Het Italiaans is fonetisch – de spelregels zijn de uitspraakregels, en vice versa. Het Italiaans is van de Romaanse talen qua vocabulaire het dichtst bij het Latijn gebleven.
De taal wordt door ongeveer 68 miljoen mensen wereldwijd gesproken. Als een Romaanse taal die het meest op Latijn lijkt, is Italiaans de officiële taal van Italië, San Marino, Vaticaanstad en Zwitserland, en een erkende minderheidstaal in Kroatië en Slovenië.
Maar door de tijd heen werden lokale dialecten vermengd met Latijn en gaven ze geboorte aan wat we tegenwoordig de Romaanse talen noemen. Frans, Portugees, Spaans, Italiaans en Roemeens zijn tegenwoordig de meest gesproken Romaanse talen.
Latijn (Lingua Latina) is een Italische taal die oorspronkelijk werd gesproken door de Latijnen, onder wie ook het bekendste Latijnse volk, de Romeinen. Door de erfenis van de Romeinse beschaving ontwikkelde het Latijn zich tot een wereldtaal, gebruikt onder meer in het onderwijs, de wetenschap en de diplomatie.
Italiaans is afgeleid van het Latijn. Maar uiteraard sluipen er leenwoorden in een taal, al zeker op 2000 jaar tijd. De Ostrogoten hebben Italië veroverd en Germaanse woorden in de taal gebracht. Het is dus een natuurlijke transitie die talen ondergaan.
2e vreemde taal bij vwo. Bij het gymnasium is dit Latijn of Grieks.
Het Latijn vormt de basis van heel wat moderne talen, zowel Romaanse talen als Germaanse talen. De studie van het Latijn is daarom niet alleen nuttig om vreemde talen vlot aan te leren, maar ook om je eigen taal beter te begrijpen en beheersen.
Het Duits en Nederlands lijken zoveel op elkaar doordat ze tot dezelfde taalfamilie behoren. Het Duits en het Nederlands zijn namelijk Germaanse talen. Dat betekent dat ze allebei uit dezelfde taal zijn ontstaan: het Germaans.
Het Nederlands is een Indo-Europese, Germaanse taal die vooral in Nederland, Vlaanderen en Suriname wordt gesproken. Het is nauw verwant met de andere West-Germaanse talen: Engels, Fries, Duits, Nedersaksisch, Luxemburgs, Jiddisch en de dochtertaal Afrikaans.
Latijn is een uitgestorven taal zonder moedertaalsprekers en is de officiële taal van slechts één staat ter wereld, Vaticaanstad. Maar het Latijn is ook de oorsprong van de meeste West-Europese talen. Van België tot Sicilië, van Portugal tot Roemenië, de Romaanse talen zijn de evolutie van het Latijn.
Latijn zelf is geen ingewikkelde taal: door de terminologie en alles wat er om het Latijn heen komt, wordt het Latijn zo moeilijk gemaakt en dat is niet nodig. Ook de naamvallen vormen helemaal geen belemmering – moderne talen als het Russisch en het Fins kennen er nog meer.
Voor de hand liggende keuzes zijn onderwijs, verpleegkunde, logopedie & audiologie, toegepaste taalkunde, … Voor de hand liggende keuzes zijn geschiedenis, geneeskunde, farmaceutische wetenschappen, ingenieurswetenschappen, taal- & letterkunde, rechten, biomedische wetenschappen, …
Kennis van het Latijn is een manier om een wereldbeeld op te bouwen, en de Romeinse en Griekse beschavingen zijn van erg groot belang geweest in het ontstaan van de maatschappij zoals we die nu kennen. In die periodes werden de fundamenten van onze westerse beschaving gelegd.
Zo is voor Nederlanders Arabisch, Koreaans, Chinees en Japans de moeilijkste talen ter wereld. Het feit dat het schrift van deze talen uit tekens bestaat en niet uit letters maakt het voor ons nog moeilijker om te leren.
Van oorsprong is het Latijn een Indo-Europese taal. Deze klassieke taal krijg je op het middelbare onderwijs als je gymnasium doet. Het is voor veel beroepen zeer handig om Latijns te kunnen, zoals dokter, archeoloog of planteloog.
Dat hangt vooral af van welke talen ze al spreken. Wie pakweg Arabisch, Turks, Chinees of Somalisch kent, zal het Nederlands razend moeilijk vinden, want de verschillen zijn gigantisch. Maar het Nederlands is een stuk gemakkelijker voor mensen die al een andere Germaanse taal spreken, zoals Engels of Duits.
Ja, het Nederlands en het Duits komen voort uit een gemeenschappelijke voorvader, het West-Germaans. Het West-Germaans komt op zijn beurt weer voort uit het Oergermaans. Andere West-Germaanse talen zijn het Engels en het Fries.
Verstaanbaarheid beter benutten
Omdat Nederlanders Duits op school leren, zijn ze geneigd om Duits te spreken als zij een Duitser tegenkomen. De resultaten van het onderzoek laten echter zien dat Duitsers het Nederlands ook bovengemiddeld goed kunnen verstaan, zeker in globale situaties.
Het Bijbelse antwoord luidt: het Hebreeuws, want dat spraken Adam en Eva in het paradijs. Die opvatting deelt de wetenschap niet. Een beter antwoord is: het Soemerisch. Dat is namelijk de taal van de oudst bewaard gebleven teksten, op kleitabletten van 3200 voor Christus (zie foto).
Het mooiste Nederlands spreekt men volgens Nederlanders in de stad Haarlem, dicht bij Amsterdam, en volgens Vlamingen in de provincie Antwerpen. Het lelijkste in Friesland en in de stad Antwerpen. Voor sappig Nederlands moet je in Suriname zijn.
Zo bevat het woord kindercarnavalsoptochtvoorbereidingswerkzaamhedencomitéleden 60 letters. Het verwijst naar de leden van een comité die kinderactiviteiten voorbereiden voor een carnavalsoptocht. In 2011 werd het door het Guinness World Records opgetekend als het langste Nederlandse woord.
Liki. Liki, dat ook bekend staat als Moar, wordt in de regio Papoea in Indonesië gesproken door mensen die wonen op de eilanden voor de kust van Sarmi Kecamatan, Jayapura Kabupaten en Sarmi. Het was ooit een zeer populaire taal, en werd gebruikt door de inheemse kerkfunctionarissen in de streek.
Veel scholieren hebben het idee dat Latijn makkelijker te leren is, maar dat is niet per se het geval. Het zijn beide echt andere talen, maar qua niveau wel gelijkwaardig te noemen. Grieks is vaak voor beginners wel makkelijker te volgen, omdat er in deze taal ook lidwoorden worden gebruikt.
Je hoeft geen Latijn gestudeerd te hebben om geneeskunde te gaan studeren. Desalniettemin: Latijn (en Grieks) wordt wel veel gebruikt binnen de geneeskunde om bijvoorbeeld ziektes een naam te geven. Neen. Wat je nodig hebt leer je tijdens de studie, net zoals je woordjes leert.
Afgezien van diakritische tekens bestaan de meeste Latijnse alfabetten uit de volgende 26 letters. De Nederlandse namen van de letters zijn, op een enkele uitzondering na, niets anders dan de letters zelf.