In de 17e en 18e eeuw was de driehoekshandel op zijn hoogtepunt en werden grote aantallen slaven door vooral Portugese, Engelse, maar ook Spaanse en Nederlandse handelaren gekocht aan de kust van West-Afrika en verkocht in Amerika. De huidige schatting is dat 12 miljoen slaven zijn vervoerd vanuit Afrika naar Amerika.
In totaal verhandelen de Nederlanders bijna 600.000 Afrikaanse mannen, vrouwen en kinderen van de 16e tot de 19e eeuw. Ook andere landen handelen in slaven. Zo verhandelt Portugal zo'n 5,8 miljoen mensen. Het totale aantal wereldwijd ligt naar schatting tussen de 11 en 13 miljoen mensen.
De Arabieren waren zodoende de eerste georganiseerde slavenhandelaren die massaal Afrikanen naar buiten Afrika brachten. De slaven in Arabische landen werkten in de huishouding, als soldaat of ambachtslieden. Men schat dat er tussen 850 en 1850 drie miljoen Afrikanen door de Arabieren zijn verhandeld.
De slavenhandel begon toen de Afrikaanse vorsten gijzelaars uitleverden aan de Europese handelaren. De Europeanen zagen echter al snel brood in de mensenhandel en vooral de Portugezen zetten een grootschalige slavenhandel op touw.
De onderzoekers hebben uitgerekend dat de opbrengst van de Nederlandse slavenhandel in de zeventiende en achttiende eeuw tussen de 63 en 79 miljoen gulden is geweest. Per jaar was het tussen de 200.000 en 600.000 gulden, met af en toe uitschieters van meer dan een miljoen gulden.
Als laatste land ter wereld schafte Mauritanië de slavernij af, in 1980.
In Afrika kochten Nederlandse kooplieden slaven van Afrikaanse stamhoofden. Er werd in die tijd veel oorlog gevoerd tussen verschillende stammen in Afrika. Een stamhoofd nam zijn vijanden gevangen en voerde ze naar de kust. Daar verkocht hij ze als slaven aan een koopman.
Een lange geschiedenis
Zo leerden de Portugezen de slavernij kennen. Zij begonnen ook met de handel vanaf de Afrikaanse Westkust en beschermden deze door het bouwen van forten, waaronder het fort São George der Mina, het later Elmina. Omstreeks 1630 gaan de Hollanders zich met de slavenhandel bezighouden.
Ketikoti in Suriname
Op 1 juli 1955, onder premier Ferrier, werd 'Ketikoti' een officiële Surinaamse feestdag (vrije dag). Formeel heet deze dag Dag der Vrijheden. Informeel wordt de feestdag ook wel Kettingsnijden genoemd.
De Ashanti waren een machtige stam. De hoofdinkomsten kwamen eeuwenlang uit de handel in goud en slaven. De Ashanti waren slavenhouders die de slaven lieten werken in hun goudmijnen. Ook voerden ze een levendige handel, eerst met de slavenhandelaren die uit het noorden van Afrika kwamen.
In het begin, tot 1650, waren dat twee gebieden: de kust van Guinee en Angola. Na 1650 kwamen daar de Slavenkust en Biafra bij en in de achttiende eeuw kochten de Nederlanders ook slaven op de Goud- en Ivoorkust.
Opmerkelijk is dat de traditionele vorm van slavernij - mensen als eigendom - in Mauritanië het meest voorkomt. De top-10 van landen met de hoogste percentages slaven bestaat verder uit Haïti, Pakistan, India, Nepal, Moldavië, Benin, Ivoorkust, Gambia en Gabon. Nederland staat in de Index op de 139ste plek.
De inheemse bevolking was gedecimeerd en niet te dwingen, Europeanen konden evenmin gedwongen worden. Toen ontstond het plan hiervoor Afrikanen te halen, als slaaf. In de tijd dat Nederland Brazilië van de Portugezen had overgenomen (1630-1654) keek Nederland deze perverse truc af en ging er mee verder.
Slavernij duurde tot ongeveer 1865 in ongeveer de helft van de Amerikaanse staten. Als economisch systeem werd de slavernij grotendeels vervangen door sharecropping en het convict leasing, het verpachten van gevangenen.
In de Gouden eeuw zorgen schepen van de West Indische Compagnie voor ongekende rijkdom in de Nederlanden en de kooplieden verdienen geld als water met onder andere de handel in tot slaaf gemaakten. Hiervoor betalen honderdduizenden tot slaaf gemaakten een hoge prijs met hun leven en met hun vrijheid.
Naast Bantu-slaven maakten de Somaliërs ook tot slaaf van de Chamito-Semitische pastorale volkeren . Veel Oromo's werden dus gevangen genomen tijdens oorlogen en invallen. Er waren echter zeer duidelijke verschillen in de perceptie en behandeling van Oromo-slaven in vergelijking met Bantu-slaven.
Zoals staat geschreven in het boek 'Disposable People: New Slavery in the Global Economy: “In 1850 kostte een gemiddelde slaaf in het zuiden van Amerika, omgerekend naar hedendaags geld, $ 40,000. Nu kost een slaaf wereldwijd gemiddeld $ 90.”
Degene die het eigendom is van de ander wordt gedwongen om voor de eigenaar zwaar werk te verrichten, tegen weinig of vaak zelfs helemaal geen loon. Zo iemand heet een slaaf en zijn lichaam is het bezit van de landeigenaar.
Ook Nederlandse kooplieden deden mee aan die handel. Ze haalden die mensen uit Afrika. In de 18e eeuw werd er veel oorlog gevoerd tussen verschillende stammen in Afrika. Het stamhoofd nam zijn vijanden gevangen en verkocht deze als slaven aan een Nederlandse koopman.
Op 1 juli 1863 kregen 34,8 duizend slaven in Suriname en 11,8 duizend slaven op de Nederlandse eilanden in het Caribisch gebied hun vrijheid. Zij werkten vooral op plantages waar suiker, koffie, cacao en katoen werden geproduceerd voor de wereldmarkt.
De slaven werden aan boord met velen "opgeslagen" in het laadruim waardoor ziekten welig konden tieren. Eén schip kon tot meer dan 800 slaven herbergen. Er was niet veel ruimte meer over voor proviand. Hierdoor was er soms weinig te eten en drinken voor de slaven.
Denemarken was in 1803 het eerste Europese land dat de slavernij afschafte, zestig jaar vóór Nederland. In 1807 verbood het Verenigd Koninkrijk – een van de grootmachten op dit gebied - de slavenhandel en in 1833 ook de slavernij. Pas dertig jaar later deed Nederland hetzelfde. Waarom duurde dat zo lang?
Zij werkten onder dwang voor een baas zonder dat ze daar geld mee verdienden. De slavernij duurde zo'n tweehonderd jaar. Elk jaar wordt herdacht én gevierd dat Nederland de slavernij in Suriname en op de Antillen afschafte op 1 juli 1863. Op deze kalender zie je hoe Peperpot er vroeger uitzag.
Hoe werd iemand slaaf? Mensen werden als slaaf meegenomen als ze bijvoorbeeld hun vrijheid kwijt waren, vanwege een misdaad of schulden. Ook mensen waarvan hun ouders slaaf waren, werden automatisch slaaf. De meeste slaven werden gewoon uit hun dorp gehaald en vanuit Afrika meegenomen naar Amerika, de plantages.