Wat is het meervoud van
huwelijkspartner
?
Het woord huwelijkspartner heeft in het Nederlands één meervoudsvorm die eindigt op -s. De correct gespelde meervoudsvorm voor huwelijkspartner is:
Huwelijkspartners
Gerelateerd aan huwelijkspartner
De of het huwelijkspartner
Ander woord voor huwelijkspartner
Betekenis huwelijkspartner
Hoe spreek je huwelijkspartner uit?