Bij DCD heeft uw kind veel moeite met leren van taken die met bewegen te maken hebben. Zoals leren zwemmen, leren schrijven of leren gooien met een bal. Daardoor zijn er problemen, thuis, op school, tijdens sporten of met vriendjes. Het is belangrijk dat uw kind blijft oefenen en meer zelfvertrouwen krijgt.
Wat is DCD? Developmental Coordination Disorder of DCD is een coördinatie-ontwikkelingstoornis. Kinderen met DCD hebben een achterstand in de ontwikkeling van motorische vaardigheden en moeite met het coördineren van bewegingen.
Uw kind kan alleen behandeld worden of in een groep. In een groep heeft uw kind contact met andere kinderen met DCD. Dit kan goed zijn voor het zelfvertrouwen. Er zijn geen medicijnen die helpen bij DCD.
DCD is een ontwikkelingsstoornis van de coördinatie van bewegingen. DCD staat voor Developmental Coordination Disorder, in het Nederlands vertaald coördinatie- ontwikkelingsstoornis.
De diagnose DCD wordt gesteld door een arts die hiertoe geschoold en competent is (kinderrevalidatiearts, kinderarts, jeugdarts, kinderneuroloog, kinderpsychiater) of door een GZ-psycholoog of orthopedagoog-generalist. De diagnose wordt gesteld met gegevens vanuit een multidisciplinair team.
Om DCD vast te kunnen stellen, moet een arts (meestal is dit een kinderrevalidatiearts) beoordelen of de motorische problemen van het kind voldoen aan alle vier de criteria voor DCD uit de DSM-5. Dit wordt gedaan door het kind te onderzoeken om eventuele andere oorzaken voor de motorische onhandigheid uit te sluiten.
Houterig bewegingspatroon, met daar tegenover opvallende motorische behendigheden. Bijvoorbeeld: kunnen klimmen en klauteren, maar niet kunnen springen. Dit contrast kan ook gelden binnen de fijne motoriek: geen veter kunnen strikken, maar heel vaardig zijn in een zeer ingenieus lego-bouwwerk.
Kinderen met DCD hebben een achterstand in de ontwikkeling van motorische vaardigheden. Ook hebben ze moeite met het coördineren van hun bewegingen. Hun motoriek ziet er onhandig uit. Er zijn geen aantoonbare medisch-neurologische oorzaken of lichamelijke gebreken (zoals spasticiteit of doofheid) bij DCD.
Achterstand in de motorische ontwikkeling. Bij een achterstand van de motorische ontwikkeling beweegt het kind minder handig dan leeftijdsgenootjes. Een gevolg kan zijn dat het kind gefrustreerd raakt en niet goed kan meedoen in de klas of bij het spelen.
Het hoogbegaafde kind doet weinig motorische faalervaringen op en oefent te weinig waardoor het niet leert automatiseren. Daardoor kan het in de lagere school problemen krijgen met bvb. de tafels leren, een vaardigheid die ook automatisering vereist.
Een verbale ontwikkelingsdyspraxie (VOD), ook wel spraak- ontwikkelingsdyspraxie (SOD) genoemd, is een (uit)spraakstoornis. Je kind ondervindt: moeite met het plannen, programmeren, coördineren en controleren van de spraakbewegingen (tong, lippen en kaken).
Kan dyspraxie voorkomen worden? De precieze oorzaak van DCD is niet bekend, maar de stoornis wordt in verband gebracht met te vroeg geboren kinderen of kinderen met een laag geboortegewicht. Soms kunnen veranderingen in de hersenen worden waargenomen op een door een arts aangevraagde hersenscan.
Na een voltooide WO-opleiding orthopedagogiek is er een post-doctoraal traject voor GZ-psycholoog of orthopedagoog-generalist mogelijk. De orthopedagoog mag dan ook diagnoses stellen.
ODD is een afkorting van het Engelse Oppositional Defiant Disorder. In Nederland spreken we van een oppositioneel-opstandige gedragsstoornis. CD is een afkorting van het Engelse Conduct Disorder. De Nederlandse term hiervoor is (antisociale) gedragsstoornis.
Dat kan verklaard worden door een vertraagde rijping van het motorische systeem. In de puberteit komt er namelijk extra groeihormoon vrij, waardoor ook de motoriek versneld kan gaan rijpen. Maar dat is helaas niet bij iedereen het geval.” “Bij sommigen is die extreme onhandigheid blijvend.
Kinderen met een ontwikkelingsachterstand ontwikkelen zich (veel) langzamer dan hun leeftijdsgenoten. Ze gaan bijvoorbeeld later rollen, zitten, staan, lopen of praten. Vaak zijn er vanaf de geboorte al (lichamelijke) klachten. Soms wordt een ontwikkelingsachterstand pas later duidelijk.
Dysfasie is een neurologische stoornis in de spraak-taalontwikkeling: het kind begrijpt meestal veel meer van wat anderen zeggen dan het zelf kan zeggen. Dysfasie komt best vaak voor, ook de ernstige vormen.
Cerebrale parese (CP) is een houding- en bewegingsstoornis die veroorzaakt wordt door een beschadiging van de hersenen. Die beschadiging ontstaat voor of tijdens de geboorte of in het eerste levensjaar. Bij mensen met CP functioneert een deel van de hersenen niet of anders.
Een ontwikkelingsstoornis is een neurologische of psychische aandoening die optreedt bij kinderen of adolescenten en de normale ontwikkeling belemmert. Bij volwassenen is zo'n stoornis soms nog te traceren, maar met de leeftijd neemt de kans op een succesvolle behandeling gewoonlijk af.
De vragenlijst “Hoe ik vind dat ik het doe?” meet de motorische competentiebeleving van kinderen met DCD in de leeftijd van 6 tot 12 jaar (De Kloet et al, 2005).