschien wel ieder uur- dan spreken we van een overactieve blaas.
Door de blaas plotseling te laten leeglopen ontstaat bij IC een zogenaamde huilende blaas. Overal zijn dan kleine bloedingen zichtbaar. Soms besluit de arts tot een bioptie: het wegnemen van stukjes weefsels (biopt) uit de blaaswand, om te onderzoeken.
Hoe kan je klantretentie berekenen? Stel je wilt de (ratio van) je klantretentie berekenen over het afgelopen jaar. Dan moet je eerst weten hoeveel klanten je totaal hebt en daar de nieuwe klanten in die periode vanaf halen.Deel dat door het aantal klanten aan het begin van dat jaar en vermenigvuldig dat met 100.
Retentie is het vermogen van een organisatie om haar medewerkers te behouden. Retentie wordt meestal weergegeven als percentage. Wanneer je een retentiegraad van 80% hebt, wil dat zeggen dat een organisatie dat jaar 80% van haar werknemers behield en 20% verloor.
Moeite hebben met plassen, een verzwakte urinestraal en nadruppelen zijn veelvoorkomende plasproblemen bij mannen. Vooral nadruppelen na het plassen is een veelvoorkomende klacht. Toch zijn er maar weinig mannen die ermee naar de huisarts gaan. Uit schaamte blijven ze langer dan nodig met het probleem rondlopen.
Een verblijfskatheter kan maximaal 10 tot 12 weken blijven zitten, afhankelijk van het materiaal. Daarna zal de arts of verpleegkundige, indien nodig, een nieuwe katheter bij u inbrengen. Via de katheter loopt de urine uit de blaas in een urineopvangzak. Zo kan de urine goed afgevoerd worden.
Elke dag produceren de nieren 180 liter voorurine, waar maar 1,5 liter urine van overblijft. Dit komt vooral omdat 99 procent van het water in de voorurine geresorbeerd wordt. Van een glas water dat je nu drinkt, zal de helft over iets meer dan een week je lichaam verlaten hebben.
Bij volwassenen varieert de blaasinhoud van 350 tot 500 milliliter. Als deze hoeveelheid urine in de blaas zit, krijgt u meestal het gevoel dat u moet plassen. U reageert op deze aandrang door de blaas te legen.