Er zijn algemene verkeersregels opgesteld voor rotondes. Deze zijn meestal van toepassing op de meest voorkomende rotondes, die met één rijstrook. Maar er zijn ook veel rotondes met uitzonderingen op deze regels. Belangrijk is dat u, wanneer u een rotonde nadert, goed let op de verkeersborden en de tekens op de weg.
Neem je pas de tweede of derde afslag, kies dan voor de binnenste rijstrook. Als je de tweede of de derde afrit op de rotonde wil nemen, sorteer je beter links voor. Je rijdt dan de rotonde op en blijft aan de binnenkant (of op de linkerrijstrook).
Wie heeft voorrang op een rotonde? Het verkeer dat op de rotonde rijdt, heeft voorrang op verkeer dat de rotonde verlaat – want rechtdoor op dezelfde weg gaat altijd voor. Op een rotonde met meerdere rijstroken hebben de bestuurders die rechts van jou rijden altijd voorrang.
Wat is de maximumsnelheid op een rotonde? De veiligheid op een rotonde wordt mede veroorzaakt doordat je er niet hard op kunt rijden. Een perfecte manier van snelheid regulering. Het maximum ligt tussen de 20 en 30 kilometer per uur.
Zo moet elke bestuurder die een rotonde wil oprijden voorrang verlenen aan links, dus aan het verkeer dat al op de rotonde rijdt. Er zijn ook rotondes zonder voorrangsbord. Daar moet het verkeer op de rotonde voorrang geven aan het verkeer dat de rotonde wil oprijden.
Kenmerken. De Stichtse rotonde is een tweestrooks rotonde met drie takken met allen 2x2 rijstroken. Rondom de rotonde ligt een rondweg die de N221 met een viaduct oversteekt en een ander deel van de N221 kruist. De rotonde is met betonplaten uitgevoerd.
Sinds enige jaren is in Nederland een nieuw soort rotonde aangelegd: de turborotonde. Deze rotonde heeft twee of meer rijstroken met tussen de rijstroken een klein opstaand randje. Bij het naderen van de turborotonde moeten automobilisten ervóór al de juiste rijstrook kiezen.
Bij een rotonde vervolgt u uw weg en bent u alleen als u de rotonde verlaat verplicht rechts richting aan te geven. Er zijn ook automobilisten die bij het oprijden van een rotonde richting aangeven naar links. Dat is géén wettelijke eis, maar het maakt wel duidelijk wat de bestuurder van plan is.
Rechts heeft voorrang, met uitzonderingen
Er zijn een aantal uitzonderingen. Bestuurders op een onverharde weg verlenen voorrang aan bestuurders op een verharde weg. Bestuurders verlenen voorrang aan een tram. Alle weggebruikers moeten bestuurders van een voorrangsvoertuig voor laten gaan.
Dit soort rotondes is meestal klein en hebben maar 1 rijbaan met een fiets- of voetgangerspad. Er staan verkeersborden die de voorrang rotonde regelen. Wanneer fietsers en bromfietsers de bestuurder die de rotonde wil verlaten kruisen, dient de bestuurder hen voorrang te verlenen.
Rotonde. Op een rotonde rijdt het verkeer met de klok mee. Als je een rotonde wilt oprijden, moet je voorrang verlenen aan bestuurders die zich al op de rotonde bevinden (bestuurders van rechts), tenzij anders wordt aangegeven.
Rotonde. Als je een rotonde wilt oprijden, moet je voorrang verlenen aan bestuurders die al op de rotonde rijden als dat met een driehoekige waarschuwingsbord Rotonde en/of het bord Vous n'avez pas la priorité (U hebt geen voorrang) wordt aangegeven.
Het verkeer op de rotonde heeft voorrang
De automobilisten die zich op de rotonde bevinden, hebben voorrang op het verkeer dat de rotonde wil oprijden. Op een rotonde bestaat er dus niet zoiets als een voorrang van rechts.
Rechtdoor op dezelfde weg gaat voor. Op rotondes buiten de bebouwde kom heeft de fietser geen voorrang. Een fietser die de rotonde volgt moet daar voorrang geven aan afslaand autoverkeer. Binnen de bebouwde kom heeft de fietser op de rotonde meestal voorrang op het afslaand autoverkeer.
Volgens het Nationaal Wegenbestand lagen er in 2010 ongeveer 3.900 volwaardige rotondes in Nederland, momenteel zijn dat er circa 8.000. Ongeveer de helft heeft een diameter tussen 20 en 30 m; rotondes met die diameter zijn gewoonlijk enkelstrooks.
Een rotonde moet aangeduid worden met een bord D5 (verplicht rondgaand verkeer) en de toegangswegen met de borden B1 (voorrang verlenen) of B5 (stoppen en voorrang verlenen). Slechts 1 bestuurder op 3 (35%) slaagt erin een rotonde te herkennen.
Het verkeer kent gelijkwaardige en ongelijkwaardige kruispunten. Het verschil tussen deze twee kun je normaal gesproken vrij eenvoudig herkennen. Een ongelijkwaardig kruispunt is namelijk een kruispunt waarbij de voorrang is geregeld door verkeersborden, verkeerstekens, wegmarkeringen en/of stoplichten.
Bestuurders moeten voetgangers op of voor een zebrapad die op punt staan over te steken, voor laten gaan. Is er geen oversteekplaats, dan zijn bestuurders niet verplicht je voor te laten gaan. Uitzondering hierop zijn blinden en slechtzienden met een blindengeleidestok en personen die zich moeilijk voortbewegen.
Veel mensen zullen niet eens weten wat een uitritconstructie eigenlijk is, al komen ze er dagelijks over. En dat betekent nogal wat: volgens de verkeersregels in Nederland moet iedereen die een uitrit verlaat al het kruisende verkeer voorrang verlenen, zelfs voetgangers.
Tijdig richting aangeven doe je bijvoorbeeld op wegen binnen de bebouwde kom op circa 100 meter voordat je wilt afslaan en op wegen buiten de bebouwde kom op circa 200 meter als je wilt afslaan. Bij het rijden op een autoweg of autosnelweg geef je tijdig richting aan op circa 300 meter voordat je gaat uitvoegen.
Maar voordat je dat doet, bepaal je eerst waar je wilt invoegen. Kijk in de binnenspiegel, linkerbuitenspiegel en links opzij – niet achterom! Wees bedacht op haastige bestuurders die achter je al met invoegen zijn begonnen (dode hoek). Is de weg vrij, geef dan richting aan en ga in een vloeiende beweging de weg op.
Een reële richtlijn is als volgt: Binnen de bebouwde kom (30 tot 50 km/u): circa 50 à 100 meter voordat je afslaat. Buiten de bebouwde kom (50 tot 80 km/u): circa 200 meter voordat er wordt afgeslagen. Op autowegen of autosnelwegen (80 tot 130 km/u): circa 300 meter voordat je uitvoegt.
Richting aangeven bij het oprijden van een rotonde
Op dezelfde manier als bij kruisingen. Dus naar rechts (richtingaanwijzer naar rechts), rechtdoor (richtingaanwijzer uit) of naar 'links' en dus driekwart (richtingaanwijzer naar links).
Er zijn 5 verschillende soorten rotondes
Als u deze rotonde oprijdt, moet u voorrang verlenen aan het verkeer dat al op de rotonde rijdt.