Voorrang bij uitrittenAls je een uitrit verlaat, denk bijvoorbeeld aan een woonerf of een parkeerplaats, moet je al het andere verkeer voorrang geven.
Voorrang woonerf
In een woonerf of 30 km zone gelden de normale voorrangsregels. Bij een gelijkwaardig kruispunt hebben bestuurders van rechts dus voorrang. Kom je uit een uitritconstructie (bijvoorbeeld hoogteverschil door een oprit)? Dan moet je alle weggebruikers voor laten gaan.
Het erf is een plek voor kinderen, voetgangers en fietsers. Zij mogen het erf over de volle breedte gebruiken. Wanneer je het erf verlaat moet je voorrang verlenen aan alle andere verkeersdeelnemers.
Bij een uitrit moet hij alle weggebruikers, dus ook voetgangers, op de doorgaande weg dan voor laten gaan.
In principe geldt dat bestuurders die van rechts komen op gelijkwaardige kruispunten voorrang krijgen. Maar dat geldt ook weer niet altijd. Zo gaan verkeerstekens zoals haaientanden boven verkeersregels en gaan verkeerslichten weer boven verkeerstekens. Verder worden voetgangers niet als bestuurders gezien.
Ritsen op doorgaande rijstrook
Bij het samengaan van twee rijstroken kan een van beide rijstroken doorlopen. De bestuurders ritsen dan op een doorgaande rijstrook. Dit betekent dat slechts een van beide bestuurders bij het ritsen invoegt. De invoegende bestuurders moeten dan voorrang verlenen aan al het andere verkeer.
Als u keert op de weg moet u het overige verkeer voor laten gaan. U mag niemand hinderen. Let goed op het overige verkeer.
Als bestuurder moet je voetgangers voor laten gaan bij zowel het inrijden van een erf, op het erf zelf en bij het verlaten van het erf.
En dat betekent nogal wat: volgens de verkeersregels in Nederland moet iedereen die een uitrit verlaat al het kruisende verkeer voorrang verlenen, zelfs voetgangers.
Verkeersregels op een woonerf
Naast een eigen verkeersbord heeft een woonerf een aantal specifieke regels: Automobilisten moeten stapvoets rijden. Dat betekent dat de maximumsnelheid op een woonerf 15 km/u is. Fietsers mogen dus ook niet harder dan deze snelheid rijden.
Een stopbord is een verkeersbord. De bestuurder die het bord nadert moet stoppen en moet voorrang verlenen aan alle bestuurders op de kruisende weg. Het bord komt dus voor bij het naderen van een voorrangsweg of voorrangskruispunt. Stoppen houdt in dat het voertuig echt tot stilstand moet komen.
Bestuurders moeten blinden en slechtzienden voor laten gaan in het verkeer. Dit geldt ook voor mensen die slecht ter been zijn. Gun elkaar de ruimte. Wees erop alert dat mensen met een beperking u niet altijd kunnen waarnemen.
Voorrangsregels woonerf
Op een woonerf gelden geen speciale voorrangsregels. Voetgangers en fietsers hebben dus niet altijd voorrang op een woonerf, zoals sommige mensen denken. Bij het inrijden of verlaten van een woonerf kan er sprake zijn van een uitrit, waar bestuurders al het andere verkeer voor moeten laten gaan.
Op grond van het Nederlands Burgerlijk Wetboek is een uitrit een ingang of uitgang welke vanaf de openbare weg bereikbaar is. Het is een uitgang vanaf een gebouw, garage of erf.
Rechts heeft voorrang, met uitzonderingen
Bestuurders verlenen voorrang aan van rechts komende bestuurders. Er zijn een aantal uitzonderingen. Bestuurders op een onverharde weg verlenen voorrang aan bestuurders op een verharde weg.
Bij voor laten gaan gaat het vaak om niet bestuurders zoals voetgangers. Voorrang verlenen gebeurt alleen tussen voertuigen onderling, en hier vallen de verkeersdeelnemers die op te voet deelnemen aan het verkeer niet onder.
De snelheidslimiet op een erf is 15 km/uur (oorspronkelijk aangeduid als stapvoets). Met snelheidsremmende voorzieningen moet deze snelheid worden 'afgedwongen'; een sobere uitvoering is dus niet toegestaan.
Op een kruispunt moet je als bestuurder voorrang verlenen aan bestuurders die van rechts komen. Op deze regel gelden de volgende uitzonderingen: a. Als je op een onverharde weg rijdt, verleen je voorrang aan bestuurders die op een verharde weg rijden.
Sinds 1 maart 2007 behouden van rechts komende bestuurders dus altijd hun voorrang, ook al zijn ze eerder gestopt!
Doorgaande rijbanen zijn rijbanen zonder de invoeg- en uitvoegstroken. Op de doorgaande rijbanen is het niet mogelijk om in en uit te voegen. Deze rijbanen zijn bestemd voor bestuurders die de weg blijven volgen.
Andere belangrijke voorrangsregels die op een kruispunt gelden zijn: bij een speciale handeling (keren, parkeren, achteruitrijden) moet je het andere verkeer voor laten gaan. verkeer dat rechtdoor gaat op de kruising mag voor. de bestuurder die haaientanden heeft moet stoppen.
Het verlaten van een uitritconstructie is dus een bijzondere manoeuvre of bijzondere verrichting. In een dergelijk geval dient de persoon die een uitrit verlaat dus iedere andere verkeersdeelnemer voorrang verlenen. Deze voorrang geldt dus niet alleen voor bestuurders, maar ook voor voetgangers.
Elk van de drie auto's heeft dus voorrang op een andere auto, maar moet tegelijk ook voorrang verlenen.