Soja (met uitzondering van tamari, shoyu en tempé), mosterd, pinda's, ongeroosterde pijnboompitten, rauwe cassave, lijnzaad en rauwe koolsoorten bevatten zogenaamde goitrines die de schildklierfunctie kunnen belemmeren. Ze blokkeren de werking van de schildklier, omdat ze de opname van zink, jodium en selenium remmen.
Eet niet meer dan 1-2 keer per week vis – Je lichaam kan maar een beetje van de metalen verwerken die veel vis bevatten. Eet te veel vis? Dan kunnen deze metalen zich ophopen in je lichaam en je schildklier in de weg zitten.
Krijg genoeg vitamine A en D
Vetoplosbare vitamines A en D zijn ook cruciaal voor een optimale schildklier- en hersenfunctie. Vitamine D is nodig om schildklierhormoon in uw cellen te transporteren en een tekort komt vrij vaak voor bij mensen met schildklierproblemen.
Tomaten en zeegroenten zijn allemaal goed voor dit vitale orgaan. Vooral zeegroenten zijn rijk aan jodium en daarmee zeer goed voor je schildklier.
Zuivel – eiwitten
Het is beter de tabletten niet tegelijkertijd met melk of yoghurt in te nemen, in verband met de remmende werking van calcium in deze producten. Wel blijkt dat een lage eiwitinname de stofwisseling verlaagt waardoor het lichaam niet goed reageert op schildklierhormoon.
Voeding rijk aan selenium
Een gemiddelde paranoot bevat al snel 50 microgram selenium. Met vier paranoten per dag verhoog je eenvoudig je selenium inname wat je schildklier ten goede komt. Let wel op dat je niet dagelijks een hele zak leeg eet want dan riskeer je een selenium vergiftiging.
Vitamine D tegen schildklier-antistoffen
analyseerden daarom vorig jaar zes studies met in totaal 344 patiënten met een schildklierauto-immuunziekte 4). De resultaten laten zien dat suppletie met vitamine D zorgde voor significant lagere anti-TPO en anti-Tg titers (markers voor schildklierauto-immuunziekten).
Magnesium is een belangrijke co-factor in de omzetting van T4 naar T3. Daarnaast speelt magnesium een rol in de energiehuishouding, die weer van invloed is op het functioneren van de schildklier. Er zijn vele vormen van magnesium, maar magnesiumtauraat wordt het beste opgenomen door het lichaam.
Ook stress heeft een grote invloed op het functioneren van het schildklierhormoon. Langdurige stress zorgt er namelijk voor dat er minder van het efficiënte schildklierhormoon (T3) kan worden aangemaakt en meer van minder efficiënte schildklierhormoon (rT3) wordt aangemaakt.
Voor mensen met een 'trage schildklier' is het van belang dat de stofwisseling gestimuleerd wordt en dat gebeurt met name bij krachttraining. Mensen die eerder een 'snelle schildklier' hadden, zijn juist gebaat bij duurtraining zoals hardlopen, zwemmen en fietsen.
Sommige onderzoeken hebben aangetoond dat meer dan 90% van de patiënten met schildklierstoornissen een tekort hebben aan vitamine D. Vitamine D is een belangrijk hormoon en helpt bij het regelen van het immuunsysteem.
Hoge concentraties van TSH in het bloed zijn geassocieerd met een hoger risico op schildklierkanker. Daarnaast zou alcohol een toxisch effect hebben op de schildkliercellen. Daardoor verkleint het volume van de schildklier en wordt het risico op schildklierkanker verlaagt.
Te weinig schildklierhormoon leidt ook tot hartfunctiestoornissen, omdat de energievoorziening van het hart onvoldoende is, maar bovendien wordt het weefsel van het hart en bloedvaten stijver, waardoor de hartfunctie minder wordt en de bloeddruk kan oplopen.
Wat kunt u zelf doen als uw schildklier te langzaam werkt? U kunt hier zelf weinig aan doen. U zult medicijnen moeten innemen waardoor u weer genoeg schildklierhormoon krijgt. Zorg ook dat u gezond eet.
Er is géén specifiek dieet
Een ideaal voedingspatroon en hoe gezond jij je hierbij voelt, is per persoon verschillend. Er is niet één specifiek dieet dat voor iedereen geldt of specifiek voor mensen met een schildklieraandoening. Kijk dus vooral naar jouw eigen situatie en luister naar je lichaam.
Kan ik mijn medicijn tegelijk innemen met voedingssupplementen zoals magnesium, ijzer, calcium of multivitaminen met mineralen? Supplementen zoals calcium-of ijzertabletten kunnen de opname van uw schildkliermedicijn vertragen.
Veel schildklierpatiënten kampen met psychische klachten: stemmingswisselingen, vergeetachtigheid, depressies of neerslachtige gedachtes.
De TSH- en FT4-waarde kunnen – ook al slikt u dezelfde hoeveelheid levothyroxine – bij verschillende metingen een beetje schommelen. Dat is normaal en gebeurt trouwens ook bij mensen met een gezonde schildklier. U kunt dit vergelijken met de thermostaat van de kachel.
De T3-receptor heeft zink nodig om zijn actieve vorm te kunnen aannemen. Zink is dus noodzakelijk voor de synthese van schildklierhormonen. Echter, er bestaat ook een omgekeerd verband: schildklierhormonen zijn essentieel voor de absorptie van zink, en daarom kan hypothyreoïdie leiden tot een zinkdeficiëntie.
Na enkele maanden moet de behandeling met schildklierhormoon worden gestopt. Ongeveer zes weken later moet bloed worden afgenomen om te kijken of de schildklierfunctie volledig is hersteld. De meeste patiënten genezen binnen drie tot zes weken, soms duurt het enkele maanden, slechts zelden langer.
Een langzaam werkende schildklier (hypothyreoïdie) heeft een ongunstig effect op het cholesterolgehalte. Het veroorzaakt een hoger totaal cholesterol en een hoger LDL-cholesterol. Soms veroorzaakt het ook een hoger triglyceridengehalte. Dit komt doordat er minder LDL-cholesterol in de lever wordt afgebroken.
Een schildklierprobleem kan gemakkelijk het gevolg zijn van allerlei andere hormonale klachten, zoals uitputting van de bijnieren door langdurige stress, oxidatieve stress, auto-immuunziekten, insulineresistentie, oestrogeendominantie, progesteron of testosteron-tekort of een niet ontdekt jodiumtekort.
De schildklier maakt te veel schildklierhormoon aan, wat kan leiden tot vermageren, een te snelle hartslag en hoge bloeddruk, een overdreven warmtegevoel, diarree en beven.