Mannen hebben één X-chromosoom en één
Nee, volgens Moalem is het grootste vrouwenvoordeel biologisch: zij dragen een extra pakketje genen dat bij mannen ontbreekt, schrijft de arts in zijn recente boek Het sterke geslacht. Dat pakketje ligt op een dna-sliertje dat bekendstaat als het X-chromosoom. Vrouwen hebben er twee van, mannen maar één.
Genen kunnen dominant of recessief zijn, dat wil zeggen dat ze al dan niet overheersen. Het gen wat overheersend is bepaald of bij het kind de eigenschap van dit gen ook zichtbaar is. Zo overheerst het gen voor bruine ogen over het gen voor blauwe ogen.
Bij autosomaal dominante overerving is het zieke gen namelijk het sterkst. Dit overwint het gezonde gen dat je van je andere ouder krijgt. Als je het gen zonder de afwijking erft, dan heb je de aanleg voor de ziekte niet.
We erven heel wat zichtbare en minder zichtbare kenmerken van onze ouders, zoals de kleur van huid en ogen, lichaamsbouw en bepaalde karaktertrekjes. Soms erven we ook bepaalde ziektes van hen.
Vaders geven altijd hun X-chromosoom door aan hun dochters en hun Y-chromosoom aan hun zonen. Omdat vrouwen twee X-chromosomen hebben, hebben dragers een tweede niet-pathogene (of 'wild type') kopie van het gen.
Cognitieve functies zoals seks, voeding en agressie worden daarbij gelinkt aan het genetisch materiaal van de vader, terwijl de meest geavanceerde cognitieve functies zoals redeneren, denken, taal en plannen gelinkt worden aan het genetisch materiaal van de moeder.
" Er is niet echt een concept van 'sterke' of 'zwakke' genen . In de genetica verwijzen we naar genen als dominant of recessief. Dominante genen (in een genetisch paar dat een allel wordt genoemd) kunnen tot expressie komen, zelfs als er maar één in het paar zit. Recessieve genen hebben twee kopieën in het paar nodig om tot expressie te komen.
Vrouwen erven een X-chromosoom van de moeder en een X -chromosoom van de vader. Mannen krijgen een X-chromosoom van hun moeder en een Y-chromosoom van hun vader. Je moeder en vader geven ieder de helft van hun DNA door. Die halvering zet niet automatisch door naar de generaties daarvoor.
Van ieder gen erf je een versie van je moeder en een versie van je vader. In de genen die van je ouders kreeg, zitten weer exemplaren van hun ouders, enzovoort. De exemplaren die jij van je (voor)ouders hebt geërfd, bepalen je eigenschappen, bijvoorbeeld je haarkleur of de kleur van je ogen.
Je kind krijgt van zowel jou als je partner precies hetzelfde aantal genen mee. Deze bepalen niet alleen het uiterlijk van jullie baby, maar ook deels zijn gedrag. Ook kan je kind een aandoening of ziekte 'erven'. Welkom in de complexe wereld van de erfelijkheid!
Huidskleur is niet te voorspellen
Of dat de genen van de vader en moeder samen het kind een huidskleur geven die je niet verwacht had. Niet alleen genen maar ook andere dingen spelen een rol bij de kleur van je huid. Zonlicht kan zorgen dat de huid bruiner wordt.
Wetenschappers zijn eruit: vrouwen zijn het sterke geslacht. Als het om pure spierkracht gaat, dan winnen mannen het nog altijd van vrouwen. Maar toch stellen wetenschappers - na vele onderzoeken - dat vrouwen tóch het sterke geslacht zijn. Want als het gaat om langer leven dan verslaat de vrouw duidelijk de man.
Mannen zijn gemiddeld genomen het sterkere geslacht als het gaat om tillen en dragen, dankzij hun grotere spieren. Maar volgens arts en geneticus Dr. Sharon Moalem zijn vrouwen het sterkere geslacht als het gaat om gezondheid en overleving op de lange termijn.
Het gen voor een bruine oogkleur is een dominant gen. Dominant betekent dat bij aanwezigheid van dit allel, ongeacht wat het andere gen is, de bijbehorende eigenschap tot uiting komt in het fenotype van het organisme. Een recessief allel is een gen dat alleen tot uiting komt wanneer er geen dominant allel aanwezig is.
De kern bevat genetische info in een combinatie van 23 paar chromosomen die zijn gemaakt van DNA. Je erft één paar van elk van je ouders . Slechts één paar, chromosoom 23, bepaalt het geslacht. Genetisch gezien draagt een persoon eigenlijk meer genen van zijn/haar moeder dan van zijn/haar vader.
Van ieder gen erf je een versie van je vader en van je moeder. Welke versie je ouders doorgeven, ligt er ook weer aan welke versie zij van hun vader en moeder hebben gekregen. Enzovoorts. De genen van vader en moeder samen bepalen welke eigenschappen jij krijgt.
Als je dezelfde vader of moeder hebt, zijn je broers en zussen je biologische familie. Een groot deel van het DNA is bij iedereen hetzelfde. Maar sommige stukken DNA verschillen per persoon. Iedereen heeft zijn of haar eigen varianten in het DNA en daardoor een eigen 'DNA-profiel'.
"Welke ouder geeft je de meeste dominante genen?" Behalve in een paar speciale gevallen (zie hieronder), maakt het niet echt uit welke ouder je welk gen heeft gegeven. Als een genversie dominant is, zal het domineren, ongeacht of het van mama of papa komt . Je kansen om een dominante eigenschap te krijgen, hangen niet af van welke ouder het komt.
Is karakter genetisch bepaald? Uit onderzoek is gebleken dat de helft van ons karakter genetisch bepaald is (en dus wordt overgedragen door onze ouders), terwijl we de andere helft ontwikkelen terwijl we opgroeien. Als het om een jonge baby gaat, speelt erfelijkheid een belangrijkere rol.
Met behulp van gegevens uit GWA-onderzoeken hebben wij en onze collega's de eerste twee veelvoorkomende varianten geïdentificeerd die een robuust verband vertonen met variatie in lengte bij volwassenen: een SNP in de 3'-UTR van het HMGA2-gen 12 en een SNP op de GDF5-UQCC-locus 11 .
'Intelligentie hebben kinderen namelijk voornamelijk te dan- ken aan de genen die zij van hun moeder hebben geërfd. ' 'Vrouwen hebben twee X-chromosomen, terwijl mannen een X-Y-paar hebben', zo begint de verklaring. 'Op het X-chromosoom zitten tientallen genen die invloed hebben op intelligentie.
Belangrijke deelkenmerken van hoogbegaafdheid die je bij hoogbegaafde kinderen kunt herkennen zijn in ieder geval de volgende: nieuwsgierigheid, voorsprong in ontwikkeling, goed geheugen, leergierigheid, creativiteit, asynchrone ontwikkeling, complex denken, hooggevoeligheid en een sterk rechtvaardigheidsgevoel.
Ontwikkeling van intelligentie
De ontwikkeling van de intelligentie van je kind hangt af van het samenspel tussen de aangeboren aanleg en de omgeving waarin het opgroeit. Een stimulerende omgeving helpt bijvoorbeeld de intelligentie te ontwikkelen die je kind via de genen heeft meegekregen.