Karper, paling, tong en kabeljauw ´s nachts. Hoe hoger een vis zwemt des te minder goed is hij te vangen in de nachtelijke uren. Hij heeft licht nodig, gebruikt zijn ogen om voedsel te vinden. Vissen die een goed reukvermogen hebben zijn (ook) in het donker actief.
Je kan nachtvissen op karpers, maar ook op roofvis. Roofvissen die 's nachts graag actief zijn zijn snoeken, snoekbaars en paling. Let er op dat je passend aas bij je hebt om de juiste vissen te vangen. Anders kan het nog wel eens een lange nacht gaan worden.
In stromende beken worden vissoorten als beekforel, vlagzalm, kopvoorn en winde door vliegvissers zeer gewaardeerd.
De vissen zullen goed bijten net voordat de zon opkomt en net na zonsondergang, wanneer er veel voedsel voor ze is. Tijdens het midden van de dag, wanneer de zon op het hoogste punt staat, zullen de vissen zich terugtrekken naar kouder, dieper water.
Water doet rare dingen met het zonlicht. Het dimt het licht en filtert sommige kleuren weg, waardoor op een paar meter diepte alles blauwgroen oogt. Vissen hebben zich aangepast aan die omstandigheden. Ze kunnen vooral de kleuren zien die in hun natuurlijke omgeving veel voorkomen.
Voor het eerst is aangetoond dat vissen menselijke gezichten kunnen herkennen. Met verbazende precisie konden schuttersvissen een vertrouwd gezicht uit tientallen andere gezichten halen.
Sommige vis soorten zoeken een rustig plekje om de nacht te doorstaan. Dit doen ze door dicht bij een obstakel te zijn die hun beschut en zorgt dat ze niet snel weggespoeld worden door de stroming. Andere vissen liggen liever in een kuil of ondiep geultje op de bodem.
Het lokken van vissen
Als je de vissen wil lokken, kun je dat het beste doen door wat balletjes voer bij je dobber te gooien. Zo lok je de vis naar je haakje en maak je meer kans dat de vis ook daadwerkelijk jouw haakje kiest. Het is hierbij belangrijk dat je dit visvoer aanmaakt.
Lichte regen in combinatie met een hoge temperatuur is de beste combinatie. Door de lichte regen vertroebelt het water waardoor vissen je minder goed kunnen zien. Ook zorgt lichte regen ervoor dat insecten in het water terecht komen. Harde regen heeft een negatief effect op de vissen.
Grote meren.
Ook op de grootse wateren van Nederland zwemt witvis, zoals op het Markermeer of het Haringvliet. Kanalen: vanzelfsprekend zwemmen op de vele kanalen die onze landen rijk zijn, zoals het Kanaal door Voorne of bijvoorbeeld de Urkervaart ook witvissen.
Brasems azen bijna altijd tegen de bodem, maar er zijn uitzonderingen. Vooral bij het vissen op warme zomerdagen kan het gebeuren dat alle vissen zich juist een eind boven de bodem ophouden. Vaak gebeurt dit op diepe wateren waar, bij die omstandigheden, dichter tegen de bodem gewoon te weinig zuurstof is.
Vooral in de brasem zitten lastige y-vormige graten, groot en piepklein. Daar moet je wat voor doen. Je moet het bouwplan van de vis een beetje bestuderen en verder resoluut mes en vork terzijde schuiven en met je vingers eten. De beste garantie voor een graatloze heerlijke hap vis.
Brak water kan ondiep zijn, warmt dan snel op en is daarom een goede paaiplaats voor brakwatergrondel, driedoornige stekelbaars, grote koornaarvis, zwarte grondel, dikkopje en andere vissen. Een verbinding met de zee is voor vissen van groot belang.
Bovendien houden sommige vissen er van zich overdag op te warmen in de zon. 's Avonds zoeken deze vissen een veilige rustplaats op. Zodra het donker wordt, verkeren ze in een soort slaaptoestand. Vissen hebben geen oogleden, waardoor ze hun ogen niet kunnen sluiten tijdens het 'slapen'.
Er gelden namelijk bijzondere regels voor het vissen tussen twee uur na zonsondergang en één uur voor zonsopgang. Het vissen tussen deze uren wordt vaak "nachtvissen" genoemd.
Nachtvissen is toegestaan in alle wateren met het symbool 'maantje' in de Gezamenlijke Lijst van Nederlandse VISwateren en de VISplanner. Onder 'nachtvissen' wordt verstaan: het vissen van twee uur na zonsondergang tot één uur voor zonsopkomst. In natuurgebieden kunnen afwijkende regels gelden!
In de maand maart mag er nog worden gevist met kunstaas, een stukje vis of een dood visje. Vang je hiermee een snoek dan moet deze direct worden teruggezet (gesloten tijd voor de snoek).
Regen verhoogt zuurstofgehalte
Als de regendruppels het water opzwepen, neemt het zuurstofgehalte aan het oppervlak van het water toe. Ook daardoor kunnen de vissen actiever worden en eerder op het aas af gaan. Veel vissen komen bovendien liever uit hun schuilplaats als het schemert of als de nacht invalt.
In Nederland mag je het hele jaar door vissen. Maar je mag niet het hele jaar door met alle soorten aas vissen. Je mag ook niet het hele jaar door op alle vissoorten vissen. En als je ze toch vangt, moet je ze meteen weer terug zetten.
Een plukje brood net zo lang tussen de vingers rollen totdat het een bolletje is . Aan de haak prikken en vissen maar, meestal op voorntjes. Nadeel van dit is namelijk wel veel beet, maar in het algemeen mis je een heleboel aanbeten. Daarom probeerde je als kind ook nog het puntje uit het brood te laten steken.
Het groenvoer kan bestaan uit:
Komkommer. Broccoli. Bloemkool. Kool.
Goed voor brasem, baars en paling. Kaas Is een goed vangend aas, zeker voor barbelen, kopvoorns en karpers, maar ook voor andere vissen die in dit aas een lekkere hap zien. Dat getuigen de talrijke bijvangsten. Mijn favoriete kaas is het Babybel-mini kaasje.
We beginnen ffies flauw, maar ga je ook vissen in het donker, dan heb je meer vistijd dan wanneer je alleen overdag vist. Dit geldt al helemaal voor 's winters als de dagen korter zijn. 's Ochtend en 's avonds in het donker naar je werk, daglicht zie je niet, maar vissen kan gewoon.
Volgens Tinley-gedragstherapeut Marieke heb je een blije goudvis als-ie zichzelf kan zijn. "Dit betekent dat je goed moet kijken naar het natuurlijke gedrag van een goudvis. Wat doet hij in het wild? Juist, zwemmen.
Gewervelde dieren zoals honden, katten, vissen en vogels hebben bijvoorbeeld hersenen, maar ook krabben, insecten en inktvissen. Dieren zoals ringwormen, slakken, sponzen, anemonen en kwallen hebben geen hersenen. De grote hersenen Het grootste deel van onze hersenen noemen we (niet verrassend) de grote hersenen.