Bij bodemverontreiniging geldt immers in principe de regel: "de vervuiler betaalt". Dit wil zeggen dat in eerste instantie de veroorzaker van de verontreiniging ook de sanering moet bekostigen. De veroorzaker van een verontreiniging hoeft echter niet altijd de saneringskosten te betalen.
Als eigenaar van een stuk grond bent u verantwoordelijk voor de kwaliteit van deze grond. U moet bodemvervuiling voorkomen en de verontreiniging die u veroorzaakt zo snel mogelijk en geheel verwijderen (saneren).
Het reinigen van vervuilde grond kost vaak veel energie van machines en mankracht per kubieke meter om de verontreiniging tot de juiste waarde te saneren, waardoor bodemsanering best een dure klus betreft. De kosten liggen tussen de €100 en €250 per kubieke meter grond.
Er bestaan twee 'hoofdwerkwijzen' binnen bodemsanering: ex situ en in situ. Bij ex situ saneringen wordt de verontreinigde grond afgegraven en afgevoerd naar een grondverwerkingsbedrijf waar de grond gereinigd wordt. Vaak wordt hierbij ook verontreinigd grondwater bemalen en gezuiverd.
Op dit moment kost een verkennend bodemonderzoek gemiddeld 5.000 euro, net als een gedetailleerd bodemonderzoek. Voor een risico-onderzoek moet men ongeveer 3.000 euro rekenen. Deze cijfers zijn echter geen absolute waarde, aangezien de prijs afhangt van verschillende factoren.
Verkopers van 'risicogrond' (bijvoorbeeld als er vroeger aardolie werd opgeslagen of als er afvalstoffen werden verwerkt) moeten eerst een oriënterend bodemonderzoek laten uitvoeren om te achterhalen of er sporen van vervuiling zijn. Is dat het geval, dan volgt nog een beschrijvend bodemonderzoek.
Wanneer je een nieuwe woning gaat bouwen of als je een vergunningsplichtige aan of uitbouw gaat doen, is een schoongrondverklaring noodzakelijk. Als je iets gaat bouwen wat van de grond staat, zoals een opbouw, dakterras of dakkapel, is een schoongrondverklaring niet noodzakelijk.
Bij bodemverontreiniging geldt immers in principe de regel: "de vervuiler betaalt". Dit wil zeggen dat in eerste instantie de veroorzaker van de verontreiniging ook de sanering moet bekostigen. De veroorzaker van een verontreiniging hoeft echter niet altijd de saneringskosten te betalen.
Plicht om te saneren
Voor bodemvervuiling die na 1 januari 1987 is ontstaan, geldt de zogenoemde zorgplicht. Dit houdt in dat de vervuiler de verontreiniging, ongeacht de ernst, zo snel mogelijk moet opruimen.
Bodemsanering is het proces waarbij een vervuilde grond wordt vrijgemaakt van bodemverontreiniging. Hiervoor kunnen verschillende technieken gebruikt worden. Eerst wordt een aantal onderzoeken uitgevoerd om te beslissen welke saneringstechniek er best wordt toegepast.
Veelgestelde vragen. Voor de afvoer of aanvoer van verontreinigde aarde moet u een beroep doen op een erkende ophaler. Sommige containerparken aanvaarden (samen met het bouw- en sloopafval of groenafval) wel beperkte hoeveelheden niet-verontreinigde aarde of teelaarde.
Via de website www.degrotegrondvraag.be kan je als grondeigenaar controleren. Je vult je adres in. En aan de hand van de beschikbare informatie van de Vlaamse steden en gemeenten zie je meteen of de grond een risicogrond is.
Een risicogrond kan niet met een blanco bodemattest verkocht worden. De verkoper moet eerst een oriënterend bodemonderzoek laten uitvoeren. Als daaruit blijkt dat de bodem vervuild is, dan moet er een beschrijvend bodemonderzoek gebeuren.
Gronden waarvoor aanwijzingen bestaan dat de concentraties van stoffen in het vaste deel van de bodem hoger liggen dan de richtwaarden en die aangewezen werden door de minister.
Verontreinigende stoffen in de bodem kunnen ecosystemen aantasten als gevolg van de opname door planten en bodemorganismen. Hierbij kunnen andere stoffen een rol spelen dan bij de humane risico's. Bij 2-5% van alle gevallen waar risico's worden verwacht spelen ecologische overwegingen mede een rol.
De geldigheid van een Bodemonderzoek is bepaalt door de overheid. Hoewel de leeftijd van een bodemonderzoek niet wettelijk is vastgelegd, hanteert de overheid een houdbaarheidsduur van bodemonderzoek van vijf jaar.
Uitvoeren beschrijvend bodemonderzoek (BBO)
Dit kan twee tot meerdere maanden duren. De resultaten van dit onderzoek mogen in één gezamenlijk rapport bij OVAM worden gerapporteerd. Zo worden zowel rapporteringskosten als een tweede beoordelingstermijn door OVAM van 60 dagen vermeden.
Een risicogrond is een grond waarop een risico-inrichting gevestigd is of was. Risico-inrichtingen zijn fabrieken, werkplaatsen, opslagplaatsen, machines, installaties, toestellen en handelingen die een verhoogd risico op bodemverontreiniging kunnen inhouden.
Wanneer uw grond vervuild is, kan het zijn dat u uw grond moet saneren. Bodemsanering is het beperken en zoveel mogelijk ongedaan maken van de (dreigende) verontreiniging en de directe gevolgen daarvan. Sanering betekent niet automatisch het verwijderen van de vervuilde grond.
De belangrijkste bronnen van koper en zink in de bodem zijn koper en zink uit dierlijke mest. In natte gebieden heeft deze bodembelasting door de landbouw al geleid tot sterk toegenomen uitspoeling. In overige landbouwgebieden zijn de effecten op de uitspoeling nog gering.
Verkennend bodemonderzoek wordt uitgevoerd volgens de norm NEN 5740. Een dergelijk onderzoek bestaat doorgaans uit het verrichten van boringen, het plaatsen van puilbuizen en het nemen van grond(water)monsters. Aan de hand van deze monsters wordt onderzocht of er sprake is van een of meerdere bodemverontreiniging(en).
Een bodemonderzoek is verplicht als u een bouwvergunning hebt aangevraagd (omgevingsvergunning, activiteit bouw). Of als u een aanschrijving hebt ontvangen voor funderingsherstel. In een aantal gevallen hoeft u geen bodemonderzoek te doen. U moet dan wel een ontheffing aanvragen.
Je kunt de grond zelf afvoeren naar de milieustraat, maar je kunt deze klus ook aan een vakman uitbesteden. Het afvoeren van de grond is vaak onderdeel van de werkzaamheden die je laat uitvoeren door de vakman. De meeste vakmannen nemen de prijs voor het afvoeren van grond mee in de totaalprijs van de klus.