Donar, ook wel
De Griekse Zeus werd geassocieerd met wind, regen en bliksem, net als de Thracische Sabazios. Ook de Luwische Tarhund, de Hettitische god Teshub, en de Noord-Europese god Thor zijn typische stormgoden.
3: Thor. Thor is misschien wel de bekendste van alle Noordse goden. In de verhalen werd hij vaak omschreven als een brede krijgsman, met een felrode baard. Deze zoon van Odin was de god van de donder, die met zijn machtige hamer Mjölnir heerste over de stormen.
Jupiter, ook wel schreven as Iuppiter of Iupiter (in verolderd Nederlaands: Jupijn of Jovijn) is in de Romeinse mythologie de oppergod, en god van de hemel en t onweer. Hai is de zeun van Rhea en Cronus, en de jongste bruir van Ceres, Vesta, Pluto, Neptunus en Juno.
Thor is de Noorse god van donder en bliksem.
' Daarom kan Thor – waardig – de hamer wel dragen, maar lukt het bijvoorbeeld de supersterke Hulk – onwaardig – in The Avengers niet om het ding op te tillen; iets dat Mjölnir ook meteen tot het enige voorwerp maakt dat de Hulk niet kan tillen.
Zeus is de Griekse oppergod, heerser over hemel en aarde.
Hij was de God van het licht en de donder en bliksem en hij toonde die macht met zijn karakteristieke attributen: de bliksemschicht, de scepter, de adelaar en de Aegis; het vel van de geit Amalthea, een ondoordringbaar schild.
Mars was de Romeinse god van de oorlog, maar had daarnaast ook nog enkele vruchtbaarheidsfuncties. Hij was bekend bij alle Italische volkeren.
Eros was de Griekse god van de vleselijke liefde. In het Latijn heet hij Amor (liefde) of Cupido (begeerte). Eros was het hulpje (volgens sommigen de zoon) van Aphrodite, de godin van de liefde en de vruchtbaarheid. Hij was degene die mensen verliefd maakte door een pijl in hun hart te schieten.
De Vikingen geloofden in meerden goden: Odin, Thor, Loki en Freya stonden centraal. Deze goden werden vereerd in de tempels, met standbeelden en offers van dierenbloed. Volgens de Vikingen behoorde het Walhalla toe aan de oppergod Odin. Om een plekje in het Walhalla te verkrijgen, moest je sterven in de strijd.
Aeolus (Oudgrieks: Αἴολος, Aiolos; Nederlands, verouderd: Eool) is een figuur uit de Griekse en Romeinse mythologie. Hij was een zoon van Poseidon die door Zeus werd aangesteld als de bewaarder van de winden: Boreas de noordenwind, Notos de zuidenwind, Euros de oostenwind en Zephyrus de westenwind.
De onderwereld was in de regel alleen toegankelijk voor doden. Slechts enkele helden, zoals Odysseus, Aeneas, Herakles en Orpheus kwamen er levend weer uit. De god van de onderwereld (of dodenrijk) was Hades. De Psychopompos geleidde de zielen naar de overkant.
Thor bracht vele avonturen uit om de grote slang Jörmungand te vangen en te doden. Uiteindelijk leerde hij echter dat hij de slang tijdens Rangarök zou doden, maar hij zal ook in het gif van de slang verdrinken.
Aangezien God de Heer van de bliksem is, kan de geloofsgemeenschap God vragen hem naar beneden te slingeren (Ps. 144:6, letterlijk: 'laat de bliksem bliksemen'). Behalve dat God de Schepper is van de bliksem, is Hij door dit soort natuurverschijnselen nog steeds werkzaam.
In de Noorse en Germaanse mythologie is Thor de dondergod. Wij noemen hem ook wel Donar en onze donderdag is naar hem genoemd! Hij was de zoon van Odin (de oppergod) en Fjörgyn. Als kind was het al een lastig kereltje, dus Odin schakelde twee bliksemgeesten in bij de opvoeding.
1600 tot ca. 1100 v. Chr.), werd hij de centrale figuur van het Griekse pantheon en stelde hij de overige goden op de achtergrond. Naar het voorbeeld van hoofden van aanzienlijke geslachten op aarde stelde men Zeus voor als het hoofd van de godenfamilie.
`Meester, wat is het grootste gebod in de wet?' Jezus zei hem: `U zult de Heer uw God liefhebben met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dat is het grootste en eerste gebod. Het tweede is daaraan gelijk: U zult uw naaste liefhebben als uzelf.
In de Griekse mythologie is Aphrodite de godin van de liefde en de vruchtbaarheid. De Romeinen noemden haar Venus. In de beeldende kunst wordt ze vaak vergezeld door haar hulpje Eros, wiens liefdespijlen onweerstaanbaar zijn. Aphrodite was de dochter van oppergod Zeus en Dione.
De Griekse godin Hera (Juno voor de Romeinen) was de dochter van de Titanen (reuzen) Kronos en Rheia. Vlak na Hera's geboorte verslond Kronos haar. Zeus, Hera's broer, redde haar uit Kronos' lichaam en trouwde later met haar. Broer en zus kregen vier kinderen: Ares, Eileithyia, Hebe en Hephaistos.
Het stelt de zonnegod Apollo voor, een Griekse god die ook door de Romeinen werd vereerd. Apollo was de zoon van Leto en oppergod Zeus en de tweelingbroer van Artemis, godin van de jacht (haar Romeinse naam was Diana).
Voor zijn huwelijk met Hera was hij eerst getrouwd met Metis, daarna met Themis. Hij was geïnteresseerd in Demeter, maar op een keer na bood zij weerstand aan hem. Zijn derde vrouw was Mnemosyne. Hij had een affaire met Leto kort voor zijn huwelijk met Hera.
De naam van de oppergod Zeus rijmt op "huis" en NIET op "neus". Dat geldt voor elke -eu- combinatie. Dus Achilleus (Griekse versie van Achilles) = [a-CHIL-luis]. De -eu- wordt nooit als twee lettergrepen uitgesproken, al doen ze dat in het Engels vaak wel.
Zeus is de oppergod in de Griekse mythologie en de hoofdbewoner van de berg Olympus. Hij is de zoon van de titanen Cronus en Rhea.