Wat is het meervoud van
zelfbouwer
?
Het woord zelfbouwer heeft in het Nederlands één meervoudsvorm die eindigt op -s. De correct gespelde meervoudsvorm voor zelfbouwer is:
Zelfbouwers
Gerelateerd aan zelfbouwer
De of het zelfbouwer
Betekenis zelfbouwer
Hoe spreek je zelfbouwer uit?