We gebruiken in Nederland taalniveaus B1 en B2 als basis.En A1, A2, C1 en C2 als uitzondering. Hieronder geven we je een uitleg, voorbeelden en tips over alle taalniveaus.
De overgrote meerderheid van de bevolking begrijpt teksten op taalniveau B1. Ook mensen die geen (hoge) opleiding hebben gehad. Een tekst op B1-niveau bestaat uit makkelijke woorden die bijna iedereen gebruikt.
Van laag naar hoog zijn dat: A1, A2, B1, B2, C1, C2. Deze indeling is gemaakt als hulpmiddel om iemands beheersing van een vreemde taal aan te geven. Wat die niveaus precies inhouden staat hieronder. Het niveau dat je in een vreemde taal hebt, kun je aangeven met de indeling van de Raad van Europa.
Als je niveau A2 hebt bereikt, kun je je met het Nederlands in eenvoudige, alledaagse situaties redden. Op niveau B1 beheers je de taal zodanig dat je je ook in meer bijzondere situaties goed kunt redden.
Welke taalniveaus zijn er? De Raad van Europa onderscheidt 6 verschillende taalniveaus: A1, A2, B1, B2, C1 en C2. Het gaat dan om niveaus waarop mensen een nieuw geleerde taal begrijpen en kunnen gebruiken. A1 is het meest eenvoudige niveau, C2 het meest moeilijke.
havo: rekenen 3F en taal 3F; vwo: rekenen 3F en taal 4F; mbo niveau 1/entreeopleiding, mbo niveau 2 en niveau 3: taal 2F (het onderdeel fictionele, narratieve en literaire teksten uitgezonderd) en rekenen 2F; Let op: Het is de entreeopleidingen ook toegestaan om onder niveau 2F te examineren.
Ook de Spaanse en Zuid-Amerikaanse literatuur komt aan bod. In deze klas wordt er eindexamen Spaans op vwo 6 niveau gedaan. Het Niveau B1/B2 Spaans van het Europees Referentiekader wordt behaald.
Taalniveau vwo
Op het vwo wordt je kennis van de Nederlandse taal getoetst op niveau 4F.
Taalniveau A2 (eenvoudig)
Heb je taalniveau A2, dan heb je al wat meer kennis van de taal. Je begrijpt korte, eenvoudige zinnen die gaan over alledaagse zaken, zoals boodschappen, werk of familie. Je snapt gesproken én geschreven teksten. Ook kun je zelf een kort en simpel gesprek voeren.
Taalniveaus. Per beroepsniveau is een taalniveau vastgesteld: Taalniveau B1: MBO-beroepen (zoals verpleegkundigen). Taalniveau B2: HBO-beroepen (zoals fysiotherapeuten, physician assistants, verloskundigen en de geregistreerd-mondhygiënisten).
Taalniveau B2
Uitzicht – kan de hoofdlijnen van complexe teksten begrijpen, kan duidelijke, gedetailleerde tekst produceren en kan spontaan aan een gesprek deelnemen.
Voldoende kennis van de Nederlandse taal (uitgedrukt in termen van Europees Referentiekader taalvaardigheid minimaal op het niveau: Luisteren C1, Lezen C1, Gesproken interactie B2, Gesproken productie B2, Schrijven B2).
Met niveau B2 bent u in staat op de werkvloer te kunnen functioneren in het Engels. Veel non-native Engelssprekenden binnen internationale bedrijven hebben dit niveau Engels. Een persoon die in het Engels werkt met een niveau B2 zal hoe dan ook nog gebreken tonen, vooral buiten zijn of haar vakgebied.
Voor Nederlanders zijn Japans, Chinees, Koreaans en Arabisch ingewikkelde talen om te leren. Alleen al het schrift van deze talen is ontzettend lastig omdat het uit tekens bestaat en niet uit letters zoals wij die kennen.
Nederlands is geen makkelijke taal om te leren maar zeker niet de moeilijkste. Het ligt er aan welke talen je als spreekt, iemand die Engels spreekt zou niet zo'n moeite hebben met Nederlands, maar als je bijvoorbeeld alleen Japans spreekt dan wordt het al een stuk lastiger.
Wilt u naturaliseren? Dan moet u eerst het inburgeringsexamen op taalniveau A2 halen.Of het Staatsexamen Nederlands als tweede taal (Nt2) op taalniveau B1. Wilt u Nederlander worden, maar woont u niet in Nederland?
In het Raamwerk NT2 worden zes taalniveaus benoemd. De niveaus lopen op in moeilijkheid: A1, A2, B1, B2, C1 en C2. Een taalgebruiker heeft een A-niveau als hij zich kan redden in de dagelijkse omgeving. Een taalgebruiker heeft een B- niveau als hij zich kan redden op het werk of op de opleiding.
Talenkennis presenteren op je cv
Op het cv geef je bij het onderdeel “Talen” of “Talenkennis” per taal aan wat je niveau is. Gebruik daarbij de volgende niveaus: moedertaal, vloeiend (uitstekend), goed, redelijk (voldoende).
2 (volledig A1-niveau). Kan zinnen en regelmatig voorkomende uitdrukkingen begrijpen die verband hebben met zaken van direct belang (bijvoorbeeld persoonsgegevens, familie, winkelen, plaatselijke geografie, werk).
Het vwo is niet veel moeilijker dan havo
De meerderheid vindt het vwo niet veel moeilijker dan de havo, al neemt de moeilijkheidsgraad wel iets toe naarmate je verder komt. Er wordt dieper op de stof ingegaan en je hebt meer inzicht nodig, ondervond Hugo.
Vwo is net wat moeilijker en biedt meer uitdaging voor mensen die havo heel makkelijk vinden. Qua vakken is het hetzelfde, maar alle stof is moeilijker en op de toets is de beoordeling wat strenger. Vaak is het op havo: 70% goed is een 6, bij vwo is dat iets strenger, dus iets als 75% goed is een 6.
Vwo studenten worden in 6 vwo voor het centrale eindexamen Engels op niveau C1 (ERK) getoetst op leesvaardigheid. Het streven van de andere taalvaardigheden, schrijven, spreken en luisteren is B2.
High School Engeland - Classic
Bij dit programma kom je automatisch in de 'Sixth Form' terecht, wat te vergelijken is met havo en vwo in Nederland en tso en aso in België.
Het voortgezet onderwijs omvat het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo), het hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo), het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) en het praktijkonderwijs.
De verschillende niveaus worden bij gealfabetiseerde mensen gemeten met een meetlat die loopt van A1 (laagste) tot C2 (hoogste) en zijn in verhouding met NT1 gelijk te stellen in zoverre dat A1/A2 (basisgebruiker) de inburgeringsfase is, en gelijk staat aan 1F.