Wat is het meervoud van
thuiszitter
?
Het woord thuiszitter heeft in het Nederlands één meervoudsvorm die eindigt op -s. De correct gespelde meervoudsvorm voor thuiszitter is:
Thuiszitters
Gerelateerd aan thuiszitter
De of het thuiszitter
Ander woord voor thuiszitter
Betekenis thuiszitter
Hoe spreek je thuiszitter uit?