3. Wie mogen er lid worden van de MR? Alle personeelsleden (ook niet-onderwijzend), ouders en leerlingen (in het voortgezet onderwijs) mogen in beginsel lid worden van de MR.
Voor het lidmaatschap van de (g)mr geldt een verplichte band met de school als ouder, leerling of docent. Zonder band met de school is het niet namelijk niet mogelijk om de eigen achterban te vertegenwoordigen. Het lidmaatschap van een (g) mr stopt automatisch als: een leerling in de (g)mr de school verlaat.
In de medezeggenschapsraad (MR) zitten ouders, personeel en in het voortgezet onderwijs ook leerlingen. De samenstelling wordt bepaald door een verkiezing. De MR vergadert regelmatig. Meestal is de schooldirecteur daarbij, maar dat hoeft niet.
In de Wet medezeggenschap op scholen is vastgelegd dat alle scholen en samenwerkingsverbanden een Medezeggenschapsraad (MR) moeten hebben. Volgens de regels moet een MR bestaan uit minstens twee leden (voor samenwerkingsverbanden) of minstens vier leden (voor scholen).
De Wet medezeggenschap op scholen (WMS) schrijft voor dat een medezeggenschapsraad (MR) uit ten minste vier leden bestaat (artikel 3 lid 2 WMS), waarvan twee ouderleden (artikel 3 lid 3b1) en twee personeelsleden (artikel 3 lid 3b3).
Daarin staat dat u tenminste 60 uren voor het lidmaatschap hoort te krijgen als u lid bent van de medezeggenschapsraad of de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. Mocht u lid zijn van beide raden dan heeft u recht op tenminste 100 uren.
Waarom zou u in de MR gaan? Als MR-lid kunt u een positieve bijdrage leveren aan de gang van zaken op de school van uw kind. U bent nauw betrokken bij de school, u kunt meepraten en –beslissen over het beleid, krijgt meer contact met andere ouders, het team en het bestuur en u doet een schat aan ervaring op.
Alle ouders van de school kiezen welke ouders lid worden van de medezeggenschapsraad (MR). Tijdens verkiezingen mogen alle ouders stemmen. De regels voor de verkiezingen staan in het medezeggenschapsreglement en worden door de MR daarin zelf bepaald.
Het medezeggenschapsreglement wordt opgesteld door het schoolbestuur. Dit reglement wordt vastgesteld nadat twee derde van de MR of gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) instemt.
Een MR is een raad die bestaat uit drie geledingen (groepen), namelijk: personeel, ouders en leerlingen. Deze groepen gaan met elkaar vergaderen om de problemen op school te bespreken dat noem je een MR-vergadering. Een MR vergadert altijd eerst met elkaar en zonder de directie en/of het bestuur.
De voorzitter van de raad heeft onder meer als taak om de orde te bewaken tijdens de MR-vergadering en in overleg met de secretaris de agenda's op te stellen. Ook is de voorzitter de eerste contactpersoon van de MR richting het bevoegd gezag en betrokkenen op school. Het is gebruikelijk dat de voorzitter een ouder is.
Elke school heeft een medezeggenschapsraad (mr) en op de meeste scholen is ook een ouderraad (or) actief.
De medezeggenschapsvorm houdt mede verband met de omvang van de onderneming. Waar ondernemingen met in de regel 50 of meer werknemers verplicht zijn een ondernemingsraad (OR) in te stellen, hebben kleinere ondernemingen deze verplichting niet.
Voor elke vergadering wordt een agenda opgesteld. Dit gebeurt door de secretaris van de MR in samenspraak met de voorzitter (het dagelijks bestuur) en eventueel de schoolleider of het schoolbestuur.
De wet stelt geen eisen aan het aantal vergaderingen per jaar of de wijze waarop overleg moet plaatsvinden. De wet schrijft wel voor dat op verzoek van de medezeggenschapsraad of een geleding daarvan (bijvoorbeeld de oudergeleding) er een overleg plaatsvindt met het schoolbestuur (art. 6 lid 1 Wms).
De MR heeft vijf verschillende soorten rechten: drie algemene en twee bijzondere. De drie algemene rechten zijn het recht op overleg, het recht op informatie en het initiatiefrecht. De twee bijzondere rechten zijn het adviesrecht en het instemmingsrecht.
In het medezeggenschapsreglement staat de zittingsperiode van de mr vermeld. Meestal gaat het om twee of drie jaar. Bij aftreden is een mr-lid direct herkiesbaar. Het modelreglement stelt geen grenzen aan het aantal termijnen en dat past bij de praktijk op sommige scholen.
Wanneer er meerdere scholen zijn aangesloten bij een schoolbestuur dan is er ook een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR). Leden van de GMR praten mee over het bovenschools beleid, waaronder de verdeling van de financiële middelen over de scholen.
De ouderraad bestaat uit een groep ouders die op school actief zijn en helpen bij een tal aan zaken. Zo helpt de raad bij het organiseren van activiteiten en kan de OR ongevraagd advies geven aan directie en medezeggenschapsraad.
Als ouder in de mr heb je geen zeggenschap, maar het is wel mogelijk om bepaalde zaken een andere richting in te sturen. In onze mr hebben we bijdragen kunnen leveren aan een pestprotocol, het verkeersplan en de verbouwing. Zo zorg je er dan voor dat de school van je kinderen er nog wat beter voor komt te staan.”
Iedere school heeft verplicht een medezeggenschapsraad. Die bestaat uit een aantal ouders, personeelsleden en op de middelbare school ook leerlingen. De MR denkt mee, praat mee en adviseert over schoolbeleid.
Een cliënt of patiënt van een zorginstelling kan meepraten over het beleid via de cliëntenraad. De cliëntenraad in een zorginstelling behartigt de gemeenschappelijke belangen van de patiënten en cliënten.
De algemene bevoegdheden van de (G)MR, de OPR en de geledingen bestaan uit drie rechten: het recht op overleg (artikel 6 Wms); het initiatiefrecht (artikel 6 lid 2 Wms); het recht op informatie (artikel 8 Wms).
Als u bedenkt dat een docent in een vaksectie zit die 1 keer per week vergadert (40 klokuren) mentor is, en de mentoraat werkzaamheden in 2 uur per week uitgevoerd worden (80 klokuren), de plenaire vergadering een keer per maand moet bijwonen (10 klokuren) en aanwezig dient te zijn op ouderavonden en tien- minuten ...
het aantal lesuren op jaar basis is 1113, lesgerelateerd uren 63 en 132 uur deskundigheidsbevordering ( 10% van 1327uur op basis van 0.8 fte).