De klassieke rechtvaardigingsgronden zijn overmacht, noodweer, handelen ter uitvoering van een wettelijk voorschrift en handelen ter uitvoering van een bevoegd gegeven ambtelijk bevel.
Het Wetboek van Strafrecht (Sr) onderscheidt twee categorieën strafuitsluitingsgronden: rechtvaardigingsgronden en schulduitsluitingsgronden. Voor het opleggen van een straf dient (onder meer) het feit strafbaar te zijn.
Rechtvaardigingsgronden zien op de wederrechtelijkheid, schulduitsluitingsgronden op de schuld. Dit onderscheid is met name van belang voor de volgorde van beoordeling. Schulduitsluitingsgronden komen pas aan de orde als vaststaat dat de gedraging wederrechtelijk is.
De wettelijke schulduitsluitingsgronden zijn: ontoerekeningsvatbaarheid, overmacht, en noodweerexces, uitvoering van een wettelijk voorschrift, en een onbevoegd gegeven ambtelijk bevel.
Deze erkende excepties zien bijvoorbeeld op gedragingen in de context van de (medische) beroepsuitoefening, de kunst, de wetenschap, het verzet, de sport- en spelsituatie, seksualiteitsbeoefening, het studentenleven en de tuchtiging in het kader van de opvoeding.
De vijfde is een ongeschreven rechtvaardigingsgrond die in het leven is geroepen door de Hoge Raad. De rechtvaardigingsgronden zijn: overmacht noodtoestand, noodweer, bevoegd gegeven ambtelijk bevel, wettelijk voorschrift en ontbreken materiele wederrechtelijkheid.
Rechtvaardigingsgronden zijn omstandigheden waardoor een strafbaar feit, op basis waarvan een verdachte normaal gesproken veroordeeld zou kunnen worden, zijn wederrechtelijke karakter verliest.
Einduitspraak. Bij een geslaagd beroep op een schulduitsluitingsgrond kunnen er twee einduitspraken volgen, namelijk ontslag van alle rechtsvervolging of afwezigheid van alle schuld, oftewel vrijspraak. Indien de verwijtbaarheid een element is, volgt er ontslag van alle rechtsvervolging.
Noodweer is verdediging in een situatie, waarin men onverhoeds wordt aangevallen en waarin alleen zelfverdediging agressie kan afweren.
Wanneer een verdachte een strafbaar feit heeft gepleegd en dit bewezen kan worden, moet de rechter vervolgens beoordelen of de verdachte hiervoor ook strafbaar is.
De klassieke rechtvaardigingsgronden zijn overmacht, noodweer, handelen ter uitvoering van een wettelijk voorschrift en handelen ter uitvoering van een bevoegd gegeven ambtelijk bevel.
Psychische overmacht is een schulduitsluitingsgrond. De verdachte is hierdoor niet meer strafbaar voor wat hij gedaan heeft. Alleen wanneer het gaat om een culpoos delict, zal een geslaagd beroep op psychische overmacht tot vrijspraak moeten leiden.
Noodweer is een strafuitsluitingsgrond die is opgenomen in art. 41 van het Wetboek van Strafrecht. Bij noodweer gaat het tegelijkertijd om zelfverdediging als om rechtsordeverdediging tegen een wederrechtelijke aanval.
De tweede rechtvaardigingsgrond is noodweer. Dit is vastgelegd in artikel 41 lid 1 Sr. Hierin staat dat degene die een feit begaat, geboden door noodzakelijke verdediging van eigen of eens anders lijf, eerbaarheid of goed tegen ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding.
In artikel 67 lid 1 sub c Sv. worden nog een aantal specifieke strafbare feiten in bijzondere wetten genoemd, die niet voldoen aan het eerste criterium, maar waarvoor wel voorlopige hechtenis is toegelaten. Het gaat om de volgende feiten: dood c.q.zwaar lichamelijk letstel bij rijden onder invloed (175 lid 2 WVW)
Zelfverdediging in het strafrecht heet noodweer of noodweerexces. Het gaat daarbij om een ogenblikkelijke en wederrechtelijke aanranding waartegen je jezelf mocht verdedigen. In het normale spraakgebruik blijven we het gewoon zelfverdediging noemen.
Noodweer als zelfverdediging is in Nederland vastgelegd onder artikel 41 van het Wetboek van Strafrecht. Dit artikel stelt dat het toepassen van geweld als “noodzakelijke verdediging van eigen of eens anders lijf, eerbaarheid of goed tegen ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding” niet strafbaar is.
Wel moeten ze “aannemelijk” worden. Ook hier geldt dus dat er (getuigen)bewijs moet zijn als je een beroep op noodweer wilt doen. Als je in een vechtpartij verzeild bent geraakt en je hebt uit zelfverdediging van je afgeslagen dan is het dus belangrijk om namen en adressen van getuigen te achterhalen.
Volgens de Nederlandse wet mag je jezelf verdedigen wanneer je wordt aangevallen door een belager. Wordt er gepast geweld gebruikt om de aanval te stoppen, dan valt dat onder zelfverdediging. Toch blijkt in de praktijk dat deze zelfverdedigingswet niet zo recht-toe-recht-aan is als het lijkt.
In zittingen voor strafzaken doet de rechter meestal direct uitspraak na de eis en het pleidooi van de advocaat. In zogenoemde Mulderzaken kan dat ook al tijdens de zaak zijn, maar soms ook later, schriftelijk.
Een vonnis is een gemotiveerde, bindende uitspraak van een rechter in een civiele rechtszaak of een strafzaak.
Ontslag van alle rechtsvervolging betekent in het strafrecht dat de rechter besluit dat een verdachte niet veroordeeld kan worden, hoewel het ten laste gelegde strafbare feit wél bewezen is. Dit is dus iets anders dan vrijspraak, waarbij het ten laste gelegde feit níet bewezen is.
Als de wederrechtelijkheid, zoals bij vernieling, is opgenomen als bestanddeel en deze niet kan worden bewezen dan volgt er vrijspraak. Ook bij de ingebakken wederrechtelijkheid in mishandeling, moet een vrijspraak volgen.
Ogenblikkelijke aanranding
De aanranding van uw of andermans lichaam, seksuele eerbaarheid of goederen moet al zijn begonnen en mag ook nog niet zijn beëindigd. Hiervan is sowieso sprake wanneer u wordt geslagen of uw goederen worden vernield of gestolen.