Bij ziekte of gebrek is het uitsluitend aan de arbo- of bedrijfsarts (zie uitleg hieronder) om te oordelen over arbeidsmogelijkheden. Hij (of zij natuurlijk) is de enige medisch specialist waarvan het besluit leidend is.
De bedrijfsarts is degene die de werkgever adviseert of een werknemer in staat is is om zijn of haar werk te doen. Een huisarts kan de werknemer ook een advies geven, maar voor de werkgever is het advies van de bedrijfsarts altijd leidend.
Het is absoluut onverstandig om aan te geven dat je écht niet meer wilt werken en/of terugkeren of dat je weigert om mee te werken aan het re-integratieplan dat de bedrijfsarts voor je heeft opgesteld. Als je je niet kunt vinden in dat plan, kun je aangeven wat je er niet prettig aan vindt.
Het is in Nederland zo geregeld dat enkel een bedrijfsarts mag en kan bepalen of je ziek bent voor je werk. De huisarts kan een advies geven maar deze zal nooit leidend zijn. Een bedrijfsarts is de enige persoon die kan bepalen of je wel of niet in staat bent om te werken.
Het medisch advies van de bedrijfsarts wordt vanaf 1 september 2021 leidend bij de toets op het re-integratieverslag (RIV-toets) door UWV. Hierdoor zijn loonsancties op basis van medisch verschil van inzicht tussen de bedrijfsarts en verzekeringsarts niet meer mogelijk.
In principe is er geen reden om de bedrijfsarts niet te vertrouwen. Is de bedrijfsarts in een positie om jou te helpen? Jazeker, voor hem is het ook belangrijk om een kloppend en adequaat advies te geven. De bedrijfsarts moet met jou een vertrouwensband opbouwen om jou goed te kunnen beoordelen.
Zonder uw toestemming mag de bedrijfsarts niet over uw ziekte praten met uw werkgever. En ook niet met uw huisarts of medisch specialist. De bedrijfsarts mag uw werkgever dus niet laten weten: wat uw klachten zijn of welke ziekte u heeft.
Behalve je eigen arts, mag alleen de bedrijfsarts je medische gegevens met jouw akkoord inzien. Die heeft ook een beroepsgeheim. Dit houdt in dat de bedrijfsarts jouw gegevens, maar ook wat er is besproken tijdens afspraken, niet mag delen.
Wanneer verplicht bedrijfsarts tot werken? Dat de bedrijfsarts verplicht tot werken komt nooit voor. Deze persoon heeft namelijk een adviserende rol. Hij of zij zal aan u als werkgever daarom aangeven of de werknemer wel of niet in staat is om te werken volgens de beoordeling.
De bedrijfsarts mag alleen informatie aan de werkgever verstrekken die noodzakelijk is voor de werkgever om te kunnen voldoen aan zijn wettelijke plicht tot loondoorbetaling bij ziekte en zijn plicht om zijn zieke werknemer weer te re-integreren.
En misschien dat we dan meteen ook het tweede grote misverstand kunnen tackelen: een burn-out kan je niet faken. Een getrainde professional prikt daar meteen doorheen en iemand met een burn-out wil dat ook helemaal niet faken, want wil niks liever als zijn werk gewoon blijven doen.
De arbodienst of bedrijfsarts mag (medische) gegevens van u opvragen bij uw behandelend arts (huisarts of specialist) als dit nodig is voor uw verzuimbegeleiding. Maar uw behandelend arts heeft medisch beroepsgeheim. Daarom mag uw arts de gevraagde gegevens alleen doorgeven als u hiervoor toestemming heeft gegeven.
De bedrijfsarts werkt altijd onafhankelijk en is dus onpartijdig naar zowel de medewerker als de werkgever. De bedrijfsarts heeft geheimhoudingsplicht en mag nooit medische- en privégegevens van zijn patiënten delen.
Het wettelijk uitgangspunt is dat een werknemer in beginsel zelf bepaalt wanneer en of er sprake is van ziekte en van herstel. Bij twijfel vanuit de werkgever is het oordeel van de bedrijfsarts leidend. Indien nodig kan er ook nog een deskundigoordeel bij het UWV aangevraagd worden.
Het is de bedrijfsarts die in eerste instantie bepaalt of een werknemer arbeidsongeschikt is wegens ziekte. Indien de werknemer of werkgever het niet eens is met het oordeel van de bedrijfsarts, kan bij het UWV een second opinion worden aangevraagd. Let op: hier zijn wel kosten aan verbonden.
Je loon wordt – zolang je in dienst bent – doorbetaald door je werkgever. De ziektewet duurt maximaal 104 weken. Dit wil zeggen dat je twee jaar 'de tijd' hebt om beter te worden en te re-integreren op het werk.
Zowel werkgever als werknemer hebben een probleem als zij bij burn-out willen komen tot een ontslag. Zolang de werknemer ziek is, geldt het wettelijk opzegverbod (art. 7:670 lid 1 BW). Als een werknemer toch meewerkt aan zijn ontslag of tijdens burn-out zelf ontslag neemt, loopt hij zijn rechten op een uitkering mis.
Bij een actieve aanpak is de kans groot dat u uw normale bezigheden geleidelijk weer kunt oppakken. Meestal lukt dit binnen enkele maanden. Het herstel van een burn-out duurt wel langer dan het herstel van overspanning. Meer informatie over de hulpverlening vindt u in het onderwerp Psychische klachten.
De bedrijfsarts moet zich houden aan wettelijke privacyregels en mag geen medische informatie of andere privé-informatie van de werknemer aan jou verstrekken. De bedrijfsarts mag je wél informeren over de functionele beperkingen en mogelijkheden van de medewerker en de gevolgen daarvan voor zijn werk.
Als een werkgever het vermoeden heeft dat een werknemer zich onterecht heeft ziek gemeld, dan kan hij een spoedcontrole (laten) uitvoeren. Dit kan al vanaf het moment van ziek melden. Veel werkgevers voeren een ziekteverzuimbeleid waarin een procedure is opgenomen die de werknemer en werkgever moeten volgen bij ziekte.
Het korte antwoord is ja. De bedrijfsarts mag lichamelijk onderzoek doen. Iedere arts, en dus ook de bedrijfsarts, is gerechtigd lichamelijk onderzoek te doen. De vraag is echter of lichamelijk onderzoek nodig is.
Dit mag de bedrijfsarts wel delen: welke werkzaamheden je nog wel/niet kunt uitvoeren. welke invloed dit heeft op het type werk dat je doet. de verwachte duur van het verzuim.
Als je burn-out1 bent en je kunt niet werken, dan nodigt de bedrijfsarts je uit voor een bezoek. Hij wil onderzoeken waarom je niet kunt werken en zal met je bespreken hoe je zo snel mogelijk weer beter kunt worden. Hij vraagt hoe het met je gaat.
De werkgever mag wel vragen naar noodzakelijke informatie rondom je ziekte. Bijvoorbeeld hoe lang je denkt dat je thuisblijft, of je enigszins in staat bent om thuis wat te werken, of er afspraken verzet moeten worden en hoe je te bereiken bent. Het is niet toegestaan om te vragen naar de aard en oorzaak van de ziekte.