7: Gebruik de juiste instellingen voor avondfotografie
De witbalans kun je op automatisch laten staan, maar als het beeld te warm is van kleur, stel dan de witbalans in tussen de 3200 en 3500 Kelvin. Zet de ISO-waarde zo laag mogelijk om ruis te beperken, meestal is dit ISO 100.
Je kan je witbalans best niet op automatisch zetten als je tijdens een golden hour fotoshoot. Zet je witbalans op bewolkt zodat je de warme toon van het licht kunt meepakken.
Een wit papiertje moet wit zijn, in iedere kleur licht. De witbalans corrigeert de kleuren in de foto, rekening houdend met het licht waarin de foto werd genomen. Ook kun je de witbalans handmatig instellen op een aantal voorgeprogrammeerde instellingen. Je kunt bijvoorbeeld een witbalans preset gebruiken voor schaduw.
De sluitertijd bepaalt hoe lang er licht op de sensor van je camera valt. Zo lang de sluiter van je camera open staat, komt er licht op de sensor. Hoe lang de sluiter open staat, heeft invloed op hoe een beweging in beeld komt: bewogen of 'bevroren'.
Afhankelijk van de hoeveelheid licht binnen, gebruik je binnen een ISO waarde van 400 tot ongeveer 800. Ga je buiten in de schemer of het donker fotograferen? Dan gebruik je een ISO waarde tot 1600 of 3200. Kijk uit voor ruis bij ISO waarden vanaf 1600.
Welke sluitertijd moet je kiezen bij beweging? Voor een portretfotografie kun je je camera het beste instellen op 1/250 seconde. Personen bewegen nu eenmaal. Wil je een foto maken van een spelend kind, een sporter of een beweeglijk hier, dan kun je je sluitertijd het beste instellen op 1/1000 tot 1/1250 seconde.
De 18% grijs is een grijswaarde die precies tussen zwart en wit in zit. Wanneer je een balk tekent waarin een heel geleidelijk verloop van zwart naar wit te zien is, zal de grijswaarde die 18% licht reflecteert exact in het midden zijn. In feite is het dus 50% zwart.
Een grijskaart helpt de camera om de kleuren correct vast te leggen. Door de camera een bekende kleur met een vaste waarde te laten zien, kan hij dat als referentie voor alle andere kleuren gebruiken. Deze kleur is 18% grijs. Dit betekent: 0% is puur wit en 100% is puur zwart; 18% grijs is dus lichtgrijs.
Een juiste witbalans zorgt er voor dat de kleuren op de foto er net zo uitzien als in het echt. Een andere witbalans maakt de foto geler (warmer) of juist blauwer (koeler). Je kunt de witbalans aanpassen op je camera of achteraf bewerken met software zoals Adobe Photoshop of Adobe Lightroom.
Instellingen. Gebruik sowieso een statief tijdens het gouden uur. Hierdoor kun je met de laagste iso-waarde en lange sluitertijden fotograferen, zelfs als het licht bijna weg is. En dat levert uiteindelijk de minste kleurruis, minder bewogen foto's en de mooiste kleuren op.
De term 'het blauwe uur' komt van het Spaanse 'La hora azul' oftewel 'L'heure bleue' in het Frans en verwijst naar de tijd vlak voordat de zon opkomt of net nadat die is ondergegaan.
Op 15 september begint de astronomische ochtendschemering (eerste lichtstralen) om 05:22 uur en om 20:44 uur is het volledig donker (het einde van astronomische avondschemering).
In de nachtfotografie leeft het diafragma meestal ergens tussen de F/8 en de F/16. Meestal wil je alles scherp op de foto krijgen met een groot scherptegebied. Staat er een voorgrond onderwerp dicht bij, dan zal je richting de F/16 gaan, anders is F/8 een goed uitgangspunt bij een camera met een APS-C sensor.
Stappenplan voor de juiste instellingen voor nachtfotografie zonder statief: Zet de sluitertijd vast op de camera (vaak wordt 1/60 als richtlijn gebruikt) Stel je diafragma in. Pas de iso-waarde hier op aan.
De grootte van de diafragmaopening bepaalt hoeveel licht er op de sensor valt. Wanneer je 's nachts foto's maakt, kies je het liefst voor een groot diafragma omdat er weinig licht is. Ik fotografeer 's avonds liever vanaf een statief. Ik kies voor een lage ISO en een diafragma van ongeveer F/11.
Een grijskaart reflecteert 18% van alle kleuren van het licht wat op de kaart valt. Een grijskaart wordt als gemiddelde gezien. Als we een opname maken van een puur wit of zuiver zwart oppervlak ziet deze eruit als 18% grijs.
Hoe meer wit we bij zwart mengen hoe lichter het grijs wordt en als het zwart overheerst krijgen we donkergrijs (antracietgrijs). Hieronder zie je grijstinten van heel licht tot heel donker. 'Middengrijs' zit hier dus letterlijk in het midden. Zodra we geel bij een kleur mengen maken we een kleur 'warmer'.
Welke combinatie je ook kiest, de belichting is elke keer exact gelijk. Draai het diafragma open (kleiner diafragmagetal) en je moet evenredig corrigeren met de sluitertijd (korter). Draai het diafragma verder dicht (groter diafragmagetal) en de sluitertijd moet evenredig langer worden.
Het diafragma regelt hoeveel licht er op de sensor valt, de sluitertijd hoe lang het licht op de sensor valt en de ISO hoe gevoelig de camera is voor deze hoeveelheid licht.
Wanneer je op een zonnige dag buiten fotografeert, heb je meestal voldoende aan ISO 100 – 400. Pas wanneer er minder licht is, zoals op een bewolkte dag, bij de schemering of binnen in huis, dan heb je een hogere waarde nodig. Bijvoorbeeld ISO 800 of hoger. Realiseer je dat een hoge ISO-waarde soms gewoon nodig is.
Op een geavanceerde systeemcamera zit er bovenop het toestel meestal een wieltje waarmee je het diafragma bepaalt. Open via het scherm de diafragma-instellingen en kies de waarde die je nodig hebt. Of kies door aan het wieltje te draaien het juiste diafragma.
De instellingsknop waarmee je de ISO instelt zit bij iedere camera ergens anders. Op Canon camera's zit er vaak bovenop het toestel een ISO-knop. Als je een Nikon camera hebt, stel je de ISO meestal in via het menu. Zodra je in het ISO-menu zit, gebruik je de navigeerknoppen om langs de diverse waarden te gaan.
Welk filmrolletje heb je nodig bij analoge fotografie? De meeste normale analoge camera's gebruiken 35mm filmrolletjes. Hier begin je dan ook vaak mee. Een ander formaat is 120mm voor medium format camera's.
Langste dag 2022 (21 Juni)