Welk lidwoord (de of het) hoort bij het zelfstandige naamwoord termijn? Is het de termijn of het termijn? Het juiste lidwoord die je voor het woord termijn moet gebruiken is:
De termijn
Aanwijzend voornaamwoord:
Dit of deze:
deze termijn
Dat of die:
die termijn
Bezittelijk voornaamwoord:
Onze of ons:
onze termijn
Jouw of jou: jouw termijn
Onbepaald voornaamwoord:
Elke of elk:
elke termijn
Meervoud van termijn
Het woord termijn heeft in het Nederlands één meervoudsvorm die eindigt op -en. De correct gespelde meervoudsvorm voor termijn is:
Termijnen
Termijn heeft zoals veel woorden in het Nederlands een meervoudsvorm die op -en eindigt. Er is geen andere meervoudsvorm mogelijk voor het woord termijn. Het enige correcte meervoudsvorm in het Nederlands is termijnen.
Betekenis termijn
Er zijn drie definities voor het woord termijn:
een vast tijdstip waarop iets gaat gebeuren of iets gebeurd moet zijn
een begrensde tijdruimte waarin iets moet gebeuren
een gedeelte van de schuld dat binnen een vaste periode betaald moet worden
Bron: WikiWoordenboek, CC BY-SA 3.0.
Uitspraak termijn
Beluister het audiostand om te horen hoe je termijn uitspreekt.
Bron: wikimedia, CC BY-SA 3.0.
We zijn wettelijk verplicht om u toestemming te vragen voor het gebruik van cookies. Meer info.
Ok, prima