Ieder jaar komen er in Nederland circa 1300 jonge vrouwen met Anorexia bij. Ongeveer 45% van de patiënten herstelt volledig, 30% verbetert gedeeltelijk en 25% herstelt niet. Tussen de 5 en 10% van de patiënten overlijdt aan de gevolgen van deze ziektes (door slechte lichamelijk conditie of suïcide).
Gemiddeld duurt een eetstoornis behandeling zo'n twee jaar, mits deze succesvol is. Soms is intensieve behandelingen of klinische opname goed en in andere gevallen volstaat een wekelijks gesprek met een coach of behandelaar.
Eetstoornissen zijn erg moeilijk om zelf te overwinnen. Je hebt daar hulp bij nodig. Er bestaan tegenwoordig steeds betere therapieën voor eetstoornissen. Hoe eerder je erkent dat je een probleem hebt en een behandeling zoekt, hoe groter de kans op goed herstel.
Je bent vooral obsessief bezig met “gezond” eten. Je vindt het belangrijk om weinig te wegen en mag van jezelf alleen een beperkt aantal producten eten, zoals rauwe groenten. Je krijgt met deze vorm van anorexia vaak onvoldoende en weinig gevarieerd eten binnen.
We speken van anorexia als iemand consequent het lichaamsgewicht op of onder de 85% houdt van het gewicht dat normaal verwacht mag worden. Bij volwassenen komt dit neer op een Body Mass Index (BMI) van maximaal 17,5.
Er worden 2 types anorexia onderscheiden: het beperkende type en het purgerende type. Bij het beperkende type anorexia ligt de nadruk op het onder controle houden van het gewicht door (te) weinig te eten en overmatig te sporten. Het purgerende type staat ook wel bekend als het gemengde type.
Probeer niet te pushen
"Laat weten dat je je zorgen maakt zonder te pushen", adviseert Hoek. "Als iemand ontkent heeft het geen enkele zin om erover door te gaan." Heel erg gaan letten op wat iemand eet, is ook niet verstandig.
Van alle psychische stoornissen hebben eetstoornissen het hoogste sterftecijfer. Met name anorexia en boulimia maken dodelijke slachtoffers. Bijna vier procent van de mensen die lijden aan een van deze eetstoornissen overlijdt. Dat kan komen door uitdroging, gebrek aan voedingsstoffen, maar ook door zelfmoord.
Anorexia symptomen
erg angstig zijn voor toename van gewicht. obsessieve gedachten rondom eten, soms valt dit ook de omgeving op. drastisch gaan lijnen terwijl dit niet nodig is. hyperactief worden, je gaat extreem veel sporten en fanatiek bewegen.
Iemand met anorexia nervosa kent net zoals iedereen het 'hongergevoel', maar onderdrukt dit gevoel op verschillende manieren. Het verlangen om mager te zijn overheerst bij iemand met anorexia nervosa. Tevens speelt er een angst om 'dik' te zijn of te worden.
Jongeren met een eetstoornis hebben vaak een negatief zelfbeeld. Als ze controle hebben over hun gewicht, geeft dat ze een gevoel van eigenwaarde. Het afvallen geeft een gevoel van controle en het gevoel dat ze ergens goed in zijn. Meestal houden ze hun eetprobleem zo veel mogelijk geheim.
Je kunt daardoor last hebben van beven, wazig zien, duizeligheid, hartkloppingen en hartritmestoornissen en zelfs een hartstilstand. Na verloop van tijd kunnen botafbraak, oedeem en spierzwakte optreden. Een krimpende maag, waardoor je steeds minder kunt eten. Een verstoord honger- en verzadigingsgevoel.
Anorexia komt meestal voor tussen de leeftijd van 14 en 24 jaar. Boulimie treedt doorgaans op tussen 16 en 20 jaar.
Er werd gekeken naar verbanden tussen BMI en sterfgevallen met verschillende oorzaken. Mensen van alle leeftijden met ondergewicht (een BMI van 18,5 of lager) bleken 1,8 keer zo veel kans op overlijden te hebben als mensen met een gezond gewicht (een BMI tussen 18,5 en 25,9).
Anorexia is de dodelijkste van de psychische aandoeningen: 5 tot 10 procent van de patiënten overlijdt.
Een eetstoornis heeft ook ernstige negatieve gevolgen voor je lichaam. De menstruatie kan uitblijven, wat uiteindelijk soms leidt tot blijvende onvruchtbaarheid.
Mensen met dit eetprobleem zijn geobsedeerd bezig met voedsel en de weegschaal en zeer vaak met het tellen van calorieën. Ze leggen zichzelf een zeer beperkt eet en soms ook een zwaar beweegpatroon op. Het dagelijks wegen en meten van het lichaamsomvang hoort daarbij.
Kort voor de hoofdmaaltijd alvast iets kleins of friszuurs eten of drinken kan de eetlust opwekken. Denk bijvoorbeeld aan een toastje, een appel of een glas sinaasappelsap. Met een beetje suiker of honing kun je een maaltijd soms aantrekkelijker voor je naaste maken. Veel mensen houden van toetjes.
Erfelijkheid speelt een belangrijke rol. Dat betekent dat als (een van) je ouders anorexia hebben (of hadden), je een grotere kans hebt om het zelf ook te krijgen. Ook als je ouders een angst, dwang- of stemmingsstoornis hebben, is je kans op het krijgen van anorexia hoger.
Genetische factoren zijn duidelijk aanwezig en ook geboortecomplicaties zouden aanwijzingen zijn voor een aangeboren kwetsbaarheid op het gebied van eetgedrag en de ontwikkeling van een eetstoornis. Zoals de meeste hypothesen over de oorzaken van psychiatrische aandoeningen, is ook deze visie omstreden.
Iemand heeft ondergewicht bij een BMI onder de 18,5 kg/m2. Wil je aankomen of ben je ongewenst afgevallen? Maak dan een afspraak met je huisarts om dit te bespreken. Is je BMI veel te laag (lager dan 17 kg/m2), neem dan in elk geval contact op met je huisarts om de mogelijke oorzaak vast te stellen.