Het wettelijk uitgangspunt is dat een werknemer in beginsel zelf bepaalt wanneer en of er sprake is van ziekte en van herstel. Bij twijfel vanuit de werkgever is het oordeel van de bedrijfsarts leidend. Indien nodig kan er ook nog een deskundigoordeel bij het UWV aangevraagd worden.
Als de werknemer na een langdurige ziekte zich beter meldt, dan kan de werkgever besluiten om het oordeel van de bedrijfsarts in te roepen. Bij ziekte moet de werkgever maximaal 104 weken het loon doorbetalen aan de zieke werknemer.
Herstelmelding. Een medewerker die hersteld is doet zijn werkgever direct een aanbod om weer te gaan werken, waarop de werkgever behoort in te gaan. De werkgever is vanaf het moment dat een medewerker hersteld is, in beginsel alleen gehouden om het loon door te betalen als daar werk tegenover staat.
Het is de bedrijfsarts die in eerste instantie bepaalt of een werknemer arbeidsongeschikt is wegens ziekte. Indien de werknemer of werkgever het niet eens is met het oordeel van de bedrijfsarts, kan bij het UWV een second opinion worden aangevraagd. Let op: hier zijn wel kosten aan verbonden.
Met een oordeel van de bedrijfsarts kan een werkgever de hersteldmelding weigeren.
Bedrijfsarts en arboarts
De bedrijfsarts of arboarts zal een beeld vormen van de klachten van de werknemer, trekt daarover een conclusie en brengt een advies uit over hoe verder te gaan. Soms zal de conclusie zijn dat er sprake is van ziekte en dat re-integratie (uiteindelijk) zal moeten plaatsvinden.
Een ziekteperiode waarin het loon moet worden doorbetaald, duurt maximaal 104 weken (behoudens een loonsanctie). Als de werknemer beter is (hersteld) en binnen 4 weken opnieuw ziek wordt, dan worden de ziekteweken bij elkaar opgeteld.
Wanneer verplicht bedrijfsarts tot werken? Dat de bedrijfsarts verplicht tot werken komt nooit voor. Deze persoon heeft namelijk een adviserende rol. Hij of zij zal aan u als werkgever daarom aangeven of de werknemer wel of niet in staat is om te werken volgens de beoordeling.
Het is in Nederland zo geregeld dat enkel een bedrijfsarts mag en kan bepalen of je ziek bent voor je werk. De huisarts kan een advies geven maar deze zal nooit leidend zijn. Een bedrijfsarts is de enige persoon die kan bepalen of je wel of niet in staat bent om te werken.
De arts en de arbeidsdeskundige van UWV bepalen uw mate van arbeidsongeschiktheid. Dit gebeurt door een sociaal-medische beoordeling. U krijgt die beoordeling als u na 2 jaar ziekte niet of niet volledig aan het werk kunt.
Zodra u weer helemaal beter bent, meldt u dit bij uw werkgever. Ook de werkgever of bedrijfsarts kunnen u soms beter melden. Dit gebeurt bijvoorbeeld als de bedrijfsarts vindt dat u weer beter bent.
Lukt het niet om de werknemer terug te laten keren in zijn oude functie, dan moet de werkgever hem passend werk aanbieden binnen het bedrijf, bijvoorbeeld werken in deeltijd of met een aangepast takenpakket. In het uiterste geval kan de werkgever hem een andere functie aanbieden of een baan bij een andere werkgever.
Vraag een deskundigenoordeel aan bij UWV
De FNV helpt je graag met het aanvragen van een deskundigenoordeel bij het UWV. Een deskundige van het UWV geeft antwoord op de vraag of je voor 100% aan het werk bent.
Binnen acht weken na de ziekmelding moet je als werkgever, in overleg met je zieke werknemer, een Plan van Aanpak (PvA) maken voor zijn re-integratie. Iedere zes weken moet je als werkgever met je werknemer de voortgang bespreken. Je kunt ook een 'casemanager' kiezen die dit samen met jou of namens jou doet.
Tijdens de eerste 2 jaar van uw ziekte of arbeidsongeschiktheid mag u niet worden ontslagen. Hierop zijn enkele uitzonderingen. Bent u langer dan 2 jaar ziek of arbeidsongeschikt? Dan kan uw werkgever ontslag voor u aanvragen bij UWV.
Als een werkgever het vermoeden heeft dat een werknemer zich onterecht heeft ziek gemeld, dan kan hij een spoedcontrole (laten) uitvoeren. Dit kan al vanaf het moment van ziek melden. Veel werkgevers voeren een ziekteverzuimbeleid waarin een procedure is opgenomen die de werknemer en werkgever moeten volgen bij ziekte.
De bedrijfsarts moet zich houden aan wettelijke privacyregels en mag geen medische informatie of andere privé-informatie van de werknemer aan jou verstrekken. De bedrijfsarts mag je wél informeren over de functionele beperkingen en mogelijkheden van de medewerker en de gevolgen daarvan voor zijn werk.
Je werkgever mag geen medische informatie van je vragen. Ook niet of je bij de huisarts bent geweest. Je werkgever mag wel vragen of je adequate behandeling hebt gezocht. En ook mag je werkgever vragen of de ziekte een gevolg is van een arbeidsongeval.
De werkgever mag wel vragen naar noodzakelijke informatie rondom je ziekte. Bijvoorbeeld hoe lang je denkt dat je thuisblijft, of je enigszins in staat bent om thuis wat te werken, of er afspraken verzet moeten worden en hoe je te bereiken bent. Het is niet toegestaan om te vragen naar de aard en oorzaak van de ziekte.
Zowel werkgever als werknemer hebben een probleem als zij bij burn-out willen komen tot een ontslag. Zolang de werknemer ziek is, geldt het wettelijk opzegverbod (art. 7:670 lid 1 BW). Als een werknemer toch meewerkt aan zijn ontslag of tijdens burn-out zelf ontslag neemt, loopt hij zijn rechten op een uitkering mis.
De arbodienst of bedrijfsarts mag (medische) gegevens van u opvragen bij uw behandelend arts (huisarts of specialist) als dit nodig is voor uw verzuimbegeleiding. Maar uw behandelend arts heeft medisch beroepsgeheim. Daarom mag uw arts de gevraagde gegevens alleen doorgeven als u hiervoor toestemming heeft gegeven.
U heeft minstens 1 keer in de 6 weken een gesprek met uw werkgever. Samen kijken jullie of het u lukt om het plan te volgen. Als dat niet lukt, kijken jullie waardoor dat komt. U en uw werkgever vertellen de bedrijfsarts steeds hoe het werken gaat.
Een zieke werknemer heeft recht op doorbetaling van (een deel van) het loon gedurende maximaal 104 weken. Wanneer een werknemer na een periode van tenminste vier weken van volledig herstel opnieuw uitvalt, vangt deze termijn opnieuw aan.