De regel blijft dat de vruchtgebruiker de onderhoudsherstellingen aan het onroerend goed zelf volledig moet betalen. Het gaat om alle herstellingen die op korte of lange termijn nodig zijn om de waarde van het goed te vrijwaren, behalve in geval van normale slijtage, ouderdom of overmacht.
Als eigenaar van een onroerend goed moet je jaarlijks onroerende voorheffing of grondbelasting betalen.
Voorbeelden van onderhoudswerken die ten laste van de vruchtgebruiker kunnen vallen: schilderwerken (ook van de buitenmuren), vernis- en lakwerk, herstelling aan de vloeren, de trappen, het dak, het reinigen en herstellen van een schoorsteen, het onderhoud en de herstellingen aan een lift, de vernieuwing van het tapijt ...
Als een onroerend goed in onverdeeldheid toebehoort aan meerdere eigenaars, dan is elke mede-eigenaar in de regel de onroerende voorheffing verschuldigd ten be- lope van zijn aandeel in het onroerend goed.
De naakte eigenaar wordt niet beschouwd als de fiscale eigenaar van de woning. Dus niet uw kinderen, maar u, als vruchtgebruiker, moet het kadastraal inkomen van de woning in uw aangifte vermelden.
Een woning in vruchtgebruik kan in Box 1 van de belastingopgave vallen. Dit betekent dus dat de Belastingdienst het vruchtgebruik aanziet als eigenwoning gebruik. Dit is enkel het geval indien het vruchtgebruik op een woning overgaat op de langstlevende echtgenoot via het erfrecht.
De persoon die het recht van vruchtgebruik heeft, wordt wel vruchtgebruiker genoemd. Degene die eigenaar is van het goed waarop het vruchtgebruik ziet, wordt hoofdgerechtigde genoemd. Voorheen werd de term 'bloot eigenaar' gebruikt. Vruchtgebruik is een beperkt recht.
Het vruchtgebruik is het recht om van iets te genieten en het te beheren. Het vruchtgebruik op een woning betekent concreet het recht om in de woning te wonen, gebruik te maken van de aanwezige inboedel of zelfs de woning verhuren en de huurinkomsten opstrijken.
Vanaf 1 september 2021 is de vruchtgebruiker verplicht het goed in volle eigendom te verzekeren voor de gebruikelijke risico's, in ieder geval tegen brand. De vruchtgebruiker moet het bewijs van de verzekeringspolis aan de blote eigenaar voorleggen op diens eerste verzoek.
De berekening van de onroerende voorheffing gebeurt op basis van het kadastraal inkomen. De onroerende voorheffing valt ten laste van de verhuurder. Die mag deze nooit doorrekenen aan de huurder.
Zoon of dochter koopt de naakte eigendom, terwijl de ouders het vruchtgebruik kopen. De ouders gaan in het pand wonen tot ze overlijden, of verhuren het (bijvoorbeeld als ze naar een rusthuis gaan). Ze mogen zelf de huurinkomsten houden.
Kan vruchtgebruiker verhuren? De vruchtgebruiker heeft inderdaad niet alleen het recht om zelf te wonen in het huis of het appartement. Hij mag het ook verhuren. De huurinkomsten zijn in dat geval volledig voor hem, hij moet die dus niet 'delen' met de naakte eigenaars.
Het vruchtgebruik afkopen of omzetten
Indien er geen andere erfgenamen zijn dan de kinderen, kan de omzetting van het vruchtgebruik, te allen tijde gevraagd worden door de langstlevende echtgenote of de kinderen. Vruchtgebruik afkopen of omzetten, betekent in wezen het einde van het vruchtgebruik.
In een vruchtgebruik-testament kan je bijvoorbeeld vastleggen dat jouw kinderen eigenaar worden van hun deel van de erfenis (bijvoorbeeld het huis), maar jouw partner met wie je samenwoont het mag blijven gebruiken. Op die manier kan je voorkomen dat jouw partner ineens het huis uit moet.
Het vruchtgebruik duurt meestal maximaal 30 jaar. Er is echter een uitzondering: als het vruchtgebruik is gevestigd “in hoofde van” een rechtspersoon, dan kan dit voor een maximale duur van 99 jaar. De faillietverklaring en de ontbinding van de rechtspersoon betekent wel het einde van het recht van vruchtgebruik.
Als het vruchtgebruik levenslang is, wat het geval is met het erfrechtelijk vruchtgebruik, dan eindigt het automatisch bij het overlijden van de vruchtgebruiker. Het kan ook eindigen door eraan te verzaken (bij notariële akte).
Als vruchtgebruiker mag je de eigendom(men) verkopen, maar enkel met een onderling akkoord tussen de vruchtgebruiker en de eigenaar(s). We raden aan om dit akkoord vast te leggen op papier. De eigenaar(s) die dan beschikken over een volle eigendom kunnen overgaan tot verkoop.
Als de eigendom van een onroerend wordt verkocht waarop een recht van vruchtgebruik rust, en de blote eigenaar én de vruchtgebruiker dit samen verkopen, wordt de volle eigendom van het onroerend goed overgedragen. Zijn beide verkopers op voorhand niets overeengekomen, dan moet de verkoopprijs worden verdeeld.
De niet verplicht aan te geven inkomsten, waarop al roerende voorheffing is ingehouden, moet u niet in uw belastingaangifte vermelden. Als u een heel laag inkomen heeft, kan het wel interessant zijn om die roerende inkomsten aan te geven omdat u dan mogelijk een deel van de roerende voorheffing kunt terugkrijgen.
De onroerende voorheffing wordt berekend op basis van het jaarlijks geïndexeerde kadastraal inkomen (KI). Het KI is geen reëel inkomen, maar een fictief huurinkomen dat aan elk onroerend goed (gebouwen, gronden,...) wordt toegekend, ook al wordt het niet verhuurd. Het wordt jaarlijks geïndexeerd.
Wie betaalt de onroerende voorheffing ? De titularis van het recht van bewoning (=verkoper) betaalt de onroerende voorheffing gedurende de termijn van het woonrecht.