Wanneer jullie gescheiden zijn, heeft één van beide partners vaak recht op partneralimentatie. Dit is de partner die na de echtscheiding onvoldoende inkomsten heeft om in zijn of haar levensonderhoud te voorzien. Daarbij wordt rekening gehouden met jouw levensstandaard ten tijde van het huwelijk.
U bent in principe verplicht om partneralimentatie te betalen als uw ex-partner na de echtscheiding onvoldoende inkomsten heeft om in het levensonderhoud te voorzien. Daarbij wordt rekening gehouden met uw levensstandaard ten tijde van het huwelijk.
Wanneer je voldoende inkomen of vermogen hebt, dan heb je geen recht op partneralimentatie. Wordt bij de scheiding vastgesteld dat je voldoende eigen vermogen hebt, dan dien je dat in eerste instantie aan te wenden voor je levensonderhoud.
Volgens de wettelijke richtlijn bedraagt de duur van de partneralimentatie de helft van het aantal huwelijksjaren met een maximum van vijf jaar. Bijvoorbeeld: ben je 12 jaar getrouwd, dan moet je maximaal 5 jaar partneralimentatie betalen aan je minder verdienende ex-partner.
Je hebt het recht om je kind(eren) te zien, ook als ze niet bij je inwonen. Je hebt recht op partneralimentatie als je na de scheiding niet in staat bent om zelf in je levensonderhoud te voorzien. Hierbij wordt uitgegaan van een vergelijkbare levenstandaard als tijdens het huwelijk, voor beiden.
Misschien kom je na je scheiding in aanmerking voor bijstand. De bijstand is bedoeld voor mensen die niet meer kunnen voorzien in hun levensonderhoud en geen recht hebben op een andere uitkering of regeling. Je vraagt bijstand aan bij het UWV WERKbedrijf. Als je er recht op hebt, betaalt de gemeente de bijstand uit.
Bij de scheiding moeten de gemeenschappelijke bezittingen verdeeld worden. U kunt daarbij denken aan de inboedel van uw woning, banktegoeden en de auto. Schulden van u samen, zoals bijvoorbeeld de hypotheek of schulden aan postorderbedrijven, moet u samen blijven betalen.
Gemiddelde parnteralimentatie? Gemiddeld wordt er in Nederland €1.120 per maand aan partneralimentatie betaald. In 2001 ging het nog om een gemiddeld bedrag van €715.
In een gemiddeld gezin met twee kinderen en een modaal inkomen kost een kind volgens het NIBUD per maand ongeveer € 400,-. Op basis van het TREMA-rapport komt de alimentatie dan per kind uit op € 140,- per maand. Meestal liggen de bedragen voor kinderalimentatie tussen € 100,- en € 500,- per kind per maand.
De draagkracht van de betaler
Deze kosten zijn kosten die de betaler zelf moet maken om rond te kunnen komen, zoals woonlasten en zorgverzekering. Wat er overblijft is draagkracht. Van de draagkracht is dan meestal ca. 60% beschikbaar voor alimentatie.
Het klopt dat (ex-)partners kunnen afspreken niet aan partneralimentatie te doen. Je zet dan in je echtscheidingsconvenant dat je afziet van partneralimentatie. Dit gebeurt als beide (ex-)partners voldoende inkomsten hebben na de scheiding en niet financieel afhankelijk van elkaar willen zijn.
Bij de berekening van partneralimentatie wordt immers gekeken naar uw draagkracht. Op het moment dat u gaat samenwonen met uw nieuwe partner kunt u minder, of juist meer, vaste lasten krijgen. Dat heeft gevolgen voor uw draagkracht, en kan dus ook gevolgen hebben voor de hoogte van de partneralimentatie.
De behoefte van de partner aan alimentatie wordt volgens vaste normen vastgesteld op 60% van het netto gezinsinkomen minus de kosten van eventuele kinderen. Eventuele eigen inkomsten moeten vervolgens ook op deze uitkomst in mindering worden gebracht.
Ook als je hebt samengewoond kun je afspreken om partneralimentatie te betalen. Je hebt niet automatisch recht op alimentatie, wanneer je gaat scheiden. Er geldt hier een aantal voorwaarden. Je hebt recht op alimentatie, alleen als je niet (volledig) in je eigen onderhoud kunt voorzien.
Uw ex partner kan tot 12 maanden gevangenisstraf krijgen als hij weigert de (kinder-)alimentatie te betalen. De rechter dient altijd te toetsen of het een proportionele straf is die hij uw ex partner oplegt. Het gaat dus niet om het plegen van een criminele daad, maar om het niet betalen van achterstallige alimentatie.
Wie een relatie begint nadat hij al uiteen was, ook al was de echtscheiding op dat moment nog geen feit, kan dus soms wel aanspraak maken op alimentatie. Ook andere zware fouten, zoals het toebrengen van slagen aan de partner, kunnen ervoor zorgen dat een alimentatie wordt geweigerd.
Afspraken alimentatie sinds 1 januari 2020
De partneralimentatie bedraagt maximaal 5 jaar. Of korter, als het huwelijk of geregistreerd partnerschap minder dan 10 jaar duurde. Dan ontvangt uw ex-partner alimentatie voor de helft van de tijd dat het huwelijk of partnerschap duurde.
Wanneer de ontvanger van partneralimentatie in totaal meer dan 69.398 euro per jaar heeft, is de te betalen belasting 49,5%. De ontvanger houdt dan 50,5% van het brutobedrag aan partneralimentatie netto aan partneralimentatie over.
Hoe bereken je de draagkrachtruimte? Dat is jouw netto-inkomen na de scheiding min het draagkrachtloos inkomen. Van deze draagkrachtruimte mag je zelf 40% houden en 60% is voor partneralimentatie over. Vervolgens trek je nog jouw deel van de kinderalimentatie hiervan af, dan houd je je draagkracht over.
Wat valt onder de alimentatie
Als jullie eenmaal een alimentatiebedrag hebben afgesproken of als de hoogte van de alimentatie is vastgesteld door de rechter, dan vallen in principe alle kosten van de kinderen hieronder. Dus eten, drinken, kleding, kosten voor kinderopvang, zwemles, clubjes enz.
De ex-partner die in de echtelijke woning woont kan op grond van art. 3:178 lid 1 BW de rechter verzoeken de woning voor maximaal drie jaar onverdeeld te laten.
Minimale hoogte kinderalimentatie
Het minimum aan kinderalimentatie is 25 euro per kind per maand. Dit bedrag kan alleen worden toegepast als de betaler een minimum inkomen heeft.
Onderhoudsplicht na scheiding
Heeft uw ex geen of niet genoeg geld om van te leven, maar u wel? Dan moet u partneralimentatie betalen. De rechtbank bepaalt hoeveel dit is. Deze verplichting stopt na maximaal 12 jaar.
Uitkopen van de ex-partner
De ex-partner die in de woning blijft wonen, betaald de andere een vergoeding voor zijn/haar deel van de woning. De berekening van de vergoeding gebeurt door middel van de woningwaarde minus de openstaande hypotheek. Het bedrag dat overblijft is voor de helft van beide ex-partners.